Nothing New Year

Vorig jaar had ik maar één voornemen: mooie dingen maken. Daar ben ik naar eigen normen goed in geslaagd (een paar van mijn naai,-en haakwerkjes kan je zien op instagram, @kathleenverbiest24).

Wat gaan we dit jaar doen, behalve Het Boek afwerken?

Nou, ik wil het mezelf wat moeilijker maken. Want ik heb het gevoel dat de tijd dringt. Dat dit coronavirus geen hindernis op de baan is, maar een wake-up call. Dat “is dit wel duurzaam?” de standaardvraag moet worden bij elke beslissing die we nemen.

Daarom ga ik dit proberen: een jaar lang niets voor mezelf kopen. Ik ga kijken of ik het twaalf maanden lang kan redden met de spullen en de kleren die ik heb. Alles verwerken, opgebruiken, afdragen wat ik al heb. Tweedehandsspullen kopen mag wel (*), en ik wil ook een uitzondering maken voor de boeken die ik al een tijd op mijn wenslijstje heb staan.

Als tweede uitdaging zou ik graag nooit meer het vliegtuig nemen. Want er is niets dat zo ontzettend vervuilend is als vliegen. Dat voor elkaar krijgen, is nog een ander paar mouwen, want wij hebben geen breed budget, en wij reizen niet voor het plezier, maar om onze familie te zien. Ik weet dus niet of het gaat lukken, maar ik wil toch mijn best doen om het voor elkaar te krijgen. Dit jaar zijn we daar alvast met glans in geslaagd, haha.

Enfin, om maar te zeggen: Moeder Aarde, dit jaar is voor u.

(*) Dat klinkt vanuit Vlaanderen vast als een gemakkelijkheidsoplossing, maar bedenk: hier zijn geen Kringwinkels! Ik ken één tweedehandswinkeltje ergens in Valencia, in een oude garage, en op zondagochtend is er een zigeunermarkt naast het voetbalstadium. (Maar ik ben geen ochtendmens. Dus ja.)

Advertentie

Het Boek (5): Shut Up & Write

2020 zal voor altijd het jaar zijn waarin ik voor het eerst werd uitgenodigd tot Zoom-sessies (*). Hade haalde me uit de vergrendeling in mijn hoofd, en plantte me in groepen van gelijkgestemden en gelijkgetaalden, wat een heerlijke bevrijding was in dat bevreemdende voorjaar. Daarmee leerde ik meteen ook hoe dat zoomen werkt: hoe je in een virtuele vergadering kan binnenwandelen, hoe je je microfoon kan aan,- en uitzetten, dat soort dingen.

Dit najaar las ik dat Christine Van den Hove zoomsessies voor schrijvers host. Die vinden plaats onder de noemer Shut Up & Write, en hier legt Christine uit hoe dat precies in zijn werk gaat. Ha!, dacht ik, daar kan ik al mijn opgedane kennis omtrent het aan,- en uitzetten van microfoons naar believen inzetten! En dat doe ik sindsdien.

En ik vind het fantastisch. Want eindelijk, na al die jaren, heb ik het gevoel weer collega´s te hebben. Mensen met wie je een praatje kan slaan over je werk. Mensen die ik geconcentreerd naar hun scherm zie kijken wanneer ik even mijn tekstpagina wegklik en de zoomsessie naar de voorgrond breng. Mensen die ik om feedback kan vragen en van wie ik kan leren.

En dat Christine dat alles in goede banen leidt vanop een bergtop in Frankrijk, is dat geen sprookjesachtig beeld?

(*) zoensessies waren, naargelang het gezelschap, vast ook leuk geweest, maar dit was iets anders.

Kerst in de “peatonal” en een bedenking

Dit is hoe wij kerst gevierd hebben op 24 december.

