Corona Chronicles: day 19

Zoals beloofd sleepte ik vandaag mijn bruidsjurk uit de kast.

Dochterlief had zich op dat moment al behangen met mijn trouwjuwelen (gekocht op de Gentse Korenlei) en haar instructies waren duidelijk: eerst moest mama de jurk aan en daarna was het haar beurt.

Het toeval wil dat het net tien jaar geleden is dat Alfonso en ik getrouwd zijn: op 19 maart 2010 voor de wet in het gemeentehuis van Kapellen, en drie weken later, op 9 april, voor de kerk in Valencia. Mijn trouwjurk heb ik alleen gedragen voor het kerkelijk huwelijk, want die hele uitzet mee op het vliegtuig nemen was teveel gedoe.

Mijn dochter kon er niet vanover dat je zoveel geld uitgeeft voor een jurk die je maar één keer in je leven draagt. Want zodra ik me in mijn bruidsjurk had gemurwd en aan de rits begon te sjorren, werd het al snel duidelijk dat een tweede keer -om wat voor reden dan ook- er niet meer in zat.

Maar natuurlijk koop je zo´n jurk niet om hem meer dan één keer aan te doen. Je koopt hem om een echte prinsessenjurk in je kast te hebben hangen. Je koopt hem om af en toe de stof nog eens tussen je vingers te laten glijden, want aan dat gevoel zijn zovele andere sensaties verbonden: de smaak van het hoofdgerecht op het avondfeest (gebraden eend), de spanning van de rit naar de kerk, het wiegen van de openingsdans. Zo´n jurk houdt dat allemaal bij. 

Je koopt die jurk om er nadien niet meer in te passen. Om de gevolgen van zwangerschap en borstvoeding daar samen voor de spiegel in je slaapkamer te zien staan: de jurk waar jij bent uitgegroeid, in dikke plooien gedrapeerd om het lijfje van je dochter, die flink op weg is om erin te groeien.

 

taart aansnijden

 

 

(Wat betreft dat zwaard op de foto hierboven: een jaar later moest ik van de guardia civil met de wagen aan de kant gaan staan voor een routine-controle, en had ik bijna een boete aan mijn been toen ze dat zwaard in de koffer vonden. “Da´s een wapen, he madammeke!” Ik ben toen beginnen proesten, want ik vond dat eigenlijk heel grappig, maar de guardia civil kennelijk niet.)

 

 

 

Advertentie

Corona Chronicles: day 18

Goed nieuws: de keelpijn is ondertussen grotendeels voorbij, hoofd,- en spierpijn verdwenen, de snotstroom bijna opgedroogd. Was dit nu een gewone verkoudheid die ons de stuipen op het lijf heeft gejaagd, of was het de zogenaamde corona-light? Was die druk op de borstkas reëel of ingebeeld, pathologisch of psychosomatisch? Geen idee. En erover peinzen heeft geen zin, dus we laten het varen.

Hoe dan ook, het huisarrest en de onzekerheid wogen vandaag zwaarder dan anders. En toen nodigde een vriendin me uit voor een groepsgesprek: van 8 tot 9 uur ´s avonds, met een vijftal andere (voor mij onbekende) dames.

Voorbereidingen werden getroffen: ik diepte uit mijn kleerkast een doos kleren op die ik bewaar voor wanneer dochter groot genoeg zal zijn om erin te passen. Ik toonde mijn dochter deze doos en zei: veel plezier ermee. Ik stelde dochterlief de ouderlijke slaapkamer met de manshoge spiegel op de kleerkast ter beschikking. Ik sloot mezelf op in de logeerkamer. Toen was het acht uur en begon het gesprek. Slechts één keer werd ik onderbroken toen mijn dochter veiligheidsspelden kwam zoeken.

Toen ik na zestig minuten praten en luisteren weer uit de logeerkamer tevoorschijn kwam, waren mijn batterijen opgeladen. De kleren gingen weer in de doos, we aten hamburgers en lachten, ik las voor uit Otje, het licht ging uit.

“Zullen we morgen je trouwjurk bovenhalen?” stelde dochter voor.

Dat gaan we doen.

 

 

 

Corona Chronicles: day 17

Ondertussen hebben we er hier op tweeënhalve week alle zes seizoenen van Third Rock From The Sun doorgedraaid. Voor wie die serie niet kent: dat is een Amerikaanse sitcom die op tv te zien was van 1996 tot 2001.

