De definitie van een actief burger volgens mijn negenjarige

Onlangs kreeg ik een kaartensetje van het Willemsfonds (*) in de bus, dat bedacht werd om ons wat aan te porren in ons burgerschap. Op de kaartjes staan waarheid-durven-doen vragen, en de set draagt de toepasselijke naam “Van doemdenker naar doendenker”.

Mijn dochter vroeg wat voor spelletje dat was, en ik zei: “Dat zal wat te moeilijk zijn voor jou. Het gaat over actief burgerschap.” Waarop ik natuurlijk moest uitleggen wat een burger was.

Ik wist nog precies wanneer die vraag me voor het laatst gesteld was en door wie: in het vijfde jaar middelbaar (schooljaar 1996-1997) door mijnheer Van Strydonck, onze energieke, excentrieke leraar geschiedenis. De man die ons ter ere van de Dag van de Arbeid de schoolbanken opjoeg om van daaraf de Internationale te zingen (“ontwaakt verworpenen der aarde”). Telkens we tijdens zijn lessen het woord “burger” tegenkwamen in een lestekst, maakte hij dezelfde grap: een burger is een stuk vlees in een broodje. Daarna gaf hij er meestal ook de andere, politieke definitie achteraan, maar die heb ik nooit onthouden. Dus toen we op een dag weer het woord “burger” tegenkwamen in een tekst, en onze imposante leraar zich over mij heenboog en met halftoegeknepen ogen vroeg “Wat is een burger, Verbiest?”, toen antwoordde ik zonder verpinken: “een stuk vlees in een broodje.”

De vraag werd niet herhaald. In zijn ogen las ik respect.

Maar soit, veel had ik mijn dochter dus niet te bieden toen ze me vroeg naar de definitie van actief burgerschap. Iets over een lid van de maatschappij, van de samenleving, ach mama, zwakke poging. Gelukkig had ze mijn hulp niet nodig, want plots zag ze op eigen houtje het licht. “Een burger,” zei ze vol overtuiging, ” is een dik persoon.” (Aja, want die eet veel hamburgers.) “Dus een actief burger is een dik persoon die gaat joggen.”

Et voilà.

(*) Deze post wordt niet gesponsord; dat je hier soms reclame ziet, is omdat dit de gratis versie van wordpress is. Deze blog zal ook nooit gesponsord worden wegens de totale onomkoopbaarheid van ondergetekende, al zou zij het behoorlijk moeilijk krijgen moest er op een dag een voorstel vanuit de hoek der chocoladefabrikanten komen.

Advertentie

Thuis

“Wanneer voel jij je thuis?” vroeg een vriendin me in een brief.

Ik vond dat een prachtige vraag en had er al een diepzinnig antwoord op gesponnen. Maar toen fietste ik een paar dagen later langs de dorpsschool waar mijn dochter naar school gaat en er een veel korter antwoord op me lag te wachten. Wanneer ik daar langsfiets, gebeurt het immers vaak dat ik, zoals ook die keer, kinderstemmetjes over de speelplaats hoor schreeuwen: “La mamá de Elena!” Soms hou ik het dan bij zwaaien vanaf mijn fiets, maar vaak wordt het ook remmen en afstappen, omdat een paar snelle scholiertjes mijn dochter al zijn gaan halen. En dan sla ik aan het schoolhek even een praatje met mijn dochter en een paar nieuwsgierige klasgenootjes.

Dus dat is het kortste antwoord: wanneer voel ik me thuis?

Als ik langs de dorpsschool fiets en “¡La mamá de Elena!” hoor roepen.

Het Boek (7): af!

Gisteren heb ik het laatste hoofdstuk geschreven, en vandaag heb ik het herwerkt. Ik kan dus nu officieel verklaren dat de eerste versie van het boek af is. Jeej!

Oh, ik ben zo blij…

Die eindmeet heb ik alvast gehaald. Een mooie dracht van negen maanden.

