Dus daar waren we, in Vlaanderen, en wel met een zeer bijzondere gebeurtenis op het programma: moemoe werd honderd jaar.
Wat een vreugdevol feest was dat. Kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen waren uit alle windstreken aan komen waaien, medebewonders maakten een erehaag op straat, en in de tuin van de villa die vroeger van de dokter was geweest waarmee moemoe als vroedvrouw nog had samengewerkt, werd een gezellige barbecue op poten gezet.
De directeur van het rusthuis, een dame met elegant grijs haar en een zwarte jurk, gaf een speech. Daarvoor zette ze zich naast mijn grootmoeder en sprak haar toe zoals vriendinnen dat doen: weet ge nog, Florence… Aan alles wat ze vertelde kon je horen dat ze mijn grootmoeder kende. Haar toespraak en de voelbare toewijding van de aanwezige verzorgsters bewezen nog maar eens wat ik de laatste jaren al vaak gezien had: dat er voor moemoe in dat rusthuis goed gezorgd wordt. En als er voor een dierbare goed gezorgd wordt, is dat altijd een pak van je hart.
Ook de burgemeester kwam langs om een woordje te zeggen. Eerst prees ze de jarige met het behalen van die bewonderenswaardig hoge leeftijd en daarna zei ze: “En nu op naar de 105!”
Ik viel bijna van mijn stoel. Hadden we in de familie discreet besproken dat we wel verjaardagsliedjes zouden zingen maar géén “lang zal ze leven”, omdat het niet gepast leek een wankele bejaarde met dat soort verwachtingen op te zadelen, kwam deze mevrouw plots aanzetten met een plus est en vous.
Vol overtuiging herhaalde ze haar boodschap: dat het niet bij die 100 hoorde te blijven, maar dat ze verwachtte dat we over vijf jaar weer feest zouden vieren. En ik dacht: het is nooit genoeg. Zelfs als je al honderd jaar lang op de wereld bent en hard gewerkt hebt en alles gedaan hebt wat er van je gevraagd werd, zelfs als je jezelf in leven hebt gehouden tot die honderdste verjaardag, opkomende dementie of niet, dan zal er toch nog iemand naast je komen zitten die zegt dat het niet voldoende is, dat het nu de bedoeling is dat je het trekt tot 105. En wanneer je de 105 haalt, kan je er donder op zeggen dat de meet weer verschoven wordt. Want er is geen finish, enkel een wortel aan een stok.
Voor het feest ten einde was, werd moemoe te moe. Dus braken we voortijdig op.
Want honderdjarigen pushen, dat doen we niet.
Wat heb je dat weer prachtig beschreven! En Florence, een mooie naam.
De tekst leest helemaal zoals ik mij voorstel dat je het vertelt. Met jouw authentieke Kathleenstem. De glimlach is niet tegen te houden 🙂
Oooh wat een heerlijk compliment, Christine! ❤
Ah, wat een mooi feest zeg! Een hele gebeurtenis ook, 100 worden. Dat Florence maar gewoon lekker haar gang gaat 🙂
😀 Inderdaad!
Honderd jaar, wat een mooie leeftijd! Maar inderdaad dag per dag verder kijken.
❤
Gefeliciteerd met je moemoe! Wat mooi!
Ik ben het helemaal met je eens. Mijn Moetje is 98 en 9 maanden. Ook tegen haar – en tegen mij – zegt men vaak ‘op naar de honderd.’ Ik hoop dat mijn moeder rust mag hebben en zo min mogelijk leed, dat haar dagen comfortabel en pijnloos zijn, dat is op die leeftijd veel belangrijker dan dat cijfer ‘behalen.’
Heel veel liefs ook voor je Moetje, Matroos. Ik wens haar precies dat toe wat jij hier beschreven hebt ❤
Wat schrijf je het prachtig! Zou je zelf honderd willen worden?
Daar heb ik deze zomer inderdaad over nagedacht 🙂
Vooreerst denk ik dat de kans dat ik zo oud word, gezien mijn cerebrale gevoeligheden, erg klein is. Daar probeer ik natuurlijk op te anticiperen door gezond te leven en erg op mijn eten te letten, maar dat is vooral in de hoop dat ik zonder al teveel problemen de 80 haal.
Ik herinner me dat ik tijdens mijn zwangerschap in het begin nogal bezorgd tot angstig was over de bevalling, maar dat ik tijdens de laatste maand het zwanger zijn zo beu was (omdat het letterlijk en figuurlijk heel zwaar begon te wegen) dat ik echt naar die aanvankelijk gevreesde bevalling begon uit te kijken. Ik hoop ergens dat ik op mijn oude dag zoiets meemaak. Dat ik het gevoel krijg van: nu is het wel genoeg geweest. En dat dat gevoel dan de doodsangst wat wegneemt. Dat ik tot op het laatste in relatief gezonde toestand verkeer, en dan op korte tijd aftakel en het loodje leg (door ene griep bijvoorbeeld).
Dat lijkt me de meest aangename manier om te gaan. En in dat geval zal leeftijd er niet veel toe doen, want of dat nu gebeurt op je 82e, je 94e of je 106e maakt dan niet zoveel uit, denk ik.
Wat een fijn en goed geschreven stukje. De twist in je stukje, die de burgemeester leverde, zorgt ervoor dat dit weer een pareltje is Kathleen.
Zo´n compliment van een schrijver krijgen, dat maakt mijn dag helemaal goed 🙂
Wat mooi. ‘Er is geen finish, enkel een wortel aan een stok.’ Die ga ik onthouden, Kathleen.
Ik moet mezelf daar ook vaak aan herinneren 😉
Prachtig! En 100 jaar, dat kan tellen!
Ik hoop dat ze dit leest – prachtig en zo respectvol!
Dit soort teksten lezen lukt haar jammer genoeg niet meer…
Wat bijzonder, van harte! Prachtig verwoord…
Dankje San!
Jullie hebben duidelijk een heel sterke familieband. Heel mooi en ontroerend om te lezen, dit stukje.
Hoe raar, ik vroeg me al een tijdje af waarom je niet meer blogde. Dus was ik je eens gaan opzoeken om te kijken hoe lang het geleden was. Je blogde nog wel! Ik heb dat allemaal gemist! Ik was gewoon verdwenen als volger! Hoe kan dat nu?! Bij deze ben ik hier weer en ga de gemiste berichtjes op ‘t gemak eens nalezen.
Dat is nogal eens gebeurd bij andere lezers, denk ik… Geen idee waarom… Wel een fijn idee om te horen dat je me miste 😉
Ik lees zelf de laatste tijd vele miner op de computer, want ik moet mijn ogen wat sparen, maar dan ga ik gewoon uw boek van papier kopen he 😀
Oh da’s een goed idee!😍
Mooi, ontroerend stukje. Proficiat voor moemoe.