Beginselverklaring

Ik geloof dat ge altijd eerst met de ander moet praten.

Ik geloof in gebundelde krachten.

Ik geloof in pure chocolade, fruit en slaap.

Ik geloof in alles op zijn tijd.

Ik geloof in de slappe lach, seks met wederzijdse goesting, en dansen.

Ik geloof in zorgen voor kinderen, ook al zijn ze niet van u.

Ik geloof in vergelijkingen en metaforen.

Ik geloof in geven omwille van het geven en niet omwille van het terugkrijgen.

Ik geloof in hacerse camino al andar.

Ik geloof in vanalle soorten vriendschap.

Ik geloof in doorgeven.

Ik geloof in loslaten.

Ik geloof in constructieve feedback.

Ik geloof in grenzen en het respecteren ervan.

Ik geloof in liefde op het eerste gezicht.

Ik geloof in zorgen, enthousiasme en muziek.

Ik geloof in honderden zaadjes planten om aan een handvol bloemen te geraken.

Ik geloof in wandelen en liefdevolle aandacht.

Ik geloof in u.

 

 

 

Advertentie

HSP (3/3): Een extraverte HSP op weekend

Casestudy.

Twee weken geleden gingen we op weekend à l´espagnole: met 11 volwassenen, 8 zes-jarigen en een hond. Mijn echtgenoot heeft via zijn werk contacten met katholieke zusters overal te lande, die hem immer goedgezind zijn wegens zijn blauwe kijkers. Een plek vinden om met zijn allen te logeren was voor hem dus klein bier (foto´s: zie onderaan).

Ik wou heel graag mee, want het is een zeer leuke groep met erg lieve mensen. Maar ik zag er zoals altijd ook een beetje tegenop, want op verplaatsing slapen is een behoorlijke drempel en het ging om een tamelijk grote groep met veel kinderen. Ziedaar het slappe koord waarop gebalanceerd diende te worden dat weekend. Dat ging als volgt.

Na aankomst op zaterdagnamiddag namen we onze intrek in een gebouw dat vroeger een soort internaat was. Zeer charmant: jaren vijftig stoeltjes en spiegels, authentieke houten deuren, witte muren en zonnige beddelakens. Eenvoudig en helemaal vintage. Buiten was er een speelplaats onder de bomen. Daar aten we merienda terwijl de kinderen met de hond speelden. Daarna besloten de moeders om samen een wandeling te maken. Ik had daar echter weinig zin in, want ik was nog maar net op die nieuwe plek aangekomen en nog volop in assimilatie-modus, en bedankte dus vriendelijk.

´s Avonds spendeerden we een uur of twee in de paellero, met zijn allen in het donker rond het vuur. Dat klinkt erg romantisch, maar de acht kinderen die met zaklantaarntjes liepen te zwaaien en wier gegil weerkaatste tegen de muren en de vloertegels, maakten het erg overstimulerend. Ze schenen met die zaklantaarns ook altijd recht in je ogen, hoe vaak hen ook gezegd werd naar de grond te richten. Ik was niet de enige ouder die af en toe wat rust opzocht.

Uiteindelijk was het vlees klaar (ook weer heel Spaans: een avondmaal met alleen vlees en brood -groenten zijn voor konijnen), en gaven we eerst de kinderen te eten. Tegen dat ze allemaal gegeten hadden, was het al bijna half elf. Ik stelde voor hen naar bed te brengen. Mijn man vertelde een verhaaltje aan de jongens, die met zijn zessen op één kamer lagen, en ik vertelde een verhaaltje aan mijn dochter en haar vriendinnetje, die met zijn tweeën op een andere kamer lagen. Daarna kwamen er een paar ouders naar boven om ons af te lossen, maar na elven werd er nog steeds gejoeld bij de jongens. Ik liep de kamer in en zag dat ene jongetje, het gevoeligste van de hele bende. Hij lag daar doodmoe en met open ogen voor zich uit te staren, wakker gehouden door de rest. Dat was moeilijk om aan te zien. Toen heb ik mijn juffenstem en politie-technieken bovengehaald, samen met een vader die ook echt bij de politie zit, haha, waarmee het tien minuten later muisstil was en twintig minuten later iedereen sliep. Tegen die tijd hadden de andere volwassenen al gegeten, maar er waren gelukkig nog twee lapjes vlees over.

