Ik las deze challenge bij Le Petit Requin, en omdat het twee zaken combineert die ik erg leuk vind (muziek en associatief denken), ga ik lekker meedoen. Het zijn bovendien ook allemaal nummers die ik zelf graag hoor. Ik heb hier en daar wel wat buiten de lijntjes gekleurd, maar daar dient deze blog voor, nietwaar?
Dit boek heb ik niet bewust uitgezocht; het stond me in het rek van de boekenwinkel op te wachten. En aangezien het perfect in dit project en mijn budget paste, nam ik het mee.
Al vanaf de eerste bladzijden bleek wat voor een kado het was. Als het Engels je een beetje ligt, raad ik je aan het in de orginele versie te lezen. Het is namelijk geschreven in de ik-persoon en in het Amerikaans dat gepraat werd in het New York van de jaren ´70. Ik heb heelder pagina´s hardop gelezen, gewoon omdat het zo lekker bekte.
Het is met deze reeks niet direct mijn bedoeling enkel te lezen over het onrecht dat de Afro-Amerikaanse gemeenschap werd aangedaan. Maar zwarten die onterecht in de gevangenis terecht komen: hoe meer je leest, hoe duidelijker het wordt dat dat al decennialang (eeuwenlang?) een geïnstitutionaliseerde vorm van repressie is. Terwijl ik in deze roman las over de 19-jarige zwangere Tish, wiens vriend Fonny onterecht in de gevangenis zit voor verkrachting, las ik simultaan in Ibram X Kendu´s How To Be An Antiracist hoe verschillende Amerikaanse presidenten onder het mom van een war on drugs ervoor zorgden dat de gevangenissen volledig legaal met niet-gewelddadige zwarte druggebruikers gevuld konden worden, die daar even lange straffen moesten uitzitten als hun gewelddadige blanke medegevangenen. Terwijl blanken vaker drugs verhandelen dan zwarten en Latino´s, en de cijfers voor druggebruik in alle groepen vrijwel hetzelfde zijn.
In het geval van Fonny waren er zelfs geen drugs in het spel; hij was gewoon voor zijn vriendin opgekomen en had agent Bell tegengesproken:
The same passion which saved Fonny, got him into trouble, and put him in jail. For, you see he had found his centre, his own centre, inside him: and it showed. He wasn´t anybody´s nigger. And that´s a crime, in this fucking free country. You´re supposed to be somebody´s nigger. And if you´re nobody´s nigger, you´re a bad nigger: and that´s what the cops decided when Fonny moved downtown. (*)
Terwijl je leest over de racistische, rancuneuze blanke agent Bell, die Fonny oppakt voor een verkrachting die hij niet gepleegd kan hebben, kan je je afvragen: is dit niet overdreven? Zo erg kan het in werkelijkheid toch niet geweest zijn? Maar dan denk je aan wat er bijvoorbeeld met The Central Park Five of George Floyd gebeurd is, en dan weet je dat dit niet uit de lucht gegrepen is.
Maar dit is geen racistisch “blanken zijn slecht, zwarten zijn goed”-boek. Baldwin toont bijvoorbeeld hoe Fonny´s eigen moeder weigert hem te helpen, terwijl zijn blanke advocaat dat wel doet. Wat hij wil aankaarten, is de manier waarop het beleid racisme aanwakkert en gerechtigheid onmogelijk maakt. Of, zoals hij het zelf zegt: “It is certain, in any case, that ignorance, allied with power, is the most ferocious enemy justice can have.” Heel erg actueel dus, jammer genoeg.
Ik wil ook nog vermelden hoe zwaar ik onder de indruk was van zijn inlevingsvermogen. Dit is een mannelijke schrijver die in de huid van een zwangere tiener kruipt, en de geloofwaardigheid op geen enkel moment aan het wankelen brengt. Of zijn beschrijving van hoe vrouwen vriendschappen tussen mannen ervaren:
I had never seen him with other men. I had never seen the love and respect that men can have for each other.
I´ve had time since to think about it. I think that the first time a woman sees this -though I was not yet a woman- she sees it, first of all, only because she loves the man: she could not possibly see it otherwise. It can be a very great revelation. And, in this fucked-up time and place, many women, perhaps most women, feel, in this warmth and energy, a threat. They think that they feel locked out.
