Hiërarchie

Een boek dat ik aan het lezen ben, zette me aan het denken over het concept “hiërarchie”. Iets waar ik zelf nooit mee te maken heb gehad, dacht ik aanvankelijk. Tot ik besefte dat het tegendeel waar is: ik ben namelijk opgegroeid in een zwaar hiërarchische onderwijsstructuur.

Voor de Nederlanders onder jullie: in Vlaanderen bestaat het secundair onderwijs uit het ASO (Algemeen Secundair Onderwijs), het BSO (Beroeps Secundair Onderwijs), het TSO (Technisch Secundair Onderwijs),en het KSO (Kunst Secundair Onderwijs).

Of de situatie nu nog dezelfde is weet ik niet (ik hoop van niet), maar in de tijd waarin ik zelf naar school ging en later toen ik als leerkracht werkte (tot 2008), wist elke elfjarige dat dit geen onderverdeling was in categorieën, maar in niveaus: ASO bovenaan, dan KSO en TSO, en BSO onderaan. Dat was immers hoe er door de volwassenen over gepraat werd: wanneer je na de lagere school een afdeling koos, werd je verondersteld “zo hoog mogelijk” te beginnen, want dan kon je nadien nog “afzakken”.

Binnen het ASO, waar ik naartoe ging, waren ook de richtingen hiërarchisch geordend (hoe dat in de andere afdelingen zat, weet ik niet). In het eerste jaar middelbaar stond Latijn met stip bovenaan: de klas met 5 uur Latijn per week was de absolute top, de klas met 2 uur Latijn stond een trede lager. Wanneer je aan de top wou blijven, moest je er in het tweede jaar Grieks bijnemen. En in de daaropvolgende jaren gaf wiskunde extra status, hoe meer uren, hoe beter.

Begrijp mij niet verkeerd, ik heb niets tegen het groeperen van leerlingen naargelang hun capaciteiten. Waar ik een probleem mee heb, is dat bepaalde capaciteiten als waardevoller gezien worden dan anderen. Hoe meer ik lees over persoonlijkheidstheorie, hoe waanzinniger het systeem lijkt waarin ik opgegroeid ben.

Op alle vlakken heb ik de schadelijke effecten van deze hiërarchische structuur gezien. Jongeren uit de “hoge” niveaus die blokkeerden uit angst om te “zakken” en niet aan de hoge verwachtingen te voldoen (*). Twintigers die met gevoelens van minderwaardigheid kampten omdat ze “maar” TSO hadden gedaan. Die pientere leerling aan wie ik in het BSO lesgaf, die in de Latijnse begonnen was, helemaal was “afgezakt” en het op zijn 15e al opgegeven had. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het statusverschil tussen universiteit en hogeschool.

Nu woon ik in een dorp, en ik weet amper wat en of mijn vrienden gestudeerd hebben, en op welk niveau. In onze vriendengroep zijn er mensen die in een hotel werken, aan de universiteit, op scholen en in privébedrijven. Er zijn zelfstandigen en werklozen. En weet je, het maakt geen bal uit. Er is geen hiërarchie. We kennen elkaar, we kennen elkaars zwaktes en sterktes. We eten samen paëlla en worden samen lichtjes dronken van de zelfgemaakte sangria.

Dus dit is een pleidooi voor het schrappen van de woorden “hoog” en “laag” bij het maken van een studiekeuze, want als je die woorden blijft gebruiken, leer je kinderen dat mensen en talenten gerangschikt kunnen worden volgens waarde, en dat is volgens mij een van de wortels van het kwaad (even dramatisch doen om de boodschap duidelijk te maken). Zeg gewoon: laten we de richting zoeken die het best bij jou past. Al de rest zijn luchtspiegelingen.

Ik hoop eigenlijk dat deze post ondertussen volledig achterhaald is, maar aangezien zovelen onder ons in dit systeem zijn opgegroeid, kan het misschien geen kwaad het toch eens te schrijven. En wellicht is het ook iets dat ik van me af moest schrijven.

