Het samenleven is hier een pak makkelijker geworden sinds dochterlief weer speelkameraadjes van haar eigen leeftijd heeft. Na het middageten roept ze “Rosa!” over de tuinmuur, of roept Rosa haar, en er wordt dan altijd enthousiast teruggeroepen. Dan doen aan beide kanten van het steegje de ouders hun tuindeur van het slot, en lopen de kinderen de straat op. Daar zitten ze dan de rest van de namiddag te spelen. Meestal op minder dan anderhalve meter van elkaar.
Rond zes uur, wanneer ook de andere buurkinderen erbij gekomen zijn, trekken we met drie gezinnen naar een pleintje in de buurt. De parken zijn immers gesloten, en je kan je afvragen wat voor zin dat nog heeft nu iedereen gewoon op de pleinen bij elkaar komt. We proberen wel afstand te bewaren (of op z´n minst meer afstand dan vroeger), maar je loopt sowieso wel eens vlak langs elkaar heen, peuters zwalkend op hun loopfietsjes leiden hun ouders die hen met uitgestrekte armen achternalopen rakelings langs andere ouders, en als je met z´n tweeën op de uiterste randen van een bank gaat zitten, is dat nog steeds op minder dan anderhalve meter.
Ik vroeg het vandaag ook aan mijn man, of het lukt om op zijn werk (*) afstand te houden, en hij antwoordde: “Natuurlijk niet.”
Ondanks alle dreiging vind ik dat een mooi inzicht. Wij kunnen geen afstand houden. Wij leven dicht bij elkaar, daarvoor zijn we gemaakt. Zelfs al willen we ons afzonderen, zelfs al moeten we ons afzonderen, we graviteren telkens weer naar elkaar toe.
Zelfs een levensbedreigende ziekte kan ons niet al te lang uit elkaar houden, want zonder elkaar gaan we ook een beetje dood.
(*) Mijn man werkt als opvoeder in een opvangcentrum voor kinderen van 6 tot 18 jaar.
Een mens is niet gemaakt om alleen te zijn. Iedereen snakt ernaar om familie en vrienden terug te zien, en eens goed vast te pakken.
Helemaal waar. Dat mis ik ook het meest.
Bij ons in het WZC had vorige nacht een vrouwtje zóveel verdriet dat ik niet anders kon dan haar een dikke knuffel geven. Minutenlang heb ik haar vastgehouden tot ze rustiger werd. Ergens ver weg voelde ik me wat schuldig. Maar ik had mijn mondmasker op en het deed ons zó deugd…
Mensen zijn er echt niet voor gemaakt om afstand te houden! Dat is misschien wel het allerbelangrijkste dat ik uit deze crisis geleerd heb…
Oh, dat is zo mooi, Hilde… En zo droevig…
Wat goed dat je dat gedaan hebt, daar moet je je absoluut niet schuldig om voelen!
Warmte tussen mensen is evident én nodig als brood. Knuffelen kan nog niet, een groot gemis, maar we verleren het niet, en ooit, ooit komt het gewoon terug!
Ja, zo is dat!
Ik prijs mezelf gelukkig dat ik een man heb met wie ik kan knuffelen en die me alle nodige affectie geeft. Voor mensen die alleen wonen, moet dit een loodzware tijd zijn. Ik ben geen knuffelaar van nature, dus met mijn familie mis ik het niet (want we doen dat sowieso niet)…
Ja, ik heb van alleenstaande vrienden gehoord dat dat echt wel heel moeilijk is, het gebrek aan fysiek contact
‘… peuters zwalkend op hun loopfietsjes leiden hun ouders die hen met uitgestrekte armen achternalopen rakelings langs andere ouders, en als je met z´n tweeën op de uiterste randen van een bank gaat zitten, is dat nog steeds op minder dan anderhalve meter.’
Als ik jouw beschrijvingen lees, dan zie ik soms een groot prentenboek voor mij…
Dat is een compliment waar ik superblij mee ben 🙂
Echt he, dat was ik ook aan het denken toen ik die zin las. Een Breugelschilderij in Spanje 🙂
Ooh, merci! Wat een mooi compliment 🙂
Mooi geformuleerd! Zo is het!
Mooi dat zoveel al terug kan 🙂
Dingen die ons écht gelukkig maken, zijn niet te koop…
Hier hoopte ik op voor jou en je dochter.
Wat lief van je!
Dat schreef ik ook al bij je blog toen je er een beetje doorheen zat. Gelukkig gaat het nu wat beter zo te lezen.
Ja, nu ze buiten kan en weer speelkameraadjes heeft, is het echt veel beter. Op deze manier houd ik het wel uit. Ik heb nu ook minder heimwee naar uitstapjes naar de stad enzo, omdat ik nu wat meer ademruimte heb. En meer kan handwerken 😉
Dit logje ademt blijheid uit. Hier word ik graag van aangestoken!
🙂
Zolang je maar geen antistoffen aanmaakt!
Terwijl ik dit lees, probeert Ka de aandacht te trekken van een kindje uit het zolderraam tegenover ons en is hij in met een emmertje koekjes aan het loodsen naar het onderbuurjongetje en zijn zus.
Mooie blog, ware boodschap, en zeer blij dat Spanje nu ook een beetje op België gaat lijken.
Wat heerlijk, dat van die koekjes! k zie het zo voor me 😀
Ja, het voelt als een grote opluchting. Op deze manier houden we dit nog wel een tijdje vol.
Dat klopt! Zelfs wandelen met een anderhalve meter tussen doe je niet, je gaat automatisch dichter lopen. Zeker in een stad. Toen ik mijn zus haar zoon in Spanje zag lopen, vond ik wel dat er toch veel volk liep. Heb je dan geen schrik dat de curves weer teveel gaan stijgen??
Ze houden het wel goed in het oog; er wordt momenteel zwaar onderhandeld over de volgende stap. Bovendien is het hier in Valencia nooit zo erg geworden als in Barcelona of Madrid. Dus ik denk dat we hier in onze provincie wel wat reserve hebben.
Ik las net dat de volgende versoepeling niet zal doorgaan in Madrid en Barcelona. Dus misschien daarom ook bij jullie minder streng?
De minister van Volksgezondheid wil het hier ook uitstellen, maar de Valenciaanse overheid is het daar niet mee eens. Maandag gaan ze rond de tafel zitten om te proberen Madrid ervan te overtuigen ons toch naar fase 1 te laten gaan…
Ik duim voor jullie!
Mooi gezegd: we graviteren naar elkaar.
Gisteren voor de eerste keer weer geluncht bij mijn moeder. Elk aan een kop van de lange tafel om de afstand te bewaren (of de schijn te redden). Mocht van haar huisarts. Ik heb zelden iemand zo blij gezien met een broodje kip, enkel omdat ze tussen de happen door een praatje kon maken.
Ooh, dat is pakkend… Fijn dat je eindelijk weer je moeder kan zien! En hopelijk kunnen jullie gauw weer wat dichter gaan zitten!