The truth is that they sense themselves in the presence, so to speak, of a language which they cannot decipher and therefore cannot manipulate, and, however they make a thing about it, so far from being locked out, are appalled by the apprehension that they are, in fact, forever locked in. Only a man can see in the face of a woman the girl she was. It is a secret which can be revealed only to a particular man, and, then, only at his insistence.
But men have no secrets, except from women, and never grow up in the way that women do. It is very much harder, and it takes much longer, for a man to grow up, and he could never do it at all without women. This is a mystery which can terrify and immobilize a woman, and it is always the key to her deepest distress. She must watch and guide, but he must lead, and he will always appear to be giving far more of his real attention to his comrades than he is giving to her. But that noisy, outward openness of men with each other enables them to deal with the silence and secrecy of women, that silence and secrecy which contains the truth of a man, and releases it. (**)
James Baldwin verbleef een groot deel van zijn leven in Frankrijk, van waaruit hij de Civil Rights Movement en de Gay Liberation Movement in de Verenigde Staten steunde. Hij was lange tijd bevriend met Marlon Brando, en ontving in zijn huis in Saint-Paul-de-Vence kunstenaars als Nina Simone, Josephine Baker, Miles Davis en Ray Charles, met wie hij lange, diepgaande gesprekken had.
Wie schrijft, weet dat schrijvers vooral goed luisteren, en dat hun schrijven niet alleen een weergave is van wat ze denken, maar ook van wat ze gehoord hebben. Ik vind het een mooi en niet-ondenkbaar idee dat in de boeken van Baldwin vele stemmen uit het verleden doorklinken. Stemmen waar ik graag naar luister.
(*) James Baldwin, If Beale Street Could Talk, p 33
(**) James Baldwin, If Beale Street Could Talk, p 51- 52
PS: De verfilming van dit boek sleepte in 2018 drie Golden Globe nominaties en drie Oscar nominaties in de wacht. Regina King won daarbij een Oscar voor Best Supporting Actress.
Sinds het najaar van 2019 was ik aan het aftellen naar mijn volgende België-reis: op 8 april 2020 zou ik vertrekken. In de eerste week van maart, toen we begonnen te voelen dat er iets op til was, verkondigde ik nog stellig tegenover de man van de groentenwinkel dat ik naar mi tierra zou reizen, sí o sí. Een paar dagen later werd het duidelijk dat het no zou worden.
En nu vertel ik aan iedereen dat we in december gaan, en indien mogelijk tot halverwege januari blijven. Dat lijkt tamelijk onzinnig, want niemand weet wat er ons dit najaar nog staat te wachten, laat staan dat we weten hoe de situatie er deze winter zal uitzien. Maar toch wil ik in mijn agenda december voor België reserveren. En vandaag heb ik op de website van de bbc gelezen waarom dat een goed idee is.
Plannen is namelijk een vorm van proactive coping. Dat betekent dat je de onzekerheid die je in het nu ervaart, wegneemt door op een actieve manier met de toekomst bezig te zijn. Of je plannen dan ook daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden, doet er eigenlijk minder toe; het gaat erom dat je door iets te ondernemen minder stress ervaart in het heden. Plannen geeft je het gevoel dat je toch nog een beetje controle hebt.
Een tweede positief effect van plannen is dat het de cognitieve rommel in ons hoofd opruimt. Ons brein houdt namelijk niet van losse eindjes: wanneer we een taak niet kunnen afmaken, blijven onze hersenen ermee bezig (dat heet het Zeigarnik-effect) (*). Om de mentale druk van onafgewerkte taken te kunnen loslaten, volstaat het te plannen wanneer je ze onder handen zal nemen. Op die manier geef je je brein het signaal dat het dat item voorlopig even mag laten rusten.
Hoe meer gebruikers, hoe meer inkomsten ze van adverteerders krijgen. Dus: in plaats op te zoeken op Google, zoek je gewoon dingen op met Ecosia.
Ik wil er hierbij ook voor pleiten niet meer het woord “googlen” te gebruiken, maar in plaats daarvan te zeggen: “Dat ga ik even opzoeken op het internet”. Zodat we onze taal ook meteen zuiveren van die gratis reclame voor Google.