Want terwijl half Madrid naar onze kusten trekt en duizenden noorderlingen het vliegtuig nemen richting mediterraanse kust, zitten wij hier al natuurlijk.
Dus wat doet men dan, in Rafelbunyol? Elke dag naar het strand? Het kan u verbazen, maar: neen. We zitten op 5 kilometer van de zee, maar er gaat niet eens een bus naartoe. Je raakt er alleen met de wagen, of met de fiets, maar zoals gezegd is fietsen hier nog niet erg in de mode en wie 5 kilometer peddelt in de blakende zon heeft al een zonnesteek vast nog voor hij goed en wel op het strand is. Er zijn er wel die om de twee dagen naar het strand gaan of daar een zomerhuisje hebben, of met vrienden een appartementje huren aan de platja. Maar de echte locals hebben een chalet in de heuvels waar ze met de hele familie de zomer doorbrengen aan de rand van het zwembad en paella eten tot het ieders oren uitkomt.
(By the way: met de tram raak je wel binnen een half uur op het strand van Valencia, wat ik af en toe doe. Maar als ik dat hier vertel, kijken ze me aan alsof ik van een andere planeet kom. Wat volledig strookt met het gevoel van vervreemding dat nog af en toe komt opzetten.)
Voor wie geen chalet ter beschikking heeft, is er het openluchtzwembad van Rafelbunyol. Wat een heerlijke uitvinding: gras in plaats van zand, brede schaduwen geworpen door bomen in plaats van die halve vierkante meter onder een parasol. En in tegenstelling tot het groezelige zeewater is er het propere zwembadwater (al mag je daar aan het einde van de dag ook niet meer teveel bij nadenken). Maar het mooiste is het Elena en haar vriendjes daar bezig te zien, met hun verschillende graden van zwemvaardigheid, en vrolijk roepend en gillend en spetterend. Wat een leven. Dat je de rest van de dag loopt te zweten als een paard neem je er dan maar bij.
(Foto van een website gehaald, want ik zag het niet zitten om daar aan het zwembad mijn camera boven te halen.)
🙂 Leuke invalshoek, een vraag die ik me nog nooit gesteld had :).