Om kwart voor twaalf haalde mijn man de orujo boven, en zei ik: goeienacht allemaal, ik ga slapen. Ik had echt zin om nog te blijven, maar wist uit ervaring dat elk kwartier later in bed zich de volgende ochtend zou vertalen in een nog zwaarder hoofd. Een kwestie van schadebeperking dus. Daarmee lag ik als eerste in bed, en was de volgende ochtend als laatste uit de veren, daar tussenin ongewild gewekt door elke persoon die die nacht naar de wc ging, mezelf inclusief.

De anderen had die zondagmorgen kennelijk energie genoeg om al meteen na het ontbijt op excursie te vertrekken. Daar heb ik ook vriendelijk voor bedankt. Wat deze keer wel een beetje raar was, want iedereen ging mee. Maar ik was moe, en wou gewoon even alleen zijn. Dus bleef ik achter met de hond. Wat heerlijk. Ik nam de hond mee op een wandelingetje naar het dorp, nam wat foto´s, praatte met een paar nonnetjes, las een blog op mijn gsm. Drie uren verstreken geruisloos, en voor ik er erg in had, was iedereen weer terug.

Samen prepareerden we een middagmaal op basis van pasta in een gigantische kookpot, en aten weer in twee shifts op de binnenplaats van de zusters, onder een lindeboom en omgeven door jasmijnstruiken. Het was heel erg gezellig. Daarna werd er ingepakt en reden we allemaal weer naar Rafelbunyol.

Het is dus allemaal wel te doen, zo´n groepsactiviteit. Ik had het ook echt niet willen missen (of zoals Prinses dat zegt: ondanks alles wil ik erbij zijn). Maar ik moet er geregeld uit kunnen stappen, en dat gaat zonder problemen zolang ik zelf durf doen wat nodig is, en de anderen daar begrip voor hebben. En die chance heb ik dus.

 

 

 

 

HSP (2/3). De extraverte HSP en het slappe koord

Hooggevoeligheid wordt meestal gelinkt aan introversie, maar zo´n 30 procent der HSP´s zou extravert zijn. Dat lijkt een contradictio in terminis. Hoe kan je nu zo prikkelgevoelig zijn en toch uitbundig, naar buiten gericht, etc? Dat klinkt een beetje als een zeemeermin die van zonnebaden houdt.

Geloof mij, het kan, maar het is inderdaad geen makkelijke combinatie. Een extraverte HSP raakt net zo snel overpikkeld als een introverte HSP, maar kan zich niet zo lang afzonderen in weldadige eenzaamheid, want daar zijn er dan weer te weinig prikkels. Voor een extraverte HSP is het heel snel te veel, maar ook heel snel te weinig. Althans, dat is mijn ervaring. Ziedaar het slappe koord waarop gebalanceerd dient te worden.

Het voordeel is dat dit soort mensen het geweldig doet in een groep: ze zijn zich bewust van ieders noden en alle interpersoonlijke wrijvingen, en spelen daar snel op in om ervoor te zorgen dat iedereen zich op zijn gemak voelt. Het mag alleen niet te lang duren. Persoonlijk sta ik bijvoorbeeld heel erg graag voor een klas volwassenen, en ik word daar altijd enorm geapprecieerd omdat ik ervoor zorg dat iedereen mee is en zich betrokken voelt. Maar kinderen of pubers zijn me te druk, en als ik teveel op mijn bord krijg en te weing kan rusten, komen de migraines eraan. En dan mag je nog zo´n goeie leerkracht zijn: als je niet kan lesgeven, kan je niet lesgeven. Dus ja.

