Ik was al een tijdje niet meer naar de kapster geweest. Zoals een boom in de herfst zijn bladeren laat vallen om energie te sparen, zo had mijn hoofd het kapsel-gewijs op spaarmodus gezet sinds Elena´s geboorte en alle problemen die erna kwamen. Ik heb me daardoor lange tijd niet of slechts sporadisch bij de coiffeuse durven vertonen, maar ik had beter moeten weten. Want ik heb de liefste kapster van de wereld. Ze heet Gemma.
We leerden elkaar kennen enkele dagen voor ik zou trouwen. Een week eerder had een vriendin me naar een kapperszaak in Valencia meegenomen om een proefkapsel voor de Grote Dag uit te proberen: twee uur hadden ze me daar laten wachten, uren waarin ik allerlei paarse coupes met pieken en andere buitenaardse creaties zag passeren, die mijn vertrouwen (en ik ben sowieso al geen held in het kapsalon) diep onder nul duwden. Toen het uiteindelijk mijn beurt was, vroeg de kapster kortaf: “Wat wil je?” en ik probeerde haar mijn idee uit te leggen. Ze begreep het echter niet en werd kribbig. Toen zei ik dat ik het niet precies wist. “Jamaar,” gromde ze geïrriteerd, “wat wil je dan dat ik doe?” Ik wees dan maar lukraak iets in een tijdschrift aan, liet haar begaan, knikte goedkeurend toen het voorbij was, en wachtte tot thuis om in tranen uit te barsten.
Zo kwam ik een paar dagen later bij Gemma aan: in paniek. Ik was op goed geluk haar zaak in Rafelbunyol binnengestapt en trof daar deze energieke, blonde leeftijdsgenote aan, die meteen het onderste uit de kan haalde om mijn toen zeer beperkte Spaans en haar paar woorden Engels tot een ware conversatie om te vormen. Ik trachtte wederom uit te leggen hoe ik mijn gedroomde bruidskapsel zag, toonde haar de haarspelden die ik wou gebruiken en vroeg haar of ze me kon helpen.
Tijd voor een “proefkapsel” was er toen niet meer. En die lieve, gevoelige, hartverwarmende Gemma nam me op met haar grote ogen, zag mijn angst en de povere restanten van mijn zelfvertrouwen, legde haar handen op mijn schouders en zei: “Geen probleem, we maken er iets prachtigs van.” En dat deed ze. (Zie foto onderaan voor bewijs.) (Ik heb geen foto van de kapster, daarmee dat ik er een foto van haar werk bij zet.)
Daarstraks ben ik dus weer naar Gemma gegaan voor een meer dan nodige knipbeurt, en zoals gezegd begrijp ik niet waarom ik er zo lang mee gewacht heb. In een half uur hebben we al onze favoriete onderwerpen aangehaald en meermaals de wereld gered. Het is heerlijk om te horen hoe ze het leven ziet en aanpakt. Ze is een van de intelligentste mensen die ik ooit ontmoet heb.
Toen we afscheid namen, pakte ze me stevig vast en zei: “Ik ben zo blij dat het weer beter gaat met jou.”
En daarna stapte ik buiten, de zonnige winterdag in, met een korter kapsel en de breedst mogelijke glimlach.