Nu ga ik het naar een aantal mensen doorsturen om het te laten nalezen. Want op papier krijgen wat er in je hoofd zit, is één ding, maar hoe dat bij andere mensen overkomt, is natuurlijk nog iets anders. Ook weer lekker spannend.

Eergisteren zijn er bovendien nog een paar enveloppen vertrokken richting Belgische en Nederlandse uitgeverijen, dus ook dat klusje is geklaard.

NNY januari: Onderbroeken en het voorbeeld van de monnik

We zijn amper één maand ver, en ik heb mijn Nothing New Year Challenge al met de voeten getreden: ik heb nieuwe onderbroeken gekocht. Maar dat was nodig. Ik ga hier niet zo extremistisch in worden dat ik tweedehands onderbroeken ga dragen, of die van mijn man (of dat laatste toch niet alle dagen).

Desondanks voelt deze uitdaging nu al aan als een succes. Gewoon het idee dat je niets nieuws gaat kopen, verandert alles. Zo ging ik met dochterlief naar een klerenwinkel (ons snelgroeiende kind wordt niet meegesleurd in deze uitdaging), en normaal gezien kijk ik dan zelf ook altijd rond, kies een paar kleren uit, sleep de buit naar de pashokjes, zie dat die buit, eenmaal aan mijn lijf, niet voldoet aan de wensen of vereisten, en hang dan alles weer terug. Daar komt altijd wat frustratie bij kijken. Dit keer verbood ik mezelf van rond te kijken, en geloof het of niet, dat gaf een gevoel van opluchting.

Ik wist op dat moment al dat ik eigenlijk niets nodig had (behalve dan die onderbroeken). Een week voordien had ik namelijk mijn hele kleerkast onder handen genomen. Zo had ik onderaan de stapel T-shirts een paar oudere exemplaren gevonden die ik nog zelden draag. Dus die legde ik bovenaan. Een broeken-inventaris was snel gemaakt: vijf stuks, waarvan ik de twee meest nieuwe opzij legde, om te zien of ik het voorlopig kon redden door de drie oudste broeken af te dragen. En dat lukt dus perfect. Voor de “speciale” dagen haal ik een rok uit de kast, en voor de koude dagen (die er amper geweest zijn, ondanks die week met verre sneeuw) liggen er twee vesten en twee truien klaar. Ik ben dus nu mijn oudste kleren aan het afdragen, en wanneer die ondraagbaar worden, liggen er voldoende vervangstukken klaar.

Tijdens het schrijven van dit stukje herinnerde ik me opeens een interview met een Vlaamse boeddhistische monnik dat ik zo´n vijftien jaar geleden op tv zag. Die man vertelde dat hij twee paar schoenen had: een gesloten paar en een paar sandalen. Dat was voor mij zo´n eye-opener, dat je door Vlaanderen kan stappen met maar twee paar schoenen ter beschikking. Sindsdien koop ik enkel de schoenen die ik echt nodig heb (in mijn geval wel meer dan twee paar), en ik draag ze af tot ze helemaal versleten zijn. En daarna koop ik meestal exact hetzelfde model opnieuw (ik ga niet graag op schoenenjacht).

Hoeveel onderbroeken die monnik had, kwam in het interview niet ter sprake.

Geld besparen en de wereld redden

Kunnen jullie me helpen?

Ik ben op zoek naar dingen die je kan doen waarbij je tegelijkertijd geld uitspaart en het milieu spaart. Zoals de lege plaatsen in je koelkast vullen met pakken melk (bespaart elektriciteit) of kado´s inpakken met krantenpapier. Dat soort eco-hacks. Ik heb al een lijstje, maar wou eens horen of jullie ideeën hebben. Eender wat, hoe gek of voor de hand liggend het ook is.

Ik gooi dus even dit lijntje uit en ben benieuwd naar wat er terugkomt…

Oh, en de PCR -test van dochterlief was negatief! Oef!