10 vragen

Ik vond deze vragenlijst bij Samaja, en ze zei dat wie het wil hem kan overnemen. En omdat ik het zelf zo leuk vond haar antwoorden te lezen, ga ik het zelf ook een keertje doen.

 

1.Wat is jouw meest favoriete dag van de week?

Vrijdag. Altijd al geweest. Tijdens het laatste jaar middelbaar hadden we toen in de namiddag Latijn, fysica en weer Latijn, en dat waren zo´n rustige uurtjes. Daarna schaakclub en dat was ook altijd leuk (“I´m a nerd and I´m proud”). Tegenwoordig is vrijdag moeder-dochterdag. Dan gaan we na school met z´n tweetjes iets zoets eten in een panadería, voor de muziekschool begint. Heel gezellig.

 

2. Waar verheug jij je het meest op voor 2018?

In juni gaan we een (korte) musical brengen met de jazzband. Disneyliedjes in jazz,- en reggaeversie. De tekst voor het verhaaltje tussen de liedjes heb ik zelf geschreven en ik ben nu de meisjes aan het coachen die gaan acteren. ´t Is echt superleuk, maar wel zéér spannend, want we hebben zoiets nog nooit gedaan, dus ik hoop maar dat het gaat lukken… Maar als het allemaal goed verloopt, gaat het echt de max zijn.

 

3. Maak je iedere avond je eten vers of gebruik je kant-en-klaar of pakjes makkelijk?

Vooral vers (kip of vis + verse groenten + aardappelen of rijst of pasta), maar soms trek ik ook een blik open (vleesballetjes of bonen of kikkererwten) waar ik dan wat rijst of aardappelen bijgooi. Ik heb ook altijd een zak doperwtjes in de vriezer. Heel handig en die zijn echt lekker.

 

4. Hoe sta jij over het algemeen in het leven?

“Optimism is a moral duty”.

 

5. Wat is de beste beslissing die je ooit genomen hebt?

Na de derde kandidatuur te stoppen met diergeneeskunde.

 

6. Ben je materialistisch ingesteld?

Ik hou wel van spullen die goed gemaakt zijn, lang meegaan en door het gebruik een ziel krijgen. Of spullen die ik van anderen kado gekregen heb. Daar ben ik wel aan gehecht. Maar spullen kopen voor het uiterlijk vertoon, om je status op te krikken, dat kan ik niet. Daar mis ik een paar genen voor, denk ik.

 

7. Waar kan je over dagdromen?

Signeren op de boekenbeurs! En dat daar dan alle mensen passeren die ik de afgelopen tien jaar niet of amper heb kunnen zien, zonder dat ik zelf het hele land moet rondreizen. Zalig.

 

8. Wat is je favoriete TV programma?

Het allermeest heb ik genoten van “How I met your mother”. Dat zat zo goed in elkaar, er werd zo bangelijk geacteerd, en het liep ook helemaal gelijk met ons eigen leven toen (denk dat we zelfs op ongeveer hetzelfde moment een baby kregen als Lilly en Marshall in de serie).

 

9. Ben je een mensen-mens?

Samaja schreef: “Bij momenten ;-). Ik ben graag onder de mensen, sla graag een babbeltje en mis sociaal contact als het op dat vlak kalm is. Maar ik heb ook soms nood aan rust en stilte, zonder gedoe en gezaag om me heen. Het hangt er dus wel vanaf welk soort mensen.” En ik kan het eigenlijk niet beter zeggen.

 

10. Sta jij altijd voor iedereen klaar in nood?

Ja, over het algemeen wel, denk ik. Al heb ik wel mijn beperkingen, en dat heb ik de laatste tijd ook beter leren onderkennen en communiceren. Ik ga geen mensen meer uit de nood helpen als ik mezelf daarmee in nood breng. En er zijn ook mensen van wie ik bewust emotioneel afstand genomen heb omdat de relatie me meer kwaad dan goed deed. Maar als er iemand in nood is en ik kan hen helpen zonder zelf schade te ondervinden, dan doe ik dat. Met alle plezier.

 

 

Advertentie

Stap 4,5: Voorbereiding van de testrit

Ondertussen wordt er nog steeds aan Plan A gewerkt, langzaam maar zeker.

