Guide to the Spanish: Children

“To the Spanish, children come first, to whomsoever they belong, and the banning of them from bars or places of adult entertainment, as practised in Britain, is not only unthinkable but looked upon as uncivilised.

Children should not only be seen but encouraged to be heard, loudly, for they are evidence of life and continuity which must be heralded with joy. They are pandered to and rarely corrected. They would never be sent to bed as a punishment, indeed they are never sent to bed at all.”

(Drew Launay, Xenophobe´s Guide to the Spanish, p 7)

Het is onvoorstelbaar hoe weinig belang er hier gehecht wordt aan de slaap van een kind. Ik heb kinderen van vermoeidheid omver zien vallen in bars, restauranten en op trouwfeesten. Ik ken kinderen die elke nacht in slaap vallen voor de tv op hun kamer. Maar daar staat tegenover dat kinderen, althans hier in ons dorp, een fantastisch leven hebben. Elke dag na schooltijd spelen ze nog een uur of twee in het park met hun vriendjes, en de zonovergoten weekends worden gespendeerd met hun uitgebreide familie rond een gigantische pan paella, ofwel picknickend in het park met de vrienden van hun ouders en bijbehorende kroost.

Bijgevolg groeien de meeste kinderen hier erg gelukkig op. Ik heb in al die jaren nog geen enkel geval gezien van depressie of eetstoornissen bij kinderen. De meeste gezinnen hier hebben maar één of hooguit twee kinderen, maar ze groeien op met hun vriendjes. Ze zijn nooit alleen.

Oja, en dat ze zelden worden gecorrigeerd op hun luidruchtigheid klopt ergens wel (hoewel lang niet in alle gevallen), maar dat is volgens mij gewoon omdat de meeste ouders ook luidruchtig zijn.

 

 

 

Advertentie

Guide to the Spanish: Sex

“In Spain lust is ever in the air. There is nothing about the Spanish appreciation of sex that is inhibited or restrained. (…) The Church, once powerful and reprimanding, is no longer allowed to dampen people´s enjoyment of sex; all edicts from Rome are ignored, and in many out of the way villages where the 20th century has not quite caught up, the people encourage their priest to have a mistress so that they can have peace in mind when their daughters go to confession. (…)

Spanish girls are generally to be protected and kept innocent for as long as possible, while foreign girls are regarded as easy prey. The English head the top of the list, possibly because there are more of them than Americans who come a close second. The Germans take the whole business a bit to seriously, the Scandinavians are clinical, the French tend to talk too much and compare performances, while Brazilians, Argentinians, Colombians and other South Americans are considered best, knowing how to make the conquest difficult with a promise of victory at the end, but only because they are far from home.

From the Spanish female point of view, the foreign male has little to offer that she can´t find at home as far as sensuality is concerned, so non-physical attributes (homour, joie-de-vivre, money) can sway the balance.

Though loud car horns, motor cycles revving up, jack hammers hammering, chainsaws screaming and incessant shouting are not usually noises noticed by the Spanish, people will pause to listen attentively in empty night streets to the sensitive sound of a couple in climax from beyond a balcony and half open shutters.”

(Drew Launay, Xenophobe´s Guide to the Spanish, p 33-35)

 

Het stereotype van de Spanish lover is waarschijnlijk tot stand gekomen door hun gebrek aan personal space (zie eerdere post: Greetings) waardoor een Spanjaard veel sneller als flirterig overkomt: hij knijpt tijdens een gesprek spontaan in je arm, trekt achteloos de rits van je vest wat verder dicht, slaat zijn arm om je middel en dat allemaal zonder bijbedoelingen. Omdat ze zo onbevangen omgaan met lichaamscontact, vermoed ik dat het voor een buitenlander niet altijd makkelijk is om daadwerkelijk met iemand te flirten, want al jouw trucs gaan hier verloren in een zee van fysieke gemoedelijkheid.

Bovendien is het hier de helft van het jaar zo warm (zie: het seizoen van de halfnaakte mannenlijven) dat ze het veel meer gewend zijn blote torso´s en gapende décollétés te zien, waardoor ze er minder van opkijken en zich –naar noorderlijke normen- ook gewaagder kleden zonder dat ze daarmee een bepaalde boodschap willen overbrengen.

Maar dat wil niet zeggen dat er hier zomaar vrolijk in het rond gevogeld wordt of dat iedereen hier tegen zijn 25e een Kama Sutra expert is. Vaak zelfs integendeel.