(*) In het vierde jaar middelbaar vertelde een leerkracht ons in een motiverende speech dat wij de “ingenieurs en bedrijfsleiders van de toekomst” waren. Toch vreemd dat een leerkracht er niet aan denkt dat haar studenten uit de Latijn-wiskunde misschien wel eens heel goeie leraars lager onderwijs zouden kunnen worden (wat een van ons ook geworden is), of pedagogen, of schrijvers, of thuisblijfouders, ik zeg maar iets. En dat dat allemaal evenveel waard is, want het enige wat telt, is dat je gelukkig bent met je leven.

Advertentie

41 gedachtes over “Hiërarchie

  1. Oh helaas helaas, het is nog steeds hetzelfde met alle gevolgen vandien. Ik kan er mij ook zo druk in maken. Er wordt nooit gezocht naar welke talenten een twaalfjarige heeft en wat hij of zij graag doet, maar er wordt zo hoog mogelijk gemikt en als het CLB of de leerkrachten dénken dat een kind een bepaald niveau niet aankan, wordt het maar gedropt in het TSO of BSO in een bepaalde richting die misschien een héél klein beetje aanleunt bij het type kind. PLUS er wordt nog veel te vaak in mannelijke of vrouwelijke richting gedacht.
    Ik heb ook twee jaar Latijnse gedaan, maar als ik mijn opleiding nu herbekijk had ik liever Humanistische wetenschappen gedaan, of Sociaal Technisch of zo, maar daar had ik niet eens een idee van – dat dat bestond!

      1. Anouschka

        Idd, Myriam. Ik ben leerkracht in een VTI (Nijverheidstechnische school). Je merkt dat het CLB wel op de hoogte is van de ASO-richtingen, maar als het gaat over oriëntatie naar onze school is de kennis een stuk beperkter. Op een opendeurdag moest ik ooit een moeder rondleiden waarvan de zoon Wetenschappen-wiskunde deed en graag wou overstappen naar Industriële Wetenschappen. Op het clb die bij hun stad hoorde, had men gezegd dat men in een VTI vooral met de handen werkt… Ik viel achterover. Niet omdat er bij ons niet met de handen gewerkt wordt, maar vooral omdat er vooral zeer veel computergestuurd gewerkt wordt. Maar blijkbaar denkt men op sommige plaatsen nog dat men in de houtafdeling bv alleen maar wat tafels en stoelen in elkaar zit te timmeren…

    1. Wat jammer toch! Zeker nu er zo ontzettend veel meer informatie is over talenten en hoe die zich uiten en welke richtingen daarbij aansluiten enzo.. Er is precies toch nog een soort (r)evolutie nodig…

      1. Het is goedgekomen hoor Kathleen. We hebben – met de morele steun van zijn juf – het advies van het PMS in de wind geslagen en hem laten doen wat hij wou.

  2. Heel mooi logje Kathleen!
    Bij mijn weten wordt er nog altijd neergekeken op BSO en, in mindere mate, op TSO.
    Er wordt al wel een tijd gepraat over inclusief onderwijs, maar zover zijn we nog niet.Jammer!

  3. Mooi gezegd! Ik deed ASO en was na het afstuderen stikjaloers op anderen die bruikbare skills geleerd hadden (huishouden, koken, kleding herstellen…) En ik vind het nu nog steeds lastig niets af te weten van (auto)mechaniek, loodgieterij of electriciteit. Ik voel mij soms echt een sukkelaar, ondanks 19 jaar schoolgaan! In mijn ogen zou een goede schoolopleiding de kinderen mogen klaarstomen voor het leven, en niet alleen het werkleven… En in het leven hebben we allemaal dezelfde skills nodig: iedereen moet hun wc pot kuisen verdorie. Dat neerkijken is echt achterhaald!

    1. Ja!
      Ik ben tijdens de herfstvakantie een paar keer met mijn Deens vriendinnetje naar school gegaan, en we kregen daar kookles en we hebben zelfs een keer een vork gesmeed. Dat was zo cool 🙂 En ik snap dus ook niet waarom er zo neergekeken wordt op praktische skills. Ik voel me op veel van die terreinen ook een kluns!