´s Middags aten we met mijn schoonfamilie buiten op het terras. We waren met exact 6 volwassenen en 1 kind. Alle nootjes en chips gingen in aparte kommetjes om speekseloverdracht tijdens te graaien te voorkomen, een ingreep waar sommigen wat lacherig over deden. Nadien zaten we nog even in het late winterzonnetje, en namen we een familiefoto waar alleen de tweeling (mijn man en zijn broer) scherp op stonden –it´s a twin thing.

Bij het vallen van de avond kwamen de buren bij elkaar in het voetgangersstraatje (peatonal) achter onze huizen. Ze sleepten tafels en stoelen aan, bonbons en rum kwamen boven, en er doken ook twee gitaren op. Een buurman van een paar straten verder passeerde -iemand die ik op een wandeling met de hond wel eens in de beslotenheid van zijn woonkamer een Guns N´ Roses solo had horen spelen, maar nog nooit had horen zingen. Die buurman nam een gitaar vast, en bleek me dat dus een echte muzikant te zijn, het soort dat kan spelen en zingen tegelijkertijd, met een fantastische stem die de hele buurt vult. We zongen Soldadito Marinero en Nothing Else Matters, en toen zette hij zijn mondmasker weer op, wenste ons een vrolijke kerst, en vervolgde zijn weg.

Toen bleven we over met de kern van de buren, nog steeds op veilige afstand van elkaar, maar dat was meer dan genoeg. Onze buurman de muziekleraar en ik namen de gitaren, de anderen schraapten de kelen. We speelden en we zongen. En we eindigden zoals we bijna altijd eindigen: met Nino Bravo. Al partir, un beso y una flor, un te quiero, una caricia, y un adiós. Wat in feite het lied is van een emigrant die het geluk gaat zoeken aan de overkant van het grote water, en van zijn geliefde een kus en een bloem meeneemt, een ik hou van je, een liefkozing, en een vaarwel. Dat is lichte bagage voor zo´n lange reis, zingt Bravo. En ik denk aan al die mensen, gestrand op onze onbarmhartige kusten, in flinterdunne tentjes. Ik denk aan de mensen die hen daar niet willen, ik denk aan de politici die niets ondernemen, en ik denk aan de mensen die hen voedsel en kleren opsturen, die de tentenkampen van elektriciteit voorzien, die workshops opzetten en geïmproviseerde klasjes, die een ziekenhuisvrachtwagen inrichten er ermee van Nederland naar Griekenland rijden, aan gepensioneerde artsen en verplegers die daar de handen uit de mouwen steken met een minimum aan middelen ter beschikking. En ik denk: kerst is iets wat je elke dag in je draagt, of niet.

Laat ons hopen dat het besmettelijk is.

Duurzame geslachtsdelen

(Deze blog wordt niet gesponsord. Als er producten in aangeprezen worden, is dat uit persoonlijke overtuiging, en als je onderaan de blog reclame te zien krijgt, is dat omdat ik de gratis versie van wordpress gebruik.)

Dit is een post voor mensen die begaan zijn met het milieu, en er niet tegenop zien te lezen over teelballen en vagina´s. Het is een post voor mannen die zich nog wel eens bezighouden met heteroseks, en vrouwen die nog steeds menstueren. Maar wie niet tot die doelgroep behoort, mag natuurlijk ook meelezen, want misschien kan onderstaande informatie je van pas komen wanneer je iemand uit bovenstaande doelgroep wil steunen in hun keuzes of informeren over hoe je de wereld kan redden met je voortplantingssysteem. (*)

Laten we ons eerst even op het scrotum richten.

Om zwangerschap te voorkomen, zijn er twee manieren die in onze cultuur de voorkeur genieten: een condoom gebruiken of de vrouw hormonen toedienen. Wanneer je als koppel weet dat je geen kinderen (meer) wil, wordt er meestal voor dat laatste gekozen. Maar iemand jarenlang hormonen toedienen, doe je niet altijd ongestraft. En wie gevoelig is voor migraine kan erg slecht op de pil reageren. (Nadat ik las dat het gebruik van de pil de kans op hersenbloedingen kan vergroten bij mensen met aura-migraine, ben ik er meteen mee gestopt -ik kreeg toen effectief minder migraine-aanvallen.)

