Zoals beloofd sleepte ik vandaag mijn bruidsjurk uit de kast.
Dochterlief had zich op dat moment al behangen met mijn trouwjuwelen (gekocht op de Gentse Korenlei) en haar instructies waren duidelijk: eerst moest mama de jurk aan en daarna was het haar beurt.
Het toeval wil dat het net tien jaar geleden is dat Alfonso en ik getrouwd zijn: op 19 maart 2010 voor de wet in het gemeentehuis van Kapellen, en drie weken later, op 9 april, voor de kerk in Valencia. Mijn trouwjurk heb ik alleen gedragen voor het kerkelijk huwelijk, want die hele uitzet mee op het vliegtuig nemen was teveel gedoe.
Mijn dochter kon er niet vanover dat je zoveel geld uitgeeft voor een jurk die je maar één keer in je leven draagt. Want zodra ik me in mijn bruidsjurk had gemurwd en aan de rits begon te sjorren, werd het al snel duidelijk dat een tweede keer -om wat voor reden dan ook- er niet meer in zat.
Maar natuurlijk koop je zo´n jurk niet om hem meer dan één keer aan te doen. Je koopt hem om een echte prinsessenjurk in je kast te hebben hangen. Je koopt hem om af en toe de stof nog eens tussen je vingers te laten glijden, want aan dat gevoel zijn zovele andere sensaties verbonden: de smaak van het hoofdgerecht op het avondfeest (gebraden eend), de spanning van de rit naar de kerk, het wiegen van de openingsdans. Zo´n jurk houdt dat allemaal bij.
Je koopt die jurk om er nadien niet meer in te passen. Om de gevolgen van zwangerschap en borstvoeding daar samen voor de spiegel in je slaapkamer te zien staan: de jurk waar jij bent uitgegroeid, in dikke plooien gedrapeerd om het lijfje van je dochter, die flink op weg is om erin te groeien.
(Wat betreft dat zwaard op de foto hierboven: een jaar later moest ik van de guardia civil met de wagen aan de kant gaan staan voor een routine-controle, en had ik bijna een boete aan mijn been toen ze dat zwaard in de koffer vonden. “Da´s een wapen, he madammeke!” Ik ben toen beginnen proesten, want ik vond dat eigenlijk heel grappig, maar de guardia civil kennelijk niet.)