  4. Ik werd door mijn ouders gestimuleerd om altijd de hoogste richting te nemen, want ik had hele hoge punten. Tot ik in het derde middelbaar een definitieve keuze moest maken en voor Latijn-Moderne Talen koos ipv voor een richting met veel wiskunde. Sommige leraren probeerden mijn ouders zelfs krampachtig te overhalen om me van gedacht te doen veranderen, maar gelukkig vonden ze me toen al oud genoeg om mijn eigen keuze te maken. Er zijn zoveel verschillende soorten talenten en skills, het is vooral belangrijk dat je doet wat je gelukkig maakt.

    1. Bij mij is net hetzelfde gebeurd: ik herinner me nog goed hoe de lerares wiskunde compleet uit de lucht viel toen ik aan het einde van het eerste middelbaar zei dat ik geen Grieks wilde doen. Ze snapte dat echt niet. Maar ik was toen zo “overwhelmed” door de druk van het middelbare schoolsysteem dat ik dat er echt niet bij wou nemen. Mijn ouders hebben me toen niet gepusht omdat mijn vader zelf wel Grieks had gedaan maar daar nooit het nut van had ingezien. Dus zo ben ik eraan ontsnapt.
      En soms denk ik ook: waarom eigenlijk al dat Latijn? Het heeft me wel geholpen sneller Spaans te kunnen, maar ze hadden ons toch ook gewoon van den eerste keer Spaans (derde wereldtaal) kunnen geven bijvoorbeeld?.

      1. Latijn heeft mij geholpen om te leren studeren, daar moest ik echt iets voor doen, in tegenstelling tot voor sommige andere vakken. Ik vind het ook geen slechte basis om andere talen te leren. Bij mij was mijn richting een overtuigde keuze omdat ik heel graag talen deed en er ook goed in was, beter dan in wiskunde. Ik had daar ook goede punten voor, maar het kwam minder natuurlijk. En daardoor voelde ik me bijna schuldig, omdat ik de ‘gemakkelijke’ weg koos, terwijl ik alleen maar mijn natuurlijke voorkeur gevolgd heb. Ik ben daar nu overigens wel heel blij om.

      2. Ja, als basis is Latijn inderdaad wel heel goed. En ik denk dat ik er ook heel veel mee geleerd ehb over zinsstructuren. Als de woorden in een zin compleet door elkaar kunnen staan en je leert daar aanuit kunnen, dan kunnen ze je in geen enkele andere taal nog evrrassen met vreemde zinsstructuren 🙂
        Heel fijn om te lezen dat je gelukkig bent met de keuzes die je toen gemaakt hebt!

  5. Helaas Kathleen… Het is bedroevend gesteld. Die hiërarchie is er nog steeds. Breek me de bek niet open. Het is hét probleem in het Belgisch onderwijs. In ieder geval toch in het katholiek onderwijs, waarin ik lesgeef.
    Ik heb het helemaal gehad met de hiërarchie. Voor je met iemand kan praten over een probleem of over iets positief, moet je nogal wat coördinatoren, pedagogische directeuren, afdelingsdirecteur etc. passeren voor je bij de algemene directeur geraakt. Daar zit het grote probleem. Zolang zijzelf die hiërarchie in stand houden en afstand houden, en wensen aangesproken te worden met al hun titels, dan komen we nergens. Het goede voorbeeld geven, nietwaar…
    De directeur en de leraren van het ASO staan nog steeds een trap hoger dan die van het TSO. Die van TSO een trap hoger dan die van het BSO. Hoe wil je dan dat de leerlingen zich voelen? Als directeuren en leraren zich al beter voelen omdat ze op een ‘zogenaamde’ hogere afdeling lesgeven…
    Er is nog héél veel werk aan de winkel in het onderwijs… Men ‘probeert’ eraan te werken, maar tot nu toe merk ik er nog niet veel van. Waarom kunnen we niet normaal met elkaar praten? Waarom staat de directeur boven ons en niet naast ons?
    Mijn grote frustratie is en blijft dat we niet gelijkwaardig worden behandeld en met elkaar kunnen/mogen omgaan. De directeurs beschermen hun postjes en zitten hoog op hun troon. Schandalig dat het nog kan in deze tijden.

