Of ik een perfectionist ben, vroeg een vriendin me onlangs.
Interessante vraag; ik kon er niet meteen een antwoord op geven.
Enerzijds kan ik heel lang aan details blijven slijpen voor ik iets goed genoeg vind en heb ik vaak een duidelijk beeld van hoe iets in zijn ideale staat zou zijn. Maar tezelfdertijd ben ik, waar het andere zaken betreft, enorm slordig en nonchalant. Dus hoe perfectionistisch ben ik dan?
Omdat mezelf onder de loep nemen niet tot een bevredigend antwoord leidde, besloot ik me te focussen op de vraag. Wat is dat precies, dat concept “perfectionisme”?
Ik denk dat het een paar jaar geleden in zwang kwam -plots moesten we ons allemaal beginnen afvragen of ons streven naar perfectie niet pathologisch was. En vaak is dat ook zo: we proberen alles tot in de puntjes af te werken uit angst voor afwijzing. We zijn opgegroeid in een maatschappij die ons van jongsaf aan heeft wijsgemaakt dat perfectie bestaat. Want, heel eenvoudig: perfectie is een 10 op 10.
Oh, de schade die dat getal in jonge breinen heeft aangericht.
Als kind heb je al meteen door dat als je een 10 haalt, je je nergens meer zorgen over moet maken. En ook al zeggen je ouders dat een 8 of een 9 goed genoeg is, uit het systeem der puntentelling valt duidelijk af te leiden dat elke score onder de 10 betekent dat je steken hebt laten vallen. Zelfs een 9,8 is geen 10. Dat zijn 0,2 gevallen steekjes. Je bent misschien wel goed genoeg, maar het kan altijd nog beter. Dat is de boodschap die de blinkende 10 je vanuit de hoogte toeroept.
Op dat soort tirannie kan je op drie manieren reageren.
- Je trekt je er geen bal van aan (gezegend zijn zij die dat kunnen).
- Je geeft bij voorbaat de strijd op en wordt een underachiever (falen uit vrije keuze is immers minder pijnlijk dan falen omdat je geprobeerd hebt, maar niet goed genoeg bent).
- Je probeert je hele leven die 10 te halen om te bewijzen dat je wel goed genoeg bent (en recht hebt op liefde en aanvaarding).
Dus dat is perfectionisme gedreven door angst.
Maar behalve angst is er nog een andere sterke motivator in het leven, en dat is de liefde. En daar houdt die hele “perfectionism is fear in a furcoat“-theorie geen rekening mee.
Er is de liefde voor je werk. De liefde voor kwaliteit. De diepe, eervolle overtuiging: “If a job is worth doing, it´s worth doing well“. Niet iedereen die overuren maakt om het juiste lettertype voor een Powerpoint-presentatie te kiezen is een pathologische perfectionist. Soms is het gewoon fijn om extra zorg te besteden aan ons werk, om ons te concentreren en iets moois af te werken. Het juiste woord op de juiste plaats te zetten. De juiste kleurencombinatie te kiezen. Extra opzoekwerk te verrichten voor een klant / patiënt / vriend / buur / medemens. Het geeft voldoening. We ordenen de boeken in onze boekenkast, zetten een stap achteruit en knikken voldaan.
It is the love for a job well done.
En in de liefde bestaan er geen 10´en. Als je ergens echt van houdt, neem je de imperfecties erbij. Je denkt niet: “ik ga dit perfect doen”. Je denkt: “ik ga dit doen zo goed als ik kan.” Omdat je ervan houdt. En dan is het makkelijker om de kritiek van anderen erbij te nemen, want je hebt het in eerste instantie niet voor externe bevestiging gedaan (hoewel dat altijd leuk is), maar voor jezelf, en ter meerdere eer en glorie van Het Werk.
Dus de vraag is, zoals altijd: handel je uit angst of uit liefde?
En mijn antwoord op de vraag waarmee deze post begon, is: ja, ik ben een perfectionist. Een liefdevolle perfectionist. Voor al het werk dat mijn ziel beroert.