De eerste grote domper op de feestvreugde is het feit dat jonge mensen vaak heel lang in het ouderlijk huis / op het ouderlijk appartement blijven wonen. Daardoor is seks vanaf het begin iets wat clandestien moet gebeuren: ofwel in de eigen slaapkamer op die twintig minuutjes dat moeders bezoekje aan de buurvrouw overlapt met het begin van vaders late shift, en kleine broer bij een vriend is gaan gamen, ofwel in de auto na zonsondergang, op een plaats waar de enige passanten andere koppeltjes in auto´s zijn op zoek naar een plekje om ongestoord te kunnen ontladen. Deze plaatsen worden picaderos genoemd, en er zijn websites (bijvoorbeeld deze) waarop je de dichtsbijzijnde picadero kan opzoeken. Het is dan ook geen wonder dat het liedje “Qué difícil es hacer el amor en un Simca 1000” een grote hit was in de jaren `80. Een Spanjaard van de oudere generatie wist me trouwens te vertellen dat het “inderdaad niet gemakkelijk was”.

Een andere factor is nog steeds de katholieke kerk, wat er in bovenstaande gids ook beweerd mag worden. Er zijn nog steeds mensen van mijn generatie die trouwen met hun eerste lief, wachten met het voltrekken van de daad tot de eerste huwelijksnacht, en in sommige gevallen zeer veel kinderen krijgen. En ook onder de minder katholieken is het geen uitzondering te trouwen met je eerste liefde. Zo zijn veel koppels van in de dertig al bijna hun halve leven samen met hun echtgenoot of echtgenote.

Al ligt dat bij Spanjaarden die op Erasmus zijn gegaan wel een beetje anders natuurlijk 😉

 

 

 

 

Guide to the Spanish: Greetings

“Spain´s social behaviour is probably the most informal in the world. (…)

Introductions at home, in the street, in cafés, restaurants or wherever, therefore take a long time –longer even than in France (where an hour should be given to shake the hands of everyone in sight) since the men will kiss the women, the women will kiss the women, the children will kiss other children, the aunts will kiss the uncles, cousins, grandfathers, grandmothers, the cook, the thief, his wife, her lover.

All this is because, on the whole, the Spanish are emotionally demonstrative and gregarious. They love to meet new people, old people, old friends, new friends, and to this end continually make appointments for morning coffee, luncheon, afternoon coffee, dinner, late night coffee, late late night coffee.”

(Xenophobe´s Guide to the Spanish)

Onthouden: twee kussen in Spanje!

Afscheid nemen duurt hier uren –je kan best aan je afscheidsronde beginnen een half uur voordat je echt wil doorgaan. Want tijdens het afscheidskussen worden er vaak nieuwe gesprekken aangeknoopt, aangezien Spanjaarden gek zijn op sociale conversatie. En eens je daarin mee bent, begin je het ook zelf te doen, want het is gewoon leuk. En zo gezellig.

Spanjaarden hebben vrijwel geen personal space. Ze geven ongegêneerd kussen, knuffels en schouderklopjes, en gaan lekker dicht tegen elkaar staan of in de metro bijna op je schoot zitten ook al is de plaats naast hen vrij. Eens je daaraan gewend bent en je die zuiderlingen niet langer van je af probeert te slaan, begin je te beseffen hoe fijn het is. Al wat je in Rafelbunyol moet doen om van een depressieve bui af te geraken, is de deur uitgaan. Na een knipoog van de barman op de hoek, een losse babbel met de mevrouw van de papelería, een knuffel van een vriendin en een schouderklopje van de optieker is het zeer moeilijk je nog eenzaam en alleen te voelen.

 

 

 

Guide to the Spanish: Only if it ´s enjoyable

“Anyone attempting to understand the Spanish must first of all recognise the fact that they do not consider anything important except total enjoyment.

If it is not enjoyable, it will be ignored.

Capable of finding boundless energy to satisfy this pleasure seeking, their enormous capacity for having fun results in any unexpected form of entertainment taking precedence over everything else.

Which means that they change their minds continually. Planning does not play any part in their lives. All that is predictable about the Spanish is their unpredictability.