    1. Wow, ik had er geen idee van dat het ook bij de directies en lerarenkorpsen zo heerst… Al herinner ik me nog heel goed tijdens mijn stage als leerkracht dat er een leraar Nederlands was die abrupt de conversatie onderbrak en zich van me afkeerde toen hij hoorde dat ik uit de hogeschool kwam, en niet van de Germaanse. Ik kon echt niet geloven wat ik zag. Maar status is kennelijk iets wat moeilijk is om op te geven wanneer je blij bent dat je hoger op de trap staat dan andere mensen.
      Deep democracy voor het onderwijs!

  6. De afdeling ASO bevond zich op de zesde verdieping van het schoolgebouw. Ik ben dus hoog-geschoold. 😉

    Doch thans ernstig: het is “dankzij” het PMS – het huidige CLB – dat ik de studierichting insloeg die ik heb gevolgd, en dat terwijl ik gans iets anders in petto had. Mijn ouders namen echter klakkeloos aan wat het PMS adviseerde. Het gevolg laat zich raden: ik haatte hartgrondig wat ik studeerde en mijn schooltijd was ei zo na traumatisch.

    Doch ook voor een loopbaan geldt wat voor scholen opgaat. Toen ik directieassistent was, toen ik verkoper was, een firmawagen had, toen ik daarna op de dienst slachtofferhulp bij de rijkswacht en later de federale politie werkte, genoot ik enig aanzien van de medemens. Zestien jaar geleden heb ik me vrijwillig (!) omgeturnd tot zelfstandig hovenier. Thans ben ik ineens een ordinaire spitter, een handenarbeider, een domme kracht, quoi.

    Het systeem, zoals ik het met graagte noem, is ronduit kromgetrokken, al vele decennia lang. Zeg dat ik het gezegd heb.
    Valt het op dat ik me hierin opnaai? 😉

    1. Het lijkt me normaal dat je je in deze materie opnaait, want het is iets wat enorm dicht op ons vel zit: het gaat om onszelf, onze talenten, en hoe de anderen ons beoordelen.
      Welke richting wou je zelf uit? Wou je indertijd al voor hovenier kiezen of was het iets anders?

      1. Ja, fotografie… dat zie je wel op instagram, dat je daar talent voor hebt. Vooral de foto´s met je vrouw als muze, die zijn altijd zo mooi ❤

    2. Het “systeem” is doorgaans een verlengde vand e gemiddelde mens hoor. Dus de gemiddelde mens is kromgetrokken. Velen onder ons geraken niet uit het aangeleerde/geziene/… “systeem”. Ik ook niet. Ik besef het elke dage en toch krijg ik het niet opgelost 🙂 Gelukkig deed ik echt graag wiskunde. En Latijn.

      1. Ja, het komt natuurlijk neer op de heel centrale, uiterst menselijke vraag: tel ik wel mee, hoor ik er wel bij? Dus als je dan in een systeem zit dat jou ergens op een ladder plaats waardoor je ziet dat er nog mensen “onder” je staan, dan geeft dat een soort geruststelling van “oef, ik ben in orde, want het kan nog erger”.

  7. Helemaal eens… Helaas is het met dergelijke waardeoordelen nog somber gesteld, getuige de salarisverschillen. Zou het ooit mogelijk zijn, ieder mens even waardevol….? Een utopie om van te dromen…

  8. Kleine Atlas

    Ha, hier heb ik véél over te zeggen 😉 Beroepsmatig merk ik dat studenten uit bepaalde richtingen tot 60% lagere slaagkansen hebben in het hoger onderwijs. Je krijgt dan statistieken van 2 à 3 studenten uit BSO in 1stejaarrichtingen die het wél halen. Dat is on-ge-loof-lijk frustrerend en oneerlijk voor iedereen. Maar ik snap nu wel waarom bepaalde studierichtingen hoger aangeschreven staan. Niet eerlijk, helemaal niet zelfs, wel realpolitik.