De plekken waar ik mij het beste overeind kan houden op dat slappe koord zijn rustige plaatsen waar er andere mensen zijn. Plaatsen waar je niet noodzakelijk moet interageren, maar waar je niet alleen bent: treinen, parken, bibliotheken. En ik trek heel graag op in een groep, maar ik voel me het best op mijn gemak als ik weet dat ik weg kan wanneer ik dat wil.

Maar soit, het is allemaal niet onoverkomelijk als je leert hoe je ermee om moet gaan en op een beetje goodwill van je omgeving kan rekenen. Zoals dat zeemeerminnetje op het strand: een beetje zonnebaden en dan weer snel het water in.

BOGO SALE Sunbathing Mermaid Art Postcard Prints Set of 10

 

 

 

 

 

 

Op vriendelijke wijze mensen weren in minder dan vijf woorden.

Ik vind het niet tof als er mensen aan mijn voordeur komen om mij iets aan te smeren. Als ik thuis ben, wil ik met rust gelaten worden. Gisteren zat ik op de wc toen de getuigen van Jehova langskwamen; daarstraks stond ik op het punt een onwillige printer door het raam te smijten toen er iemand kwam aanbellen om te vragen of ik een alarmsysteem wou kopen. Gelukkig heb ik doorheen de jaren geleerd hoe ik deze onderbrekingen zo snel mogelijk kan afhandelen. Slechts één zinnetje heb ik daarvoor nodig.

In het geval van Jehova-getuigen, bijbelgroepen of een ander soort religieuze passanten, kijk ik hen liefdevol aan en zeg: “Soy budista.” Dat werkt echt schitterend. (*) Ze kijken dan meestal even een beetje verward, komen daarna verbazend snel en geheel op eigen kracht tot de conclusie dat er niets aan te doen valt, en vervolgen waardig hun weg.

In het geval van daarjuist, met de man die alarmsystemen verkocht, trok ik tamelijk verwilderd de voordeur open: mijn haar naar alle kanten en een blik in mijn ogen waarin de woestheid brandde van mijn recente confrontatie met een weerbarstig wifi-systeem. (Als er iets is wat mij binnen de twee minuten tegen het plafond kan doen gaan, dan zijn het computers. Ik heb een engelengeduld met mechanische apparaten, maar onwillige electronica: o wee.) Dat hielp wel, denk ik. Terwijl hij me vroeg of ik een alarmsysteem voor ons huis wou overwegen, zag ik hem al denken: dit wil een inbreker ´s nachts niet tegenkomen. Toen ik daar nog eens “¡Tenemos un perro!” (wij hebben een hond) bovenop gooide, had ook hij geen enkel duwtje in de rug meer nodig om meteen naar de volgende voordeur te trekken.

In alle andere gevallen waar ik niet meteen iets concreets kan verzinnen (mensen van verzekeringsmaatschappijen, boekenclubs, banken, etc.), gebruik ik dit ene zinnetje: “I´m so sorry, my Spanish is very bad.” (**) De dapperen onder hen proberen dan nog even weerstand te bieden met een paar woorden Engels, maar tot hiertoe heeft iedereen het binnen de tien seconden opgegeven.

Et voilà. Zo regelt men dat.

 

(*) Ik heb mezelf er wel van moeten overtuigen dat het geoorloofd is dit te verkondigen, omdat ik wel iets van boeddhisme afweet en een Boeddha in mijn badkamer heb staan. Maar hoe het op mijn karma gaat wegen, weet ik niet.

 

(**) Stout, stout, stout. Ik weet het.

 

 

 

 

HSP (1/3): Een uitleg met knijpen en de lampen-theorie

Blijkt dat HSP weer een item is in Vlaanderen dezer dagen (las ik op de blog van Anna en zag ik op youtube). Dus misschien is het tijd om er eindelijk eens iets over te schrijven. Ik moet hierbij wel aangeven dat ik geen expert of psycholoog ben. Wel heb ik jarenlange ervaring met het thema en heb ik een behoorlijke basis in psychologie (opleiding diergeneeskunde en later zelfstudie). Dus neem het maar voor wat het waard is.

