We hebben dit weekend Pasen gevierd in het dorp van mijn schoonouders. Dat was heel erg fijn, maar één voorval deed voor mij de feestvreugde even haperen.
Er kwamen een paar kennissen langs, waaronder een vrouw die ik al vaker gezien had en die altijd sympathiek was overgekomen. We stonden in een groep te praten toen ze me vroeg: “En wanneer komt het tweede kind? Zou je niet eens voor een broertje of zusje voor je dochter zorgen?”
Nu, met die opmerking op zich kan ik wel leven. Als volwassenen onder elkaar kan je rustig uitleggen waarom je ervoor gekozen hebt een hond te adopteren in plaats van voor een tweede kind te gaan.
Maar toen draaide ze zich naar mijn dochter, die een beetje verderop zat te tekenen, en riep: “Hé, wil jij geen broertje of zusje? Zeg eens aan je mama dat ze jou een broertje of zusje moet geven!” Ik wist niet wat ik hoorde. Mijn dochter riep terug: “Nee, ik wil geen broertje of zusje.” De vrouw keerde zich toen weer naar het gezelschap en zei: “Nou, hoe hebben ze haar zo ver gekregen dat ze zoiets antwoordt? Elk kind wil toch een broertje of zusje?” En of dat allemaal nog niet voldoende was, herhaalde ze de hele act nog een keer: ze raadde me aan om toch maar zo snel mogelijk voor een tweede kind te zorgen (mijn kinderloze schoonbroers die naast me stonden liet ze ongemoeid) en riep weer naar mijn dochter dat ze bij haar moeder om een broer of zus moest bedelen, alsof dat de job van een eerstgeborene is.
Ik wist echt niet wat ik moest zeggen. Ik heb me omgedraaid en ben weggelopen.
Het is voor sommige mensen zeer moeilijk om aan te nemen dat anderen niet dezelfde levenskeuzes maken. Ik vermoed trouwens dat we allemaal wel eens in die val trappen. Want zo wordt het ons in onze sociale omgeving en in onze cultuur voorgeschoteld: je wordt verliefd, je trouwt en je krijgt kinderen (twee).
Wie alleen is, wordt aangemaand een partner te zoeken.
Wie samenwoont, wordt aangemaand te trouwen.
Wie getrouwd is, wordt aangemaand een kind te krijgen.
Wie een kind heeft, wordt aangemaand een tweede te krijgen.
Er zijn al mensen die me gezegd hebben: “Heb je maar één kind? Wat zielig voor je dochter!”. Terwijl mijn dochter naast ons stond en ons kon horen. Of ze zeggen: “Wat eenzaam, zo´n enig kind!” Dan zeg ik: er zijn 7 miljard mensen op de wereld. Zo eenzaam zal ze vast niet zijn.
De hele uitleg waarom we geen tweede kind willen, geef ik niet meer. Er zijn zeer veel redenen, en sommige wegen erg zwaar door. Wie de verhalen kent, begrijpt het. Wie ze niet kent, moet er maar vanuit gaan dat mijn man en ik twee volwassenen zijn die in staat zijn hun eigen beslissingen te nemen.
Je hoeft niet iemands verhaal te kennen om respect op te brengen voor hun keuzes.
Voor alle duidelijkheid wil ik er wel bij zeggen dat er volgens mij niets mis is met vragen. Ik vraag ook aan singles of ze gaan trouwen. Ik vraag aan getrouwde stellen of ze kinderen willen, en ik vraag aan ouders met één kind of ze een tweede willen. En aan ouders met twee kinderen of ze een derde willen. Maar ik denk echt dat ik het gewoon vraag uit interesse, en niet omdat ik vind dat ze de volgende stap zouden moeten nemen.
Want ik weet dat het niet fijn is wanneer iemand je het gevoel geeft dat je niet voldoet. Hoe hard ik soms ook sta te roepen dat de verwachtingen van anderen me niet meer deren: als er iets gebeurt zoals dat voorval dit weekend, dan word ik toch weer uit het lood geslagen. Het komt nog altijd aan.
En dat is logisch, want wij zijn groepsdieren. Natuurlijk trekken wij ons iets aan van wat anderen van ons denken. Zeker wanneer ze ons wijzen op onze zwakke plekken. Wanneer ze net die beslissingen in vraag stellen waarmee we het meeste moeite hebben gehad.
Maar sterk zijn betekent niet dat je geen zwakke plekken hebt. Het betekent dat je weet en aanvaardt wat je zwakke plekken zijn.
En nu ga ik stoppen voordat ik teveel als Paulo Coelho begin te klinken.