Maar er is nog een derde alternatief voor mensen die er zeker van zijn dat ze nooit meer pampers willen verversen: de vasectomie. Dat is een eenvoudige, lokale ingreep waarbij de zaadleiders onderbroken worden, zodat er geen zaadcellen meer in het sperma terechtkomen. Je kan als man dan niet meer bevruchten, maar je hele seksuele huishouding blijft intact. Libido, erecties, mannelijkheid, dat komt er allemaal ongeschonden uit. (Er staat een duidelijke uitleg op wikipedia.) Het is werkelijk een fantastische oplossing. Je krijgt letterlijk vrij spel, en de vrouwelijke partner blijft er niet alleen gezonder onder, maar je spoelt ook geen extra hormonen meer de natuur in. Heel erg aan te raden dus.

En nu de vagina.

Ik heb vorige week voor het eerst de menstruatiecup gebruikt in plaats van maandverband of tampons (ook weer goeie uitleg op wikipedia). Het doosje met twee latexcupjes stond al een hele tijd in de kast te wachten, maar ik had een beetje drempelvrees. (**) Dat bleek voor niets nodig, want na een keer of twee proberen ging het vanzelf. Je brengt de cup in, laat die daar 12 uur zitten, en haalt ze er gewoon weer uit. En ja, dat is een beetje wriemelen, maar het gaat tenslotte om je eigen lichaam -ik denk dat het niet slecht is dat je jezelf ook daar een beetje leert kennen. En ja, je hebt dan een bekertje met bloed in je handen. Ik kan me voorstellen dat dat voor sommige mensen een afknapper kan zijn, maar langs de andere kant: als je je regels hebt, word je sowieso met bloed geconfronteerd. En zelf vind ik het eigenlijk wel interessant dat ik nu een zicht heb op hoeveel bloed ik precies verlies. (***)

Maar soit, het gaat er natuurlijk om dat dit een honderd procent ecologische manier is om je maandstonden door te maken. Stel je even de berg afval voor die een vrouw doorheen al haar vruchtbare jaren accumuleert. Dat kan dus allemaal voorkomen worden door die simpele latexcups te gebruiken. Want al wat je moet doen, is ze na gebruik schoonspoelen en in kokend water steriliseren (ik doe dat in de microgolfoven). En daarna zijn ze weer klaar voor gebruik. Dus op termijn bespaar je ook heel wat op uitgaven.

Tot zover de meest intieme blogpost ooit (bewijs van mijn engagement voor het milieu). Ik ben benieuwd naar jullie opmerkingen 🙂

(*) Een idee voor een heel vreemd soort superheldenfilm komt nu in mij op.

(**) Ik ben uiteindelijk gewoon gestopt met maandverband te kopen, zodat ik op een bepaald moment geen andere keuze had dan de cups te gebruiken.

(***) Een idee voor een vreemd soort vampierenijsjes komt nu in mij op.

België in december -mouwloos

Indien de Belg zijn hoofdverblijfplaats in Spanje heeft: niet-essentiële verplaatsingen naar en vanuit de autonome regio’s zijn verboden. Dit in- en uitreisverbod geldt niet voor de Canarische eilanden, Galicië, de Balearen en Extremadura. Belgen die hun hoofdverblijfplaats in een van de gesloten autonome regio’s hebben, mogen die regio niet verlaten, behalve om essentiële redenen (werk, gezondheid, overmacht etc.).

Dit staat op de website van het consulaat. Familiebezoek is geen essentiële reden, dus hebben we onze reis afgelast.