Doorheen de jaren heb ik een zeer korte uitleg ontwikkeld om mensen duidelijk te maken hoe het voelt om een HSP te zijn. Ik gebruik deze uitleg meestal wanneer ik weer eens een opmerking te horen krijg als “jamaar, ge moet daar niet zo gevoelig voor zijn”.

Dan zeg ik: geef mij uw arm eens. En dan knijp ik zachtjes in die arm. Dit is hoe gij de dingen voelt, zeg ik. Daarna knijp ik nog eens in die arm, maar beduidend harder. En dit, zeg ik, is hoe ik de dingen voel. En nu ga ik nog eens even hard in uw arm knijpen en gij moet proberen het even hard te voelen als die eerste keer dat ik zacht kneep. En dan knijp ik weer tamelijk hard. En dan begrijpen ze het meestal wel. En dan besluit ik met te zeggen dat ik wel mijn best doe mij de dingen minder hard aan te trekken, maar dat ik niet kan veranderen hoe hard ze binnenkomen.

Er was echter een mysterie waar ik lange tijd niet de vinger op kon leggen. Ondanks het feit dat ik zoveel prikkels binnenkrijg en die kennelijk diepgaand verwerk, kan ik zeer duidelijke signalen soms compleet over het hoofd zien. Er was bijvoorbeeld dat blad papier dat ik op het medisch centrum kreeg, waarop de datum van mijn volgende afspraak stond. De helft van het blad was dicht bedrukt met allemaal informatie, met kadertjes en alineas enzo, maar in het midden van al die info was de datum gemarkeerd in fluostift. Dat had ik dus compleet niet door. Toen ik thuiskwam, zei ik aan mijn man dat ik niet wist wanneer de volgende afspraak was. Hij nam dat blad papier uit mijn handen, wierp er één blik op, en wees met zijn vinger de datum aan. Voilà.

Dit bracht mij bij de lampen-theorie. Die lampen staan hier symbool voor alle soorten prikkels; ik heb gewoon lampen gebruikt omdat dat voor een duidelijke tekening zorgt.

de lampentheorie

Ik vermoed dat mensen die niet zo hooggevoelig zijn beter de felle lampen van de andere kunnen onderscheiden. En dat hooggevoelige mensen de felle lampen soms niet herkennen, simpelweg omdat voor hen alle lampen fel zijn. (Dit zou ook kunnen verklaren waarom een bepaald persoon die ik hier nu niet bij naam ga noemen nooit iets kan vinden in de koelkast ook al staat het vlak voor zijn neus.)

Tot hiertoe mijn eerste bijdrage over het schone doch vermoeiende kenmerk der hooggevoeligheid. Alle opmerkingen en uiteraard ook kritische bedenkingen zijn welkom.

 

 

 

 

 

Stap 3: Russisch leren

Even ter opfrissing: mijn Plan is een soort handleiding schrijven voor Spaanse ouders om hun kinderen te helpen Engels te leren. Want het volgen van de vuistregel “zet uw kinderen voor Engelstalige tv-programma´s” is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Probeer maar eens een kind van zes te verplichten tv te kijken in een taal die hij of zij niet begrijpt. Lang duurt dat meestal niet.

Er zijn evenwel een aantal trucs om kinderen aan een taal te laten wennen, en die probeer ik dus op papier te krijgen. Maar om de proef op de som te nemen, wou ik die eerst eens toepassen met een taal die ik zelf niet kan. Ik krijg namelijk vaak te horen: “Jamaar, natuurlijk dat uw dochter Engels kan, want gij kunt dat zelf ook”.