De premisse alleen al vind ik briljant: vier buitenaardse wezens worden op missie naar de aarde gestuurd om daar het leven op onze planeet te onderzoeken. Aangezien zij in hun natuurlijke staat een soort seksloze paarse blubber zijn, is de overstap naar hun menselijke vorm een bron van zéér veel boeiende ontdekkingen en hilarische misverstanden. Bovendien houdt hun onschuldige kijk op de menselijke samenleving ons vaak een spiegel voor.

3rd Rock from the Sun | TV fanart | fanart.tv

Als ode aan deze reeks, die ons door de eerste weken van de lockdown heeft geloodst, wil ik graag afsluiten met een paar citaten:

*“That´s the wonderful thing about physics: nobody understands it!”

*”What´s the point of having a democracy if everybody´s going to vote wrong?

*”Women! You can´t live with them, and yet, they´re everywhere.

*(opera op de radio) Harry: “Dick, remember how I said I wanted to learn to sing? I´ve changed my mind.”

*Dick: “Women always act so adult, but just like that, they´ll sink all the way down to your level.”

*(Dick opent de vestiaire, waar Harry in een dwangbuis aan de kapstok hangt.) Harry: “How am I supposed to learn if you keep letting me out?”

En dan die ene uitroep van Dick, die ik me na al die jaren nog steeds herinnerde omdat ik er nog vaak aan heb teruggedacht, telkens wanneer het ging over leugens versus de waarheid:

*”You want the truth? You want the truth? Well, I CAN´T HANDLE THE TRUTH!

 

 

 

 

 

 

Corona Chronicles: day 16

Vanmorgen werd ik wakker met een gezwollen, pijnlijke keel. ´s Namiddags voelde ik een grieperig soort pijn opkomen in mijn hoofd en ogen. Tegen een uur of vijf dreef een vermoeidheid in lijf en leden me naar bed.

“Is het dit nou?” dacht ik.

Maar een paar uur later was het weer voorbij, en voelde ik me fit genoeg om de hond uit te laten, met een zere keel en een snotneus weliswaar.

Je hoort wel eens zeggen dat deze crisis een ideaal moment is voor introspectie, waarin we onszelf beter kunnen leren kennen.

Ik heb vooral de hypochonder in mezelf leren kennen.

Als ze morgen zeggen dat intense jeuk één van de symptomen van het coronavirus is, dan ga ik het overal voelen kriebelen, daar ben ik zeker van.

 

 

 

Corona Chronicles: day 15

De groentenwinkel waar ik normaal gezien inkopen doe, is gesloten. “Tancat“(*) hangt er aan de deur, zonder verdere uitleg. Dus fiets ik tegenwoordig naar het groentenwinkeltje van Maricarmen, aan de andere kant van het dorp.

Het regende vandaag, wat ik altijd fantastisch vind (Belgisch weer, het thuisgevoel), en in deze tijden van corona nog meer. Want Valencianen zijn met geen stokken door het regenweer te jagen. Toen ik dus vanmorgen door het dorp fietste, leek het een heel gewone dag. Niks geen crisis.

Dat de twee klanten voor mij op twee meter van elkaar stonden, bracht me weer tot de realiteit, evenals het mondmaskertje dat Maricarmen droeg. Maar wat een leuk mondmaskertje was dat! Handgemaakt, met een hip, groen bloemenmotief dat mooi bij haar groene vest paste, en eigenlijk bij het hele interieur van de winkel. Dus toen het mijn beurt was, rolde voor het eerst in mijn leven deze zin uit mijn mond: “¡Qué mascarilla más chula!“(**)

Maricarmen bedankte me voor het compliment, en vertelde me dat een mevrouwtje uit de straat dat masker speciaal voor haar genaaid had. Vier exemplaren had onze groentenvrouw gekregen: twee voor zichzelf en twee voor haar zoon. Omdat ik op dat moment de enige klant in de winkel was, ging ze meteen een van die andere maskertjes halen (een blauw-wit gestreept) en toonde me hoe ingenieus het in elkaar gezet was: het bestond uit twee stoflagen met daartussen ruimte voor een filter. Als filter, zo legde ze me uit,  kon je gewoon een papieren zakdoekje gebruiken. Weer dook ze de kamer achter de winkel in en kwam terug met een pakje papieren zakdoekjes. Ik kreeg de volledige demonstratie.