When visiting the country you cannot act upon the old dictum “When in Spain do as the Spanish do”, because no-one knows what they will be doing next.” (Xenophobe´s Guide to the Spanish, p 5)

Voor een buitenstaander kan het soms moeilijk te begrijpen zijn waarom men hier stieren loslaat op straat, en er dan en masse rond gaat lopen. Het wordt nog moeilijker te begrijpen wanneer er tijdens die stierenlopen gewonden en zelfs doden vallen, en er een paar maanden later toch weer stierenlopen georganiseerd worden, in dezelfde straten, door dezelfde mensen. Het mechanisme hierachter is echter zeer eenvoudig: stierenlopen zijn opwindend en fun. En Spanjaarden zijn gek op plezier. Dodelijke verwondingen houden hen niet tegen, zo diep zit dat. (Trouwens, hoe groter de kans op bloed en drama, hoe opwindender het ganse spel, en daardoor extra fun.)

Hun onvoorspelbaarheid is voor hen geen reden tot bezorgdheid of irritatie. Integendeel, het maakt het leven hier een pak eenvoudiger, hoe contradictorisch dat ook moge klinken. Want als niemand voorspelbaar is, kan je gerust een paar steken laten vallen zonder dat iemand daar van opkijkt of je erop aanspreekt. Je leert improviseren, leven van dag tot dag, en als je echt niet weet wat je aanmoet met de situatie, dan ga je gewoon iets drinken op een terrasje.

Met veel verbazing horen ze verhalen aan over noorderlingen die in hun agenda kijken wanneer ze een afspraak maken om over twee weken naar de cinema te gaan. Dat moet je hier niet proberen, dat is gewoon onzin.

 

 

 

Guide to the Spanish: Nationalism and Identity

And now for something completely different.

Tijdens de verhuis heb ik dit boekje teruggevonden: Xenophobe´s Guide to the Spanish. Een witty samenvatting van de Spaanse mentaliteit en levensstijl, waaraan ik tijdens de Grote Oversteek (Frankrijk overgestoken) mijn eerste inzichten ontleend heb over het volk wiens gezelschap mij ten deel zou vallen.

Wat een plezier was het om acht jaar later weer in dat boekje te duiken, en de inhoud te toetsen aan de ervaringen die ik hier gedurende die tijd heb opgedaan. Een leuk idee voor een reeksje blogposts, dacht ik. Dus hier gaan we: ik ga uit elk hoofdstuk de leukste stukjes pikken, en er wat commentaar aan toevoegen. Te beginnen met het hoofdstuk over nationalisme en identiteit.

(Opmerking vooraf: wanneer ik het hieronder heb over “Spanjaarden”, dan bedoel ik dat in het algemeen. Uiteraard zijn niet alle Spanjaarden hetzelfde. Dit is een veralgemenende tekst die een globaal idee wil geven en niet al te letterlijk genomen moet worden.)

 

Nationalism

“When nationalism is enjoyable, the Spanish can be nationalistic, as they were with fervour in 1992 when the Olympic Games landed in Barcelona. Never having cared much about athletics, swimming or fencing before, they realized that being cheered on by family and friends for running and jumping was rather gratifying, but when the games moved to Atlanta, not to mention Sydney, they rather lost interest. Too far away to get involved. (…) They will stay glued to they television sets to watch the Oscars if a Spanish film has been nominated, not so much because they want it to win but because it is a great excuse to stay up all night. In Spain days are for siestas and nights are for fiestas. (…)

The Spanish will only be aware of other nationalities if they have visited their country and had a great time. Conversely, they will think little of them if they were bored there.” (p 1, 2)

Het grote geheim achter het algehele contentement van de Spanjaarden is waarschijnlijk dit: dat ze helemaal mee zijn als er iets leuks gebeurt, en dat ze meteen hun interesse verliezen wanneer de dingen fout lopen. Mijn man kan zeer blij zijn als Valencia C. F.  een voetbalmatch wint, maar als ze verliezen, zet hij gewoon de tv uit en gaat iets anders doen.Toen de Spaanse voetbalploeg Europees kampioen werd in 2008, wereldkampioen in 2010 en weer europees kampioen in 2012, waren de Spanjaarden uitzinnig van vreugde en werden er niet te evenaren feesten gebouwd. Toen ze er dit jaar bij de wereldbeker voetbal uitgekickt werden in de achtste finales, haalde iedereen z´n schouders op en ging wat anders doen. Ze zien er gewoon het nut niet van in te blijven zeuren. Je kan veel zeggen over de Spanjaarden, maar klagen en zagen, dat doen ze niet.