Dus ging ik op zoek naar een nieuwe taal waarvoor ik zowel mezelf als mijn dochter kon motiveren. Russisch leek de uitgelezen kandidaat, want Elena heeft een Russisch vriendinnetje, wier moeder steeds Russisch met haar spreekt. Het is een zeer beweeglijk kind, waardoor we alvast één woordje hadden opgepikt: сюда (suda) betekent “hier!”

Ik stipte de zomervakantie aan als uitgelezen periode voor dit experiment. Maar om twee redenen liep het een beetje mis:

  1. de methode is tamelijk intensief voor de ouder (enfin, niet zo intensief, maar toch iets meer dan je kind afzetten aan de taalacademie en een uurtje later weer ophalen)
  2. deze native Belgian blijkt elk jaar slechter en slechter tegen de hitte van de Spaanse zomer te kunnen (opwarming van de aarde enzo, aaargh, wat gaan wij hier doen over 20 jaar?) en functioneerde bijgevolg drie maanden lang op survival mode

Na twee weken liep alles dus in het slop, en uiteindelijk kwam er niets van. Of: bijna niets.

Want onlangs, tijdens een zeer hectisch logeerpartijtje dat mijn HSP-zenuwen zwaar op de proef stelde, zat het Russische vriendinnetje in haar pyama naast mijn dochter, en vroeg of ze voor het slapengaan even met haar moeder kon bellen. Ik gaf haar de telefoon, en tijdens het onverstaanbare gesprek zag ik in de ogen van mijn dochter opeens lichtjes van herkenning. Haar vriendinnetje had хорошо (chorosjo) gezegd, wat “goed” betekent.

Xорошо, mama!” herhaalde mijn dochter vrolijk. “Xорошо!”

Ik weet dat het niet veel is, maar de helse hitte van de voorbije zomer en al het geaccumuleerde slaapgebrek van de laatste jaren indachtig, besloot ik met dit ene woord de missie als volbracht te beschouwen.

Bovendien een mooi woord om stap 3 mee te besluiten.

хорошо

 

 

 

 

 

Rebel Without An Opinion

In de nasleep van het hele Catalonië-gedoe kreeg ik van een vriend deze geweldige link doorgestuurd. Ik dacht daarbij: he, daar heb ik eens iets over geschreven. Maar toen bleek dat ik die post nadien verwijderd had, ik weet zelf niet meer waarom (nog wat te onzeker over het delen van mijn mening, vermoed ik, ook al ging het over het niet hebben van een mening. Jaja.) Dus ga ik die post er toch terug opzetten, want ik heb het gevoel dat ik er in de loop van de jaren nog wel eens een paar keer naar ga verwijzen. Dus sorry voor wie… – nee, we gaan ons niet verontschuldigen… Dus extra consolidatie voor wie het al gelezen had.

Als ik weer eens in België kom, koop ik meestal een krant of twee, puur uit deprivatie. Maar tijdens het lezen begin ik meestal mijn aankopen al te beklagen, want binnen de kortste keren begin ik me groen te ergeren aan de als grote waarheden verkochte meningen van bepaalde geïnterviewden. BV´s en bladvulling. U kent dat wel.

Versta mij niet verkeerd: ik lees graag interessante meningen van mensen die weten waarover ze spreken. Maar o, wat wordt er veel onzin verteld. En met een overtuiging waar geen genuanceerd denkend individu zich ooit van zou durven bedienen. Hetzelfde gebeurt trouwens op tv: zet iemand voor een camera, schuif een microfoon onder zijn neus, en deze mens zal bereid zijn u een mening te geven over eender welk onderwerp.

Welnu, ik zal u allen eerlijk toegeven: ik heb geen mening over alles. Erger nog: hoe ouder ik word en hoe meer ik meemaak, hoe meer ik mijn oude meningen moet herzien. Sommige meningen heb ik aangepast, maar anderen heb ik integraal bij het huisvuil gezet en er zijn er geen voor in de plaats gekomen.