“Ik heb aan die mevrouw voorgesteld om ervoor te betalen, natuurlijk,” vertelde Maricarmen. “Maar daar wou ze niks van weten. Dus heb ik haar dit gegeven.” Ze trok de koelkast open waarin de kazen bewaard worden, en haalde er een stevig exemplaar uit. “Dit is de favoriete kaas van haar vader.”

Toen kwam er een volgende klant aan, en brak ze haar uitleg af. Ik laadde mijn boodschappen in, kreeg nog een krop sla kado, en fietste weer naar huis.

Op de terugweg zag ik de Protección Civil een voedselpakket aan huis afleveren bij een oud vrouwtje.

Ja, alles komt goed.

Want we zorgen voor elkaar.

 

 

 

(*) “gesloten” in het Valenciaans.

(**) “Wat een tof mondmaskertje, zeg!”

 

Corona Chronicles: day 14

Het vreemde aan deze dagen is dat ze eigenlijk ontzettend snel voorbij gaan en ik aan het einde van de dag telkens het gevoel heb dat ik niks gedaan heb. Retrospectie toont telkens dat dat gevoel onterecht is.

Zo heb ik vandaag:

  • dochterlief een inleiding in virologie gegeven en in hyper-vereenvoudigde vorm de werking van het immuunsysteem uitgelegd (komen die drie jaar diergeneeskunde toch nog van pas)
  • voor het allereerst een les online gegeven. Inderdaad, beste vrienden, Madam Papier is de 21e eeuw binnengestapt -of eigenlijk zachtjes binnengeduwd, want het is iets dat me eerder overkomen is dan dat ik er actief naar heb gezocht.
  • samen met mijn dochter hamburgers gemaakt, dus dat valt onder de noemer kookles geven (al heb ik er waarschijnlijk meer van geleerd dan zij).
  • de was gedaan
  • een gymnastiekles gegeven gebaseerd op wat ik in de jaren ’90 van Jane Fonda heb geleerd. Met The Pointer Sisters als muzikale begeleiding was dat echt wel fun.

Tijdens het uitlaten van de hond (dicht bij het huis! met leiband! zonder dochter!) kwam ik een buurvrouw tegen die ik nog niet kende. Ze ging net wat afval in de container gooien en had van de gelegenheid gebruik gemaakt haar dochtertje van anderhalf mee in de buitenlucht te nemen.

Dat peutertje ging helemaal uit haar dak toen ze de hond zag. “Ze is gek op dieren,” vertelde de buurvrouw. “We zien jullie hier vaak voorbij wandelen, en dan wil ze altijd naar jouw hond toe.”

Nu weet ik dat honden het virus niet overdragen, maar er doen de laatste tijd artikels de ronde waarin staat dat het coronavirus op allerlei oppervlakten kan overleven. En ik weet niet onder wat voor oppervlakte mijn hond valt. Dus misschien is wat ik toen gedaan heb pandemie-gewijs ongeoorloofd. Maar ik heb de hond laten zitten, heb twee passen achteruit gedaan, en toen is dat enthousiaste, kleine meisje in haar roze, pluche jasje om zijn hals gevallen met zoveel liefde en plezier dat mijn hart er nog van smelt als ik eraan terugdenk. En die lieve hond van me bleef zitten, en liet het allemaal (tamelijk letterlijk) over zich heenvallen.

Ja, het was een mooie dag.

 

 

 

 

Corona Chronicles: day 13

Ik ben vanmiddag even op de hometrainer gaan zitten (iets wat ik de komende weken vaker wil doen), en dankzij de Tiny Podcast vlogen de eerste zeven minuten voorbij. Het onderwerp van vandaag was creativiteit in tijden van corona.

In de podcast vroeg Hade aan haar luisteraars of ze daar zelf ervaring mee hebben. Ik dacht meteen aan een luguber voorbeeld: in Madrid werd het Palacio de Hielo omgevormd tot een gigantisch lijkenhuis. Toen ik dat las, constateerde ik bij mezelf twee zeer verschillende reacties.

Enerzijds was er de schok om de dramatische lading van dat nieuws. Zoveel doden. Een plaats van leven en beweging die verstard wordt tot een wachtzaal van de dood. Een familielid hebben dat daar in een kist gestockeerd ligt tussen de andere kisten. Hartverscheurend.

