Casestudy.
Twee weken geleden gingen we op weekend à l´espagnole: met 11 volwassenen, 8 zes-jarigen en een hond. Mijn echtgenoot heeft via zijn werk contacten met katholieke zusters overal te lande, die hem immer goedgezind zijn wegens zijn blauwe kijkers. Een plek vinden om met zijn allen te logeren was voor hem dus klein bier (foto´s: zie onderaan).
Ik wou heel graag mee, want het is een zeer leuke groep met erg lieve mensen. Maar ik zag er zoals altijd ook een beetje tegenop, want op verplaatsing slapen is een behoorlijke drempel en het ging om een tamelijk grote groep met veel kinderen. Ziedaar het slappe koord waarop gebalanceerd diende te worden dat weekend. Dat ging als volgt.
Na aankomst op zaterdagnamiddag namen we onze intrek in een gebouw dat vroeger een soort internaat was. Zeer charmant: jaren vijftig stoeltjes en spiegels, authentieke houten deuren, witte muren en zonnige beddelakens. Eenvoudig en helemaal vintage. Buiten was er een speelplaats onder de bomen. Daar aten we merienda terwijl de kinderen met de hond speelden. Daarna besloten de moeders om samen een wandeling te maken. Ik had daar echter weinig zin in, want ik was nog maar net op die nieuwe plek aangekomen en nog volop in assimilatie-modus, en bedankte dus vriendelijk.
´s Avonds spendeerden we een uur of twee in de paellero, met zijn allen in het donker rond het vuur. Dat klinkt erg romantisch, maar de acht kinderen die met zaklantaarntjes liepen te zwaaien en wier gegil weerkaatste tegen de muren en de vloertegels, maakten het erg overstimulerend. Ze schenen met die zaklantaarns ook altijd recht in je ogen, hoe vaak hen ook gezegd werd naar de grond te richten. Ik was niet de enige ouder die af en toe wat rust opzocht.
Uiteindelijk was het vlees klaar (ook weer heel Spaans: een avondmaal met alleen vlees en brood -groenten zijn voor konijnen), en gaven we eerst de kinderen te eten. Tegen dat ze allemaal gegeten hadden, was het al bijna half elf. Ik stelde voor hen naar bed te brengen. Mijn man vertelde een verhaaltje aan de jongens, die met zijn zessen op één kamer lagen, en ik vertelde een verhaaltje aan mijn dochter en haar vriendinnetje, die met zijn tweeën op een andere kamer lagen. Daarna kwamen er een paar ouders naar boven om ons af te lossen, maar na elven werd er nog steeds gejoeld bij de jongens. Ik liep de kamer in en zag dat ene jongetje, het gevoeligste van de hele bende. Hij lag daar doodmoe en met open ogen voor zich uit te staren, wakker gehouden door de rest. Dat was moeilijk om aan te zien. Toen heb ik mijn juffenstem en politie-technieken bovengehaald, samen met een vader die ook echt bij de politie zit, haha, waarmee het tien minuten later muisstil was en twintig minuten later iedereen sliep. Tegen die tijd hadden de andere volwassenen al gegeten, maar er waren gelukkig nog twee lapjes vlees over.
Om kwart voor twaalf haalde mijn man de orujo boven, en zei ik: goeienacht allemaal, ik ga slapen. Ik had echt zin om nog te blijven, maar wist uit ervaring dat elk kwartier later in bed zich de volgende ochtend zou vertalen in een nog zwaarder hoofd. Een kwestie van schadebeperking dus. Daarmee lag ik als eerste in bed, en was de volgende ochtend als laatste uit de veren, daar tussenin ongewild gewekt door elke persoon die die nacht naar de wc ging, mezelf inclusief.
De anderen had die zondagmorgen kennelijk energie genoeg om al meteen na het ontbijt op excursie te vertrekken. Daar heb ik ook vriendelijk voor bedankt. Wat deze keer wel een beetje raar was, want iedereen ging mee. Maar ik was moe, en wou gewoon even alleen zijn. Dus bleef ik achter met de hond. Wat heerlijk. Ik nam de hond mee op een wandelingetje naar het dorp, nam wat foto´s, praatte met een paar nonnetjes, las een blog op mijn gsm. Drie uren verstreken geruisloos, en voor ik er erg in had, was iedereen weer terug.
Samen prepareerden we een middagmaal op basis van pasta in een gigantische kookpot, en aten weer in twee shifts op de binnenplaats van de zusters, onder een lindeboom en omgeven door jasmijnstruiken. Het was heel erg gezellig. Daarna werd er ingepakt en reden we allemaal weer naar Rafelbunyol.
Het is dus allemaal wel te doen, zo´n groepsactiviteit. Ik had het ook echt niet willen missen (of zoals Prinses dat zegt: ondanks alles wil ik erbij zijn). Maar ik moet er geregeld uit kunnen stappen, en dat gaat zonder problemen zolang ik zelf durf doen wat nodig is, en de anderen daar begrip voor hebben. En die chance heb ik dus.