Daar zijn best wat tranen om gevloeid -vooral voor mijn dochter was het een bittere pil om te slikken, en ik vind het ook heel erg voor mijn ouders. Die hebben hun kleindochter voor het laatst in het najaar van 2019 gezien. Maar voor mezelf was het behalve een zware teleurstelling ook een beetje een opluchting. Want eigenlijk ben ik al een jaar lang aan het aftellen: in november 2019 was ik beginnen aftellen naar de België-reis die we in april zouden maken, en toen die in het water viel, begon ik uit te kijken naar december. Maar een jaar lang aftellen in onzekerheid, dat gaat je niet in de kouwe kleren zitten. Dus ergens geeft het ook wel rust dat er nu gewoon zekerheid is. Het kan niet, we gaan niet, y ya está.

Maar we gaan er sowieso toch een fijne kerst van maken, en ervoor zorgen dat al wie ons lief is, deze winter nog eens extra ingepeperd krijgt hoe lief precies.

België in december -en de aangepaste mouw

Wat was het fijn vanmorgen jullie berichtjes te lezen! Ik kreeg er zoveel energie van, en ik dacht: ja, laten we nog niet opgeven. Eerst zien of er nog een mouw aan te passen valt…

We hebben toen opgezocht of er geen vroegere vluchten meer waren, en er was er nog welgeteld één: op 17 december. Dus hebben we die geboekt 🙂

Want die nieuwe maatregel gaat in vanaf 18 december, dus door gewoon 24 uur vroeger aan te komen, moeten we geen 10 dagen in quarantaine (beetje absurd, maar de Belgen hier zijn dat vast al gewoon). Nu is het duimen dat er op die 9 dagen niets meer verandert, en dan lukt het misschien toch nog…

Spannend he?

En dat is dankzij jullie 🙂

België in december

Ik ben net te weten gekomen dat wanneer je vanaf 18 december in België aankomt, dat je dan 10 dagen in quarantaine moet.

Nu hebben mijn dochter en ik tickets om op 18 december naar België te vliegen (oorspronkelijk op 17 december, maar die vlucht werd afgelast), en weer naar Spanje te vliegen op 30 december (oorspronkelijk op 3 januari, maar ook die vlucht werd afgelast).

Dus als we toch gaan, zullen we van de 11 volle dagen die we daar hebben er 10 van moeten binnenzitten. En enkel met maximum 3 vrienden kunnen afspreken om een praatje te slaan in de tuin, buiten in de winterkou. Bovendien moeten we binnen de 7 dagen na aankomst een PCR-test laten doen. En maximum 3 dagen voor vertrek moeten we weer een PCR-test laten doen. Dat zijn dus twee dure testen op twee dagen van elkaar -vier als mijn dochter ook getest moet worden.

Ondertussen is het meer dan 15 maanden geleden dat mijn ouders hun kleindochter hebben gezien. Dat mijn dochter met haar neefjes en nichtjes heeft kunnen spelen. En dat ik mijn vrienden in levende lijve gezien heb. Vooral de kinderen niet kunnen zien is pijnlijk: ze worden zo snel groot, en op anderhalf jaar mis je zoveel.

Maar wat doe je, als er zo nadrukkelijk opgeroepen wordt niet te reizen?

Ik schrijf dit in de zetel op mijn gsm, kort voor middernacht. Man en kind zijn al gaan slapen. Normaal gezien laat ik ideeën voor blogposts bezinken, maar nu schrijf ik gewoon meteen. Want ik weet niet wat ik moet doen, ik weet niet hoe ik me voel, en ik wil dit gewoon even kunnen delen.

Bedankt om het te lezen.

Opvoedkundige life hack op Sinterklaasochtend

We zaten vanochtend de kadootjes te bewonderen die de Sint vannacht gebracht heeft. (Ik weet niet of hij hier langskomt voordat hij naar België en Nederland vertrekt, of wanneer hij ervan terugkomt, maar we zitten alleszins te dicht bij zijn huis om de omweg niet te maken.)

