And now for something completely different.
Tijdens de verhuis heb ik dit boekje teruggevonden: Xenophobe´s Guide to the Spanish. Een witty samenvatting van de Spaanse mentaliteit en levensstijl, waaraan ik tijdens de Grote Oversteek (Frankrijk overgestoken) mijn eerste inzichten ontleend heb over het volk wiens gezelschap mij ten deel zou vallen.
Wat een plezier was het om acht jaar later weer in dat boekje te duiken, en de inhoud te toetsen aan de ervaringen die ik hier gedurende die tijd heb opgedaan. Een leuk idee voor een reeksje blogposts, dacht ik. Dus hier gaan we: ik ga uit elk hoofdstuk de leukste stukjes pikken, en er wat commentaar aan toevoegen. Te beginnen met het hoofdstuk over nationalisme en identiteit.
(Opmerking vooraf: wanneer ik het hieronder heb over “Spanjaarden”, dan bedoel ik dat in het algemeen. Uiteraard zijn niet alle Spanjaarden hetzelfde. Dit is een veralgemenende tekst die een globaal idee wil geven en niet al te letterlijk genomen moet worden.)
Nationalism
“When nationalism is enjoyable, the Spanish can be nationalistic, as they were with fervour in 1992 when the Olympic Games landed in Barcelona. Never having cared much about athletics, swimming or fencing before, they realized that being cheered on by family and friends for running and jumping was rather gratifying, but when the games moved to Atlanta, not to mention Sydney, they rather lost interest. Too far away to get involved. (…) They will stay glued to they television sets to watch the Oscars if a Spanish film has been nominated, not so much because they want it to win but because it is a great excuse to stay up all night. In Spain days are for siestas and nights are for fiestas. (…)
The Spanish will only be aware of other nationalities if they have visited their country and had a great time. Conversely, they will think little of them if they were bored there.” (p 1, 2)
Het grote geheim achter het algehele contentement van de Spanjaarden is waarschijnlijk dit: dat ze helemaal mee zijn als er iets leuks gebeurt, en dat ze meteen hun interesse verliezen wanneer de dingen fout lopen. Mijn man kan zeer blij zijn als Valencia C. F. een voetbalmatch wint, maar als ze verliezen, zet hij gewoon de tv uit en gaat iets anders doen.Toen de Spaanse voetbalploeg Europees kampioen werd in 2008, wereldkampioen in 2010 en weer europees kampioen in 2012, waren de Spanjaarden uitzinnig van vreugde en werden er niet te evenaren feesten gebouwd. Toen ze er dit jaar bij de wereldbeker voetbal uitgekickt werden in de achtste finales, haalde iedereen z´n schouders op en ging wat anders doen. Ze zien er gewoon het nut niet van in te blijven zeuren. Je kan veel zeggen over de Spanjaarden, maar klagen en zagen, dat doen ze niet.
Wat nationalisme betreft, kan je bepaalde (vooral jongere) Basken, Catalanen, Valencianen, etc. wel makkelijk op hun paard krijgen door over nationale politiek te beginnen, maar bij de meeste Valencianen is er op dat vlak niet echt veel strijdvaardigheid te bespeuren. Ze vinden het wel schitterend wanneer je als buitenlander de moeite doet om Valenciaans te leren, en als je het ook nog begint te spreken, dan vallen ze helemaal achterover. Maar ze zouden het nooit of te nimmer van iemand eisen, en ze kijken er geen enkele Castellano-spreker op aan wanneer die geen Valenciaans begrijpt, ook al wonen die hier al hun hele leven.
Identity
“The Spanish are viewed as noisy, having no consideration for others, always late for appointments if they turn up at all, unreliable and never seeming to go to bed except in the afternoons. Worst of all they appear indifferent to complaints, apparently capable of shrugging off any form of criticism. (…)
The Spanish, if they think about it at all which is doubtful, see themselves as totally acceptable people in a world where many are not.” (p 2, 3)
Ze zijn luidruchtig, absoluut, maar het feit dat ze anderen storen met hun lawaai ligt niet zozeer aan een gebrek aan consideratie voor de ander, als wel aan het feit dat ze zich zozeer aan het amuseren zijn dat ze er gewoon niet bij stilstaan dat ze anderen daarmee zouden kunnen storen.
Wat het te laat komen betreft: dat klopt niet helemaal. Kwamen ze maar altijd te laat, dan wist je tenminste wat te verwachten. Het probleem is dat Spanjaarden compleet onvoorspelbaar zijn: soms komen ze vijftien minuten te laat, soms een uur, en net die keer wanneer jij opzettelijk te laat komt omdat je het beu bent altijd op de anderen te moeten wachten, dan is iedereen precies op tijd gearriveerd en zitten ze te wachten op jou.
Spanjaarden zijn ook niet onverschillig tegenover klachten –ze kunnen er gewoon slecht mee om. Ze worden er erg onzeker van. Een fout toegeven betekent immers schuld bekennen, en dat krenkt hun eergevoel. Daarom doen ze alsof het hun niks kan schelen, of steken ze de schuld op externe factoren of op anderen. Hoe dan ook: zich verontschuldigen doen ze zelden en ze vinden het ook behoorlijk vreemd wanneer een ander dat doet.