Maar vrijwel tegelijkertijd dacht ik: wat een fantastisch idee. Een ijspiste is de perfecte plaats voor de berging van doden. De ruimte is voorhanden, de installaties zijn er. Het is de ideale oplossing voor een prangend probleem.

En dit is hoe de coronacrisis onze creativiteit door de barrières duwt. Normaal gezien zou iedereen uitroepen: je gaat toch geen lijken op een ijspiste bewaren, wat een waanzinnig idee! Maar nu moet het, dus nu kan het. Want nood breekt wet. En ik denk dat dat ook op kleinere, en minder dramatische schaal gebeurt.

Neem nu bijvoorbeeld thuiswerken. Ik weet niet hoe het in de rest van het land zit, maar in Valencia heb ik wel vaker gehoord over de weerstand van bedrijfsleiders om hun werknemers van thuis uit te laten werken. Maar nu zit er niets anders op. Laten we hopen dat deze episode hen leert dat het inderdaad kan. Dat op kantoor achter je bureautje zitten niet de enige manier is waarop gewerkt kan worden. Dat het werk ook af geraakt wanneer werknemers niet als kinderen door hun oversten op de vingers gekeken worden. Dat er zelfs vele voordelen aan thuiswerk verbonden zijn.

En ik vermoed dat deze crisis ons op nog honderd-en-één andere manieren zal laten zien dat er veel meer kan dan we dachten. Beperkingen zijn vaak een boost voor onze creativiteit (ken je hem nog, de truc met de kokosnoten?) Creativiteit is thinking inside the box, and then going wild inside that box. 

Ik wens jullie allemaal een creatieve quarantaine toe.

 

 

Corona Chronicles: day 12

Introspectie wordt erg aangemoedigd dezer dagen, en dit heb ik alvast bijgeleerd over mezelf:

Ik zat eigenlijk al een beetje in quarantaine.

Mijn leven nu is namelijk niet zo heel erg anders dan vóór deze crisis uitbrak: mijn dag speelde zich toen ook voornamelijk binnenshuis af en werd gevuld met grotendeels dezelfde taken: voor dochterlief zorgen, de was doen, eten maken, de hond uitlaten, inkopen doen. En daar werd ik toen ook wel eens een beetje gek van; soms voelde ik me zelfs op het randje van een huisvrouwensyndroom.

Het mooie aan deze quarantaine is dat ik nu heel duidelijk zie wat ik wel mis en wat niet. Dus weet ik ook waarop ik me moet focussen om het huisvrouwensyndroom te bestrijden zodra de quarantaine opgeheven wordt.

Eigenlijk zijn er maar vier dingen die ik momenteel echt mis:

Vooral dat laatste mis ik heel erg. De optredens iets minder omdat daar ook altijd wat stress bij komt kijken, maar de repetities zijn puur opladen.

Daarmee weet ik dus waarop ik me moet concentreren wanneer we weer buiten mogen. Oh, dat gaat een mooie dag zijn. Dan kruip ik uit twee quarantaines tegelijk.

 

(*) Al zijn er zo jammer genoeg niet veel in deze stad.

 

Corona Chronicles: day 11

Op een normale donderdag haal ik ´s middags mijn dochter op van school en dan wandelen we samen naar de markt, waar ik aan de kraam van Elisa en haar zus een voorraadje noten en gedroogde vruchten insla. Mijn dochter krijgt dan van beide vrouwen steevast veel aandacht en een snoepje.

Meestal praat ik dan met Elisa, die iets jonger is dan ik, over hoe het met haar cursus Engels gaat, of over mijn plannen om naar België te reizen. Twee weken geleden zei ze dat de kans erin zat dat de markten zouden moeten sluiten. Ik vroeg haar of ik misschien mijn bestelling bij haar thuis zou kunnen ophalen. Ze zei dat dat geen enkel probleem was, ze woont immers ook hier in Rafelbunyol.

Dus we wisselden telefoonnummers uit. Toen ging Spanje in lock down en werden inderdaad de markten afgeschaft.

Gisteren belde ik Elisa op. Ze zei dat ze ´s morgens in het magazijn mijn bestelling zou klaarmaken en dat ik die dan bij haar thuis zou kunnen ophalen. Ze zou de zak aan de deur zetten om direct contact te vermijden. Ze is dezer dagen namelijk ook erg voorzichtig, want samen met haar zus zorgt ze voor haar bejaarde ouders.