“Ge ziet dat het de moeite loont he, om u te gedragen,” zei ik grappend tegen mijn dochter, alluderend op de bestaansreden van het Sinterklaasgebeuren (iets waar ik geen probleem mee heb, dat schreef ik vorig jaar al).

Toen zei mijn man (de pedagoog!): “Ik ken nog een manier om ervoor te zorgen dat je kinderen zich gedragen. Je pakt een hoop lege dozen in als kadootjes, en elke keer als ze stout zijn, gooi je een doos uit het raam.”

Laat dit even bezinken. Stel het u levendig voor. En lach dan eens zeer hartelijk -zelf kwam ik niet meer bij. Dat was mijn kado op Sinterklaasochtend.

November: White Teeth (Zadie Smith)

(Over het waarom van deze reeks, lees: Een Afrikaans jaar. Maar ik denk dat ik om de twee maanden ga posten. Een boek per maand lukt me kennelijk niet, omdat ik ondertussen ook nog in een aantal non-fictie boeken bezig ben.)

Dit boek was op zijn minst een unieke leeservaring. Ik heb immers nooit eerder meer dan 500 bladzijden lang zitten denken “wat vind ik nu eigenlijk van dit boek?” Zadie Smith heeft me namelijk heel erg heen en weer geslingerd. Maar uiteindelijk, na weken van wikken en wegen, denk ik dat ik er de vinger op kan leggen. En die conclusie krijgen jullie hier.

Dat Zadie Smith talent heeft, staat vast. Ze was 25 jaar toen ze dit boek schreef, en dat besef doet geregeld je mond openzakken. Welke 25-jarige schrijft bijvoorbeeld zaken als dit:

“People who live on solid ground, underneath safe skies, know nothing of this; they are like the English POWs in Dresden who continued to pour tea and dress for dinner, even as the alarms went off, even as the city became a towering ball of fire. Born of a green and pleasant land, a temperate land, the English have a basic inability to conceive of disaster, even when it is man-made. It is different for the people of Bangladesh, formerly East Pakistan, formerly India, formerly Bengal. They live under the invisible finger of random disaster, of flood and cyclone, hurricane and mud-slide.” (p 210-211)

Ze schrijft over joden en Jamaicanen, Britten en Bengali´s, moslims en getuigen van Jehova. Ze schrijft over de Tweede Wereldoorlog, de Indiase Onafhankelijkheidsoorlog, en Hollywoodiaanse gangsterfilms. Over afro-kapperszaken en genetische manipulatie. En nergens komt ze over als een twintiger die nog te weinig ervaring heeft met de wereld om te weten waarover ze schrijft. Dat is ontzettend knap.

Een tweede pluim op Smiths hoed is haar schrijfstijl: die is om van te smullen. Zinnen als “In cupboards and neglected drawers and in grimy frames were the secrets that had been hoarded for so long, as if secrets were going out of fashion.” (p399) Dat lees ik graag.

En ze is ook echt grappig. Het absolute hoogtepunt vond ik wat dat betreft de naam die ze verzon voor een extremistisch ingestelde moslimbeweging:

“I am from the Kilburn branch of the Keepers of the Eternal and Victorious Islamic Nation,” said Hifan proudly. Irie inhaled. “Keepers of the Eternal and Victorious Islamic Nation,” repeated Millat, impressed. “That´s a wicked name. It´s got a wicked kung-fu kick-arse sound to it.”

Irie frowned. “KEVIN?”

“We are aware,” said Hifan solemny, (…) “that we have an acronym problem.” (p295)

Dus tot daartoe alles dik in orde. Maar wat bleef er dan hoofdstuk na hoofdstuk knagen?