En hier is het revolutionaire idee: dat is niet erg. Wij moeten niet over alles een mening hebben. Daar is de wereld te ingewikkeld voor geworden, en daar is Het Leven altijd al te ingewikkeld voor geweest. Wat telt zijn die paar meningen die we wel hebben, gestoeld op levenservaring en studie, en afgetoetst aan de ideeën van anderen. Meningen die we honderden keren herzien en opgepoetst hebben en waar we met onze ganse overtuiging durven achterstaan. Omdat we weten dat het een mening is die een positief verschil kan maken in de wereld.

Dit is dus één van mijn meningen: dat een mens mag zeggen “Daar heb ik nu eens geen mening over, want daar weet ik niet genoeg van”, en dat dat geen teken is van onwetendheid, domheid of zwakte, maar juist van zelfkennis en zelfvertrouwen.

(En tijdens het herlezen dacht ik: misschien moet ik een categorie maken met “Uitspraken van de Brilsmurfin”. Haha. Zou dat een goeie titel zijn?)

 

 

 

 

Catalunya

Ik wil deze blog zo weinig mogelijk voor politiek gebruiken, maar als het dicht bij huis gebeurt, dan begrijp ik wel dat er van mij verwacht wordt dat ik daar een woordje over zeg. Dus heb ik gedaan wat ik uit zelfbescherming al een hele tijd niet meer gedaan heb, namelijk: een krant gaan kopen, nieuwswebsites bezocht, en met vrienden (waaronder een politiek journalist) over politiek gepraat.

En dit is mijn conclusie.

Enerzijds is er de Catalaanse regering die zijn burgers opjut om voor onafhankelijkheid te kiezen zonder duidelijk te communiceren over de mogelijke gevolgen daarvan. Het referendum dat werd gehouden was illegaal. Je kan je de vraag stellen in hoeverre je een regering kan vertrouwen wanneer die er geen graten in ziet een illegaal referendum op poten te zetten, en de resultaten daarvan als valide beschouwt, ook al is het zo klaar als een klontje dat de resultaten niet correct zijn. (Verschillende stembussen werden immers geconfisqueerd door de politie, en er kon naar hartelust gesjoemeld worden met zelfgedrukte stembrieven.) Een regering die vindt dat ze op basis daarvan conclusies mag trekken die een zeer grote impact zullen hebben op de toekomst van haar burgers, is geen regering die ik aan het roer wil zien staan.

Anderzijds is er de Spaanse regering die de Grote Baas speelt en haar eigen burgers hardhandig verbiedt een stem uit te brengen die ze duidelijk willen uitbrengen. Alstublieft zeg, dit is Europa. Als we hier nog steeds de politieknuppels moeten vrezen, dan is er voor de rest van de wereld helemaal geen hoop meer. Een regering die vindt dat ze daarmee weg kan komen, daar heb ik ook niet het minste vertrouwen in.

Wat Spanje en Catalonië nodig hebben, zijn politici die de machtsspelletjes aan de kant schuiven en openstaan voor dialoog. Als er zoveel Catalanen zijn die zich niet okee voelen onder de Spaanse vlag, dan moet er naar die mensen geluisterd worden. Dan moet er goed nagedacht worden over wat de mogelijkheden zijn. Onafhankelijkheid is een van de opties, maar een zeer radicale. Er moet dus zeer goed nagedacht en gecommuniceerd worden over de mogelijke gevolgen (bijvoorbeeld op economisch gebied). Het wordt allemaal zo snel en met gruwelijk gemak gereduceerd tot zwaaien met een vlag en kiezen tussen vlag 1 en vlag 2, terwijl de werkelijkheid duizend keer gecompliceerder is.

En na een gefundeerd informeren en een respectvolle dialoog kan er dan een legaal referendum opgezet worden. Zodat de burgers kunnen laten weten wat ze willen. Want uiteindelijk is het hun land, en gaat het om hun toekomst.

 

PS: Voel u vrij deze pagina te delen op facebook enzo, moest ge dat willen. Ook al zit ik niet op facebook, ik zit daar niet mee in.