Ik zei haar dat ik het geld kon overschrijven, zodat we geen potentieel besmette cash moesten uitwisselen. Daar wou ze echter niet van weten. “In juni heb ik een examen Engels,” zei ze. “Geef jij me maar online les in ruil voor de koopwaar.” (*)

Maar toen kwam er een factor in het spel die ik niet voorzien had toen we in tempore non suspecto telefoonnummers uitwisselden: de politie. Gewoon even langsfietsen is er hier tegenwoordig niet meer bij. Je mag nog wel naar de winkel, maar mag je bij iemand aan de deur voedsel ophalen? Geen idee. Dit lijken misschien overdreven zorgen, maar ik was al een keer op mijn vingers getikt omdat ik samen met mijn dochter de hond uitliet. Bovendien circuleerde het bericht dat de politie in ons dorp al tien inwoners beboet had omdat ze zich niet aan de regels hielden.

Om een legale draai te kunnen geven aan mijn aanwezigheid op straat, besloot ik eerst langs de supermarkt te fietsen en op mijn terugweg langs het huis van Elisa. Dat gaf me een beetje gemoedsrust.

Hoewel het net na de middag was en iedereen verondersteld werd thuis in een staat van siesta te liggen, liep de rij wachtenden aan de supermarkt de hele parking rond. Iedereen stond op twee meter van elkaar. Ik zuchtte en maakte rechtsomkeert.

Ik zal jullie niet langer in spanning houden: ik ben gewoon langs Elisa´s huis gefietst en heb zonder problemen die zak opgehaald. We hebben op twee meter van elkaar een praatje geslagen dat onzettend veel deugd deed, zoals elk praatje tegenwoordig een teug zuurstof lijkt. Toen ben ik weer naar huis gefietst. Niets aan de hand.

Maar dat gevoel van dreiging is me diep in de kleren gaan zitten. Dat gevoel van straks houden ze me tegen en moet ik het gaan uitleggen. Als ik chance heb, word ik als een klein kind op de vingers getikt. En als ik geen chance heb, ben ik een paar honderd euro kwijt.

Ja, beste mensen, ik heb op dit moment meer schrik van de politie dan van het coronavirus. Dat had ik niet zien aankomen.

Gelukkig vervloog de spanning van de trip zodra ik thuis de lege bokalen begon te vullen met walnoten, rozijnen, hazelnoten, dadels, amandelen en pecannoten.

En dan was er ook nog dat kleine zakje met een kleurrijke inhoud die ik niet besteld had: snoepjes voor mijn dochter.

 

(*) Voor wie ondertussen de rekening zit te maken: wij eten hier massa´s noten en gedroogde vruchten, want dat is food from heaven voor wie gluten probeert te vermijden. En we draaien er elke twee weken een halve kilo walnoten door -goed voor de hersenen, naar het schijnt. Dus ja, mijn bestelling was wel een paar lessen waard.

 

 

 

 

Corona Chronicles: day 10

“Wat als we er vandaag eens een rustige zondag van maken, en gewoon binnen blijven?” stelde ik vanmorgen voor aan mijn echtgenoot. Dat vond hij wel grappig. (*)

Misschien is het ook wel leuk als ik hier op de blog de zondagen van een beetje verpozing voorzie. Daarom wil ik vandaag met jullie een persoonlijke vertaling delen van wat ik hier de beste grap van de week vond:

 

Populaire uitdrukkingen over 20 jaar:

*Een quarantaine van twee maanden, dat had gij nu eens moeten meemaken, sé.

*Die jonge gasten van tegenwoordig zijn veel te verwend. Een goei pandemie, dat is wat die nodig hebben.

*Toen ik zo oud was als gij, dan vocht ik met uw nonkels om de vuilniszak te mogen buiten zetten. 

*In onzen tijd moesten wij het huis niet uit om ons te kunnen amuseren.

*Op nen dag gaat ge beseffen wat een rol wc-papier waard is.

*Grootvader, vertel nog eens van toen dat ge uit het raam ging hangen om te applaudisseren. 

*Vandaag is een speciale dag: vandaag openen we het laatste pak wc-papier dat uw overgrootmoeder kocht in 2020.

 

Een fijne zondag, allemaal!

 

(*) Mijn dochter had het niet door; ze zei: “Maar mama, we moeten toch sowieso binnen blijven?” Wat ironie betreft, is er nog een beetje werk aan de winkel.