Ten eerste kon ik de karikaturale manier waarop de personages neergezet werden moeilijk rijmen met de vaak zware thematiek (migratie, ontworteling). Dat haalde voor mij vaak het verhaal onderuit. Zo wordt een tweeling uit elkaar gehaald -één van de jongens wordt weer naar Bangladesh gestuurd, terwijl de andere in Engeland blijft. Op zich een rijke voedingsbodem voor een diepgaand verhaal, maar het voornaamste wat Smith ermee doet, is er een pointe voor een grap van maken: de jongen die in Engeland blijft, groeit op tot toegewijde moslim; de jongen die naar Bangladesh gestuurd wordt, ontpopt zich daar tot een fanaat van de westerse wetenschap.

En daar zit hem, naar mijn aanvoelen, de zwakte: het gebrek aan diepgang en verhaal. Op vrijwel elke pagina zijn weliswaar interessante observaties te vinden, maar het verhaal zelf gaat eigenlijk nergens naartoe, en de personages breken op geen enkel moment door het karikaturale. Er zijn ongeveer tien hoofdpersonages, en geen van hen maakt ook maar iets van een proces door. Sommige personages komen ook pas erg laat in het boek opdagen -we zijn al drie kwart ver wanneer het Brits-joodse echtpaar Chalfen hun opwachting maakt. Alweer een stel hilarische, en zeer slim uitgetekende personages, dat wel. Maar opnieuw: karikaturen.

En toen viel mijn frank, toen ik die geweldige beschrijving van Joyce Chalfen las, de westerse middle class dame, die denkt dat de minderheden gered moeten worden en die achter alles een childhood trauma vermoedt: dit boek is een inventaris. Een beeldend lijstje van alle zotte figuren die Zadie Smith is tegengekomen tijdens haar jeugd in Engeland. Een parodie op de Britse populatie. Jamaicaanse grootjes, Indiase kelners, migrantenkinderen tussen twee culturen, kleurloze Britten, dierenrechtenactivisten. (Die laatsten maken pas in het allerlaatste deel hun opwachting. Dat bracht me ook weer uit de lezersbalans: ben je aan het graviteren naar de plot, en dan wordt er opeens een stel nieuwe personages in je schoot gedropt die je pagina´s lang bezighouden.)

Ik heb het gevoel dat Smith in haar jeugdig enthousiasme één ding vergeten heeft: keuzes maken. Uit dit boek kan je makkelijk een boek of vijf destilleren: een parodie op multicultureel Groot-Brittannië, een migrantenepos, een wetenschap versus religie roman, een gescheiden tweelingen-verhaal, een familiegeschiedenis. En je zal vast een paar van die genres kunnen mixen, maar allemaal? Het bewijs dat die opzet niet geslaagd is, ligt voor mij in de plot. Daar wordt duidelijk naartoe gewerkt: in de laatste hoofdstukken zijn alle personages op weg naar hetzelfde event. Maar de ontrafeling van de plot was voor mij niet de “surprising denouement” die de flaptekst beloofde. Ik vond het zelfs een bijzonder zwakke plot. Ik zag er de zin niet van in. Er kan waarschijnlijk vanalles achter gezocht en gevonden worden, want als je je eenmaal aan het interpreteren zet, dan zal je in een verhaal als dit, met zoveel thema´s en karakters, altijd wel een stel verbindingen kunnen maken (zoals de manier waarop de schrijfster in bijna elk hoofdstuk naar tanden verwijst -associaties die op den duur meer op een circustruukje gaan lijken dan dat ze echt een betekenis hebben.) (En als ik veel woorden cursief zet, dan is dat omdat ik dat van Zadie Smith zelf geleerd heb.)

Enfin, ik begrijp waarom sommige mensen dit een fantastisch boek vinden, en ik begrijp ook waarom anderen in dit boek geen twintig bladzijden ver geraken. Als je iets grappigs, intelligents en entertainends wil, dan is dit vast een goed boek voor jou. Als je een verhaal met diepgang wil lezen, en iets dat vooruit gaat, dan zou ik er niet aan beginnen.