Wat nationalisme betreft, kan je bepaalde (vooral jongere) Basken, Catalanen, Valencianen, etc.  wel makkelijk op hun paard krijgen door over nationale politiek te beginnen, maar bij de meeste Valencianen is er op dat vlak niet echt veel strijdvaardigheid te bespeuren. Ze vinden het wel schitterend wanneer je als buitenlander de moeite doet om Valenciaans te leren, en als je het ook nog begint te spreken, dan vallen ze helemaal achterover. Maar ze zouden het nooit of te nimmer van iemand eisen, en ze kijken er geen enkele Castellano-spreker op aan wanneer die geen Valenciaans begrijpt, ook al wonen die hier al hun hele leven.

Identity

“The Spanish are viewed as noisy, having no consideration for others, always late for appointments if they turn up at all, unreliable and never seeming to go to bed except in the afternoons. Worst of all they appear indifferent to complaints, apparently capable of shrugging off any form of criticism. (…)

The Spanish, if they think about it at all which is doubtful, see themselves as totally acceptable people in a world where many are not.” (p 2, 3)

Ze zijn luidruchtig, absoluut, maar het feit dat ze anderen storen met hun lawaai ligt niet zozeer aan een gebrek aan consideratie voor de ander, als wel aan het feit dat ze zich zozeer aan het amuseren zijn dat ze er gewoon niet bij stilstaan dat ze anderen daarmee zouden kunnen storen.

Wat het te laat komen betreft: dat klopt niet helemaal. Kwamen ze maar altijd te laat, dan wist je tenminste wat te verwachten. Het probleem is dat Spanjaarden compleet onvoorspelbaar zijn: soms komen ze vijftien minuten te laat, soms een uur, en net die keer wanneer jij opzettelijk te laat komt omdat je het beu bent altijd op de anderen te moeten wachten, dan is iedereen precies op tijd gearriveerd en zitten ze te wachten op jou.

Spanjaarden zijn ook niet onverschillig tegenover klachten –ze kunnen er gewoon slecht mee om. Ze worden er erg onzeker van. Een fout toegeven betekent immers schuld bekennen, en dat krenkt hun eergevoel. Daarom doen ze alsof het hun niks kan schelen, of steken ze de schuld op externe factoren of op anderen. Hoe dan ook: zich verontschuldigen doen ze zelden en ze vinden het ook behoorlijk vreemd wanneer een ander dat doet.

 

 

 

De Hoe Goed Ken Ik Iemand Test

Hier een kleine denkoefening ter bevordering van onze intermenselijke verbondenheid.

Ik kwam erop toen ik als Erasmus-student met een paar medestudenten in de supermarkt was, waar we allemaal met ons eigen karretje doorheen reden. Zou ik kunnen raden welk karretje van wie is, afgaand op de inhoud, vroeg ik mezelf af. Dat zou een interessante test zijn. Later zag ik een stukje uit “De Mol” waarbij twee kandidaten de bezwete t-shirts van hun kompanen aan de juiste persoon moesten linken, en daar wonderwel in slaagden.

Dus laten we daar eens even bij stilstaan: hoe goed kennen we de mensen om ons heen? Hoeveel aandacht schenken we aan hen en wat ze doen, en hoeveel nemen we onbewust van hen op?

Wie zou jij kunnen herkennen aan de hand van…

  • … de inhoud van hun winkelwagentje?
  • … de boeken in hun boekenkast?
  • … de inhoud van hun kleerkast?
  • … hun lijstje favoriete nummers op spotify?
  • … hun geur?
  • … hun voetstappen?
  • … hun lach?
  • … hun handschrift?

 

 

 

Tip van de Dag!

De eerst aan u voorgeschotelde tekst “Twee sterren” was vandaag Tip van de Dag op azertyfactor.be (ik had het zelf een beetje laat door). Met een mooie bespreking erbij van Anne Janssen, die ik hier weer tegen alle regels van de bescheidenheid in ga delen, evenals de vreugde die dit alles bij mij opriep: jeeeej!

“Dit kortverhaal springt meteen in het oog vanwege de mature schrijfstijl. De opening wekt nieuwsgierigheid op en nodigt uit tot verder lezen. Vooral de subtiele details waarmee het kleine meisje, een kleuter nog, wordt beschreven maakt de pijn van de situatie bijzonder tastbaar: ‘Haar voeten zweefden hoog boven de grond, maar ze wiebelde niet met haar benen. Wat je van een klein meisje op een hoge stoel toch zou verwachten.’ Door de opbouw van de tekst weet de schrijfster de lezer aanvankelijk te shockeren om er enkele regels later voor te zorgen dat deze verontwaardiging in twijfel wordt getrokken. De laatste alinea is goed gekozen en rondt het verhaal op sterke wijze af.”