Een vriendin raadde me het boek Playing Big van Tara Mohr aan (*), en dat staat vol goede ideeën. Was echt een geweldige tip. Wat ik in mijn hoofd had als “testrit” noemt zij een “leap”. Het is een actie, tamelijk eenvoudig van opzet, die je in direct contact brengt met je doelpubliek.

Concreet betekent dat voor mij: een info-avond organiseren voor ouders om hen een aantal ideeën bij te brengen over hoe ze ervoor kunnen zorgen dat hun kinderen makkelijker een vreemde taal leren.

Tijdens het lezen van het boek, besefte ik dat ik die testrit best wat vroeger in het proces plan, omdat de feedback van de ouders erg waardevol kan zijn. Welke ideeën slaan aan, welke niet? Welke vragen hebben ze? Dat soort zaken.

Ik wou die info-avond graag in de bibliotheek houden, maar daar zijn werken aan de gang. Prima eigenlijk: wanneer alles af is, kan ik meteen in een splinternieuw interieur mijn praatje houden. Ondertussen contacteerde ik de schepen van cultuur. Haar antwoord liet een tijdje op zich wachten, maar uiteindelijk hadden we een korte vergadering, samen met de bibliothecaris. Ze toonden zich beiden zeer enthousiast. De schepen zei wel dat ik best ook contact opnam met de voorzitster van de oudervereniging. “Buscar aliados,” noemde ze dat. Bondgenoten zoeken. Want dat ik toch een beetje moest oppassen niemand voor de borst te stoten, en niemand onder zijn duiven te schieten.

Met die mevrouw van de oudervereniging heb ik dan onlangs contact opgenomen. Ook zij ziet het project zitten, en zal me binnenkort (**) laten weten wanneer ze kan afspreken.

Volgende maand is de bibliotheek klaar.

En daarmee ligt er een tripje buiten de Comfort Zone in het verschiet.

 

(*) Deze blog wordt niet gesponsord. Goede boeken aanraden doe ik even graag voor niets.

(**) in Spanje kan dat zijn: morgen, volgende week, over twee maanden, etc.

 

 

Maart: Lady Bird (Greta Gerwig)

(Over het waarom van deze reeks, zie: Een jaar vol vrouwen)

Een van mijn Plannen (Plan H denk ik) is het schrijven van de Grote Roman. Deze speelt zich af in Merksem (Antwerpen) in het jaar 1998, en gaat over een meisje in haar laatste jaar middelbaar. Het is niet autobiografisch, al was ik in 1998 weldegelijk een laatstejaars in een middelbare school in Merksem.

Met die informatie in het achterhoofd is het niet moelijk te begrijpen dat ik meteen mee was met Lady Bird. De film volgt een meisje tijdens haar senior year aan een katholieke high school in Sacramento, California, in 2002. Ik weet het, Merksem is geen Sacramento, maar ik had het gevoel dat de tijdsprong die ik voor de film moest maken, er een was waarop ik al veel had geoefend.

Greta Gerwig, de schrijfster en regisseur van de film, is bovendien exact drie jaar jonger dan ik en dus een generatiegenote. Kijk, dat vind ik dus su-per-cool. Die doet gewoon haar ding, en haalt daarmee fluitend een paar Oscar-nominaties binnen.

En helemaal overstag ging ik toen ik de brief las die Gerwig aan Justin Timberlake geschreven had, waarin ze hem vroeg of ze een van zijn songs in haar film mocht gebruiken:

“Dear Mister Timberlake,

I mean, what can I say? You´re Justin Timberlake. You were the soundtrack to my adolescence. Your rise corresponded exactly with my very awkward puberty. Between *NSYNC and your solo work every year of my growing up was defined by your sound. I pretty much wouldn´t be an adult without you. (…) I know I am not the first lady to completely geek out over you and your music, and I know I won´t be the last. But I can say with certainlty that no one would be happier, more honored, or more psyched to have your song in my film. How I wish I could tell the girl in headgear that she´d be getting this moment as an adult.”

Daarmee moest ik meteen denken aan een vriendin van mij, die in de periode waarin de film zich afspeelt, een interimjob had als wardrobe assistant in Flanders Expo. Ze heeft toen Justin Timberlake in levende lijve gezien. Meer nog, ze heeft daar een (zij het zeer beperkt) gesprek met hem gehad. (*) Toen ze ons daarover vertelde, voelde het alsof ze ons tot aan de poort van het sterrendom had gebracht. Justin and me. One degree of separation.

