Vijf jongens

Het is zondag 1 januari, zeven uur ´s avonds. Er wordt aangebeld terwijl ik niemand verwacht. Op de stoep voor mijn deur staan vijf jongens. Ik herken een paar van hen uit de lagere school in ons dorp; ze zitten net als mijn dochter in het zesde leerjaar.

Mevrouw, mogen wij een kerstliedje zingen?

Even ben ik verrast. Ik heb hier in 14 jaar nog nooit nieuwjaarszangers aan de deur gehad. Ik zeg hen dat ze gerust iets mogen zingen, maar dat ik hen niets in ruil kan geven. Dat is niet gelogen: het enige snoep dat de kerstperiode overleefde, werd onlangs door de hond verschalkt, en het laatste kleingeld hebben dochter en ik deze voormiddag op de kermis uitgegeven. Bovendien ligt mijn huis er sowieso meestal bij alsof er net een stel inbekers is gepasseerd. Dus sorry, jongens: hier valt niks te rapen.

Dat is niet erg, mevrouw. We doen het gewoon om wat kerstsfeer te brengen.

Ik zie aan hun gezichten dat ze het menen. Dat ze gezamenlijk met dit plan op de proppen zijn gekomen en elkaar hebben getest in durf. Dat dit hen spanning, een beetje schaamte, maar ook veel lol oplevert.

En ze beginnen te zingen:

campana sobre campana
Y sobre campana una
Asómate a la ventana
Verás el niño en la cuna

Belén, campanas de Belén
Que los ángeles tocan
¿Qué nuevas me traéis?

Ze zingen toonvast en blijven in de maat. Twee van hen moeten het giechelen een beetje onderdrukken, de anderen zingen met een vrolijke lach op het gezicht. Qua kerstsfeer kan dit tellen. Dat ze heel goed hebben gezongen, zeg ik hen na afloop. Weten ze dat? , klinkt het zelfverzekerd. Zingende jongens met zelfvertrouwen, heerlijk.

Ik denk dat vrijwel iedereen die de afgelopen dagen de balans van 2022 heeft opgemaakt, op een bepaald moment de toekomst een beetje somber begon in te zien. Redenen te over: de klimaatsopwarming, de stijgende prijzen, de nieuwe oorlogen en de oude die maar aan de gang blijven. Ook de vraag waarom er zo veel geïnvesteerd wordt in kunstmatige intelligentie en zo weinig in natuurlijke empathie wekt bij mij almaar vaker onrust op.

Maar zolang er nog jongens van elf zijn die kerstliedjes zingen, heeft niemand van ons het recht de moed op te geven.

Advertentie

18 gedachtes over “Vijf jongens

  1. Weten ze dat hun daad nu al tot in België (en waarschijnlijk verder) gelukjes veroorzaakt? 🙂 Misschien iets moois om hen terug te geven?

    In ieder geval, je hebt het weer prachtig geschreven. Dank.

    (Mijn handen jeuken al een tijdje om iets te schrijven over hoopvol blijven, misschien moet ik me daar toch eens aan wagen)

  2. Ben heel blij dat er ook mensen zijn die toonvast kunnen zingen, ik weet zelfs nietw at dat is 🙂 Mag ik je bij deze een heel fijn 2023 toewensen met voldoende energie om het enkel zeer zeer sporadisch even op te geven, en dan weer door te gaan. Maar toch, ieder mens heeft het rceht om het op te geven, alleen raad ik het niemand aan 😉

    1. Oh, wat zeg je dat mooi… En het raakt me echt. Want ik doe dat dus: het sporadisch even opgeven. Af en toe denk ik: ik kan niet meer, het heeft geen zin, ik geef het op.
      Om dan een paar uur later toch weer verder te gaan.
      Dus ja, we hebben het recht om het sporadisch even op te geven.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s