Dit is volgens mij een voorwaarde om goed werk te leveren:
- er moet vraag zijn naar dat werk (een behoefte)
- de persoon die het werk verricht moet er de aangewezen persoon voor zijn
Nu, waar de mensen hier rondom mij zich kennelijk zeer veel zorgen om maken, is hoe ze ervoor kunnen zorgen dat hun kinderen Engels zullen leren. Ziedaar: de behoefte.
Een beheersing van het Engels wordt hier de laatste jaren namelijk als een soort Heilige Graal gezien. Ze hebben dat dan een beetje op zijn Spaans opgelost, namelijk alle leraren verplichten binnen de 4 jaar aan een B2 niveau te geraken, en alle scholen twee,- of drietalig te maken (Spaans-Engels of Spaans-Valenciaans-Engels).
Daarbij werd voor het gemak over het hoofd gezien dat je om een taal te onderwijzen echt wel zeer goed die taal moet beheersen, en dat je zoiets niet op 4 jaar in het avondonderwijs leert. Bijgevolg is het niveau van de meeste leraren Engels hier lichtelijk dramatisch te noemen, en leren vooral de kinderen van rijke ouders goed Engels, want die sturen hun kroost naar dure Engelstalige privéscholen.
De andere ouders zitten met de handen in het haar, want ze kunnen hun kinders niet helpen, omdat hun eigen kennis van het Engels zeer beperkt tot abominabel is. Frustratie alom.
Vele kinderen worden na school dan maar naar taalacademies gestuurd, zoals die waar ik les heb gegeven. Daar komen die kinderen dan doodmoe na een lange schooldag aanstrompelen, en moeten ze weer aan bankjes gaan zitten. En daar gaat het dan weer van one-two-three, en green-yellow-orange.
Mijn eigen dochter gaat natuurlijk niet naar de Engelse les. En geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt haar zelf Engels te onderwijzen. Maar toen er onlangs vrienden uit Wales op bezoek waren met hun vierjarige zoontje, hoorde ik mijn dochter en haar speelkameraadje vlot in het Engels converseren, en toen zij en ik een paar maanden geleden naar huis wandelden, wees ze de velden in en zei: “I know a shortcut.” (Ze was toen vijf.)
Op haar rapport van school staat echter dat ze nog geen Engels spreekt. En toen ik haar werkjes van de les Engels doorbladerde, ging mijn haar rechtop staan. De dagen van de week leren schrijven enzo. WEDNESDAY. In de laatste kleuterklas. I kid you not.
Bovendien is haar uitspraak beter dan die van de juf. (“Mama, de juf zegt KRIISMAS, maar het is Christmas he.”)
Om maar te zeggen dat ze hier van language acquisition geen kaas gegeten hebben.
Mijn dochter is nu zes en perfect viertalig. Ze spreekt en begrijpt Nederlands, Engels, Spaans en Valenciaans. Dat is niet van een leien dakje gegaan. Ik geef haar geen “les”, maar ik steek er wel werk in. Op mijn manier.
Wanneer ik in het park ofzo om raad gevraagd word en een beetje mijn theorieën uit de doeken begin te doen, dan wordt daar altijd zeer enthousiast op gereageerd. Onlangs zei iemand: je zou dat eens moeten opschrijven. Dus ja, dat gaan we dan maar eens doen.
De bedoeling is dus een tamelijk kort en vlot leesbaar handboekje te schrijven met als titel iets in de aard van “Hoe help ik mijn kind Engels te leren als ik zelf geen Engels kan”, zoiets. Dat moet dus wel in het Spaans geschreven worden, maar dat zou wel moeten lukken. Er zijn hier trouwens voldoende mensen bereid het na te lezen.
En dan gaan we daarmee een paar uitgevers langs, en dan duimen we dat er iets van komt.
Dat is dus het Plan…