Moet het nog gezegd, wat ik van Lady Bird vind, behalve dat ik helemaal mee was? Okee: het is een mooie film. Kwetsbaar, echt, warm, eenvoudig. En een klein beetje rebels. Helemaal zoals de meisjes van zeventien die wij ooit waren.

(*) “Excuse me…” – “Oh, it´s okay.” (Vriendin moest passeren en Justin zat in de weg.)

 

 

 

 

Een jaar vol vrouwen.

Terwijl het land hier gisteren met recht en reden half op zijn gat lag (Día Internacional de la Mujer), zat de dees zich af te vragen hoe ze een nuttige bijdrage kon leveren.

En ik dacht: film. Iets met film.

Want de verhalen die we aan elkaar doorgeven zijn niet onschuldig. Ze bepalen mee hoe we ons ten opzichte van onszelf en elkaar gedragen. Daarom is het nodig dat we stilstaan bij wat er in die verhalen verteld wordt, hoe ze verteld worden, en wie ze vertelt.

Sinds ik gelezen heb over de Bechdel-test, kan ik niet meer onbevooroordeeld naar films en series kijken. Die test kan je doen voor eender welke film, en is heel simpel. Stel volgende vragen:

  1. Zijn er minstens twee vrouwelijke personages in de film en hebben ze een naam?
  2. Praten deze vrouwelijke personages met elkaar (langer dan een minuuut in totaal)?
  3. Praten ze over iets anders dan een man?

Een film slaagt voor deze test als er op alle drie de vragen “ja” geantwoord kan worden. Het is verbazend hoeveel films deze test niet doorstaan.

Een van de oplossingen is: meer vrouwelijke regisseurs. (*)

Maar die komen zelden aan de bak bij de grote spelers, en ze vallen al helemaal niet in de prijzen. En dat is niet omdat er geen goede vrouwelijke regisseurs voorhanden zijn, maar voornamelijk omdat zowel mannelijke als vrouwelijke leidinggevenden in de filmindustrie bij het woord “regisseur” spontaan aan een man denken (**).

Daarom wil ik elke maand minstens één film bekijken van een vrouwelijke regisseur, en daarover op deze blog berichten, twaalf maanden lang. Leest en kijkt u lekker mee. Suggesties zijn overigens welkom. (Ik zet mij alvast schrap voor opmerkingen over de titel van deze post.)

En voor wie zin heeft in nog een paar tedtalks over dit thema:

 

(*) “...the female directors are associated with, in terms of short films and indie films, more girls and women on-screen, more stories with women in the center, more stories with women 40 years of age or older on-screen” (Stacy Smith)

(*) Turns out, both male and female executives, when they think director, they think male. They perceive the traits of leadership to be masculine in nature. So when they’re going to hire a director to command a crew, lead a ship, be a visionary or be General Patton, all the things that we’ve heard — their thoughts and ideations pull male. The perception of director or a leader is inconsistent with the perception of a woman. The roles are incongruous, which is consistent with a lot of research in the psychological arena.” Stacy Smith

 

 

 

Plan C: Nalezers gevraagd

(Wat plan C was, vind je hier.)

Heb ik toch eindelijk die eerste versie afgekregen!

Mijn eigen evalutie van dit schrijfsel is gegaan van “Oh, wat een goed idee en wat een geweldig materiaal” over “Mja, we zullen zien wat ermee te doen valt” tot “Dit trekt echt op niets, daar ga je de mensen toch niet mee lastig vallen”. Wat naar het schijnt de normale gang van zaken is in veel creatieve processen.

Hoe dan ook, ik ga nu mijn ogen sluiten voor mijn eigen oordeel, en gewoon flink zijn en de volgende stap nemen, namelijk: de tekst laten nalezen door derden.

Wie zich daartoe geroepen voelt, gelieve eerst dit te lezen:

1.Doe het alleen als je én tijd én goesting (*) hebt. Als je het vooral zou doen om mij te helpen, heb ik liever dat je het niet doet. Want ik weet dat het veel werk is, en dat de meesten onder jullie al een behoorlijke dagtaak hebben, en ik kan me voorstellen dat voor sommigen onder jullie het thema misschien niet zo interessant is. Ik weet dat het hier vol lieve mensen zit die me allemaal graag zouden willen helpen, maar ik neem het echt niemand kwalijk van hier niet op te reageren.