    Als insider in het FR-talig onderwijs zie ik dan weer dat er veel chiller wordt omgegaan met leerdoelen. Anderzijds zijn de feiten wat ze zijn: het Franstalige onderwijs scoort rampzalig in Europese statistieken en erger: tegen het 3de middelbaar scoren ze Europees kampioen wat zittenblijvers betreft. Je hebt dus een onderwijssysteem dat naar mijn mening veel te selectief (want er zijn absoluut topscholen in het FR-talig onderwijs, maar dan moet het uit de school zelf komen, qua inspectie wordt er vrij veel getolereerd) leerlingen opleidt, maar op een bepaald moment wél genadeloos gaat selecteren. Er komt nu een groots revisieplan voor het secundair onderwijs, volgens Fins model. Uitgaande van het slopen van de hiërarchie en hokjes bij jonge tieners. Latijn voor iedereen, maar ook lessen electriciteit voor iedereen. Pas vanaf het 3de middelbaar een definitieve studiekeuze. Ik vind dat heel erg dubbel. Heel veel sterke kanten aan de theorie van zo’n model, maar in praktijk heb je ijzersterke en pedagogisch goed geschoolde leerkrachten nodig, die in een diverse klasgroep écht kunnen differentiëren. Ik hoop heel erg dat het menselijk kapitaal nodig voor zo’n onderwijssysteem ook begroot is. Daarnaast (en ik zag dat al vaag passeren in de comments) ben ik een ongelooflijke fan van Latijn, maar wel deftig. Geen uurtje hier en daar als kennismaking.

    Maar wat ik wél steeds meer besef met iets ouder te worden is dat ikzelf al bij al ongelooflijk goed in het systeem paste. Ik ben dol op leren. Ik was in het bijzonder extreem dol op klassieke talen, toevallig bij de hoogst aangeschreven richtingen. Ik ben slim genoeg om mee te kunnen met klassikale instructies. Ik kom uit een gezin dat studeren het belangrijkste vond in een jong leven, en er was alle ruimte voor mij om dat serieus te nemen.

    Tot slot: ik kreeg van een leerkracht Frans eens de ongelooflijk nuttige tip nooit zelf te vragen wat mensen qua job doen. Ze zei me dat gesprekken er zoveel rijker van worden. Klopt als een bus.

    1. Het punt is volgens mij dat het niet de bedoeling is de structuur te veranderen, maar de simpelweg de waarde die we aan elke vorm van opleiding geven. Volgens mij is het niet nodig dat iedereen Latijn krijgt en elektriciteit, het is alleen nodig dat we stoppen met Latijn belangrijker te vinden dan elektriciteit. Dat we stoppen met spreken over (zoals in de link die Katleen in de comments stuurde) hooggeschoold en laaggeschoold, maar dat we spreken over theoretisch en praktisch geschoold, bijvoorbeeld.
      Het is zoals je zegt: jouw hersenen zijn uiterst geschikt voor het klassieke theoretische onderwijs. Dus stel dat je in een onderwijsstructuur moest overleven waarin talen leren als tamelijk nutteloos aanzien werd, (iets dat toch iedereen kan want, he, we spreken toch allemaal onze moedertaal), en dat praktische vaardigheden veel hoger ingeschat werden. En dat er op je neergekeken werd omdat je geen deftige parketvloer kan leggen, ik zeg maar iets 🙂
      Dus ik denk niet dat er iets mis is met de organisatie op zich, maar wel de (ongefundeerde) vertikale rangschikking van de verschillende richtingen.

      1. Helemaal correct Kathleen! ❤️
        We hebben allerlei mensen nodig, zowel mensen die met hun hoofd werken als mensen die met hun handen werken. En het ene is niet meer of minder waard dan het andere.
        Wat zou een bedrijfsleiderzijn zonder zijn medewerkers?
        Ik had ooit een baas die weigerde het woord ‘personeel’ uit te spreken. Hij had medewerkers, geen personeel.

  9. Anouschka

    Ik ben zelf leerkracht in de 3de graad tso van een VTI (Nijverheidstechnische richtingen, het soort school dat in West-Vlaanderen vroeger “de vak” of “de vakschool” genoemd werd). Wat jij beschrijft is er nog steeds. Nog steeds hebben ouders en leerlingen het over zakken van Industriële wetenschappen naar Elektro Mechanica bv… Het zit nog steeds vastgeroest in de hoofden van veel mensen. Ik ben dan wat irritant naar de ouders toe als titularis vrees ik, als iemand zegt dat zijn/haar zoon/ dochter (dat laatste komt zelden voor want slechts 4% van onze leerlingen zijn meisjes) zal zakken. Ik kan het niet laten om dan te zeggen: dat is niet zakken, dat is voor een minder theoretische richting kiezen ten voordele van meer praktische kennis en vaardigheden opdoen. Het ene is niet meer waard dan het ander, maar we hebben nog een lange weg te gaan. (ik spreek hier enkel uit mijn ervaring uit mijn eigen schoolomgeving natuurlijk)