2.Doe het alleen als je het ziet zitten 51 A4-pagina´s te lezen voor eind maart.

3.Doe het alleen als je er tegen kan dat de kans bestaat dat er niets gebeurt met je commentaar. Dat wil zeggen: ik ga alle commentaren lezen en overwegen, maar nadien beslis ik of ik op basis daarvan de tekst verander of niet. Het kan zijn van wel, maar het kan dus evengoed zijn van niet. In geval van dat laatste hoop ik dat de nalezer dat niet persoonlijk opvat.

4.Het maakt niet uit op welk niveau je commentaar geeft. Ik weet dat er mensen zullen zijn die er alle spellingsfouten kunnen uithalen, en ik weet dat er mensen zijn die liever de hele tekst integraal doorlezen om er nadien enkel een algemene commentaar over te schrijven. Beiden zijn voor mij okee. Alle commentaren zijn waardevol.

Wie het nog steeds ziet zitten dat verhaaltje door te nemen, mag mij mailen:

kathleenverbiest@hotmail.com

Alvast heel erg bedankt, en ik hou jullie sowieso op de hoogte.

 

 

(*) Ik schrijf “goesting” in plaats van “zin” omdat ik dat eerste een schitterend woord vind.

Over gemene opmerkingen op blogs

Stel je voor: een vrouw met twee kinderen en een drukke baan. Bovendien is ze zwanger van een tweeling. Ze loopt de hele dag te puffen met haar zware buik en ´s nachts kan ze amper slapen. Wanneer ze ´s avonds van haar werk komt, geraakt ze soms zelfs niet uit de auto omdat haar beenderen zoveel pijn doen en ze zo ontzettend moe is.

Stel je voor: iemand komt deze vrouw tegen. De zwangere vrouw vertelt aan deze persoon hoe zwaar het voor haar is, de laatste tijd. Dat ze haar werk heeft afgebeld die dag omdat een van haar zoontjes ziek was en ze de hele dag met hem thuis heeft gezeten, en desondanks weinig werk heeft kunnen verzetten.

En stel je nu even voor dat deze persoon reageert met: nou, wat laks van jou. Jij kan wel een schop onder je kont gebruiken.

En dan komt er een andere persoon langs en die zegt, tegen die zwangere vrouw: ja, zeg, je kan niet alles willen, hé. Ik heb ook keuzes moeten maken, hoor.

Dit gesprek is niet fictief. Het is echt gebeurd. En wel hier.

En waarom is dit gebeurd?

1.Omdat er nu eenmaal mensen zijn die weinig tact en inlevingsvermogen hebben.

2.Omdat er mensen zijn die zelf veel last ondervinden van het leven, maar daarover niet klagen omdat ze geleerd hebben dat het zo moet, en er niet tegen kunnen wanneer anderen zeggen wat ze eigenlijk zelf voelen. Wat ons stoort in anderen, is meestal wat we niet kunnen verdragen van onszelf.

3.Omdat deze mensen in een virtuele omgeving niet de impact van hun reacties zien.

Ik moest hierbij denken aan een experiment met jonge straatcriminelen van vele jaren terug, waarbij tasjesdieven in contact werden gebracht met hun slachtoffers. Zo konden de slachtoffers vertellen wat het voor hen betekend had. En daarmee gingen de ogen van de boefjes open. Want mensen die anderen kwetsen,  beseffen niet wat ze bij de ander aanrichten. Ze denken steeds dat ze totaal in hun recht zijn, en dat ze het bij het rechte eind hebben.

Maar in een virtuele omgeving ZIE je de ander niet. Je ziet niet de pijn op hun gezicht, de wallen onder hun ogen, de tranen in die ogen.

Iemand raadde de Prinses aan de reacties weg te halen. Persoonlijk denk ik dat het goed is ze te laten staan en erop te reageren. Meer nog, ik vind dat we er ALLEMAAL op moeten reageren. En ik denk zelfs: met hoe meer empathie en mildheid we erop reageren, hoe beter. Sla ze om hun oren met tact en inlevingsvermogen. Misschien dat ze op die manier leren wat het is. Want iemand die anderen kwetst, is meestal iemand die net zelf veel liefde en begrip nodig heeft.

En daar worden we dan op termijn allemaal beter van. Hopelijk.