    1. Anouschka, mijn zoon heeft TSO gedaan en wou daarna gaan verder studeren voor industrieel ingenieur (bouw). Helaas is dat in België een zeer theoretische opleiding en mijn zoon was geen blokbeest. Zodoende heeft hij zijn hogere studie in Nederland gedaan waar de opleiding op Hogeschool niveau is en het volledige vierde jaar besteed wordt aan 2 x 5 maanden stage in het bedrijfsleven (+ afstudeeronderzoek). Deze opleiding was hem op het lijf geschreven en dankzij de lange stages kon hij gericht kiezen of hij als werf-/projectleider aan de slag wou of als calculator. Hij kon ook vanaf het begin volwaardig meedraaien op de projecten.

    2. Wat goed dat jij daar zo open over praat! Dat is niet irritant zijn joh, dat is op je strepen staan, en ik kan me voorstellen dat dat nodig is om mensen op andere ideeën te brengen. Ik hoop zo hard dat het verandert en dat het op een dag niet meer nodig zal zijn… (En als het verandert, zal het zijn dankzij mensen als jij :))

  10. Ik ben het hier niet helemaal mee eens eigenlijk . Ik ging een lang antwoord schrijven maar ga dat niet doen. Het comprehensief onderwijs dat men nu als alternatief voor wilt stellen is volgens mij een utopie. Wanneer ik de adviestekst lees (https://lirias.kuleuven.be/retrieve/174327) heb ik toch sterk de indruk dat dit een nivellering naar beneden dreigt te worden.

    Waar ik het wel mee eens ben (zoals ik hier lees in een aantal reacties van andere lezers), de schuld ligt net bij het systeem, wel bij de manier waarop ouders omgaan met het systeem, en met de idee dat TSO inferieur is aan ASO. Het is iets anders.

    1. Ik heb het hier nog eregsn anders in de commentaren gezet: ik heb geen probleen met de onderverdeling op zich, met het plaatsen in groepen van leerlingen met dezelfde capaciteiten. Het probleem is dat dit niet gezien wordt als categorieën, maar als niveaus. In elke groep moeten de capaciteiten op een hoog niveau ontwikkeld kunnen worden: als je voor houtbewerking kiest moet je omgecshoold kunnen worden tot een beregoeie houtbewerker die van de laatste technologieën op de hoogte is, als je kiest voor talen moet je tot de totale beheersing van grammatica komen, enzovoort. Maar wat je in de ene richting doet mag niet als minderwaardig aan de andere richting gezien worden -begrijp je wat ik bedoel? Het is niet omdat je een meer praktische opleiding gevolgd hebt, dat die minder waard is dan een theoretische.
      De schuld ligt trouwens niet alleen bij de ouders, maar bij de hele maatschappij, want overal krijgen we de boodschap dat bepaalde beroepen “hoger” aangeschreven staan of bepaalde mensen meer respect verdienen dan anderen. Het is dus logisch dat ouders ervoor willen zorgen dat hun kinderen in die “hogere” groep terecht komen.
      Zolang we blijven geloven dat een leraar secundair onderwijs die licenciaat gedaan heeft meer waard is dan een kleuteronderwijzer, en dat een burgemeenster meer respect verdient dan een loodgieter, dragen we bij aan dit systeem.

  11. Breek me de bek niet open: In mijn tijd was het: Latijn en/of wiskunde gedaan? Dan ben je slim, en de slimmeriken studeren voor burgerlijk ingenieur of doen geneeskunde. Geesteswetenschappen kwamen niet in vraag. Laat staan dat je ervoor koos een korte studie te doen.

  12. Affodil

    Mijn eerste baas (een héél slimme prof!) zei ooit: “Het is een gerief dat we al eens een dokter, notaris of advokaat kunnen raadplegen. Maar waar we nooit zonder zullen kunnen: een GOEIE loodgieter!”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s