Reflecteren op relaties (2): Grenswachters (gastblog)

(Deze gastblog werd geschreven door Leen Heylen, partner in fun crime sinds 2001.)

Vraagt een moeder me aan de schoolpoort: “Mijn vierjarige dochter wordt op school vaak geslagen door dezelfde jongen. Wat zou jij zeggen: terugslaan of niet terugslaan?” 

Onmiddellijk zakt mijn brein in een moeilijke spagaat. Eentje met moraliteit aan de ene kant en rechtvaardigheidsgevoel, noem het natuurlijke opstandigheid, aan de andere kant.

Een spagaat dat ik herkende uit mijn tijd als klein Leentje, toen ik zelf op de speelplaats wel eens ten prooi viel aan venijnig kleutergeweld. Wij behoorden tot die driekwart van de klas die van thuisuit niet mochten terugslaan en dus geregeld op onze kop kregen. Met de kwade knuistjes gebald in onze jaszakken. “Dat hoorde je toen zo aan je kinderen te leren”, verklaarde mijn moeder onlangs toen ik vertelde dat de volwassen Leen nog steeds last heeft van niet mogen terugslaan. “Hoe hadden we ons dan wél moeten verdedigen? Ik heb mijn vuisten nog steeds gebald in mijn mentale zakken als iets onrechtvaardigs me overkomt.”
Mijn moeder had geen antwoord.

Ik vermoed dat als alternatief dan maar `begrip´ in ons leven werd geïntroduceerd. Ter relativering van de woede. Met de belofte dat het de pijn verzacht. Maar een klop is een klop en hoe goed ik intussen ook getraind ben in het oeverloos begripvol zijn en slagen incasseren, het heeft niet het gehoopte verdovende effect. 

Tegelijkertijd gaat `begrip´ nu al zolang mee, dat ik het een sympathiek en intelligent lief zou kunnen noemen dat ik nooit meer zou willen dumpen. Relatiestatus: It’s complicated

Ik maakte laatst iets mee op die grotere kleuterspeelplaats, die De Volwassen Wereld heet. Laten we het uit begrip voor de betrokkene een `verjaardagsfeestje´ noemen waar ik naartoe mocht en dan weer niet, dan weer wel, weer niet, weer wel… Behoorlijk pijnlijk. Ik keek erg uit naar dit `feestje´. 

“Er wordt gewoon met je radijzen gerammeld, hé Leen”, aldus de immer rechtlijnige vriend politieman. Het wringt. Het impliceert dat de jarige opzettelijk besluiteloosheid faket om mij te raken. Puur haarzuiver uitgekiend sadisme. Ik ken het feestvarken en weiger in zo veel onmenselijkheid te geloven. De keren dat ik dat wél doe, kan ik met moeite mijn brandende vuisten in toom houden. Ze jeuken richting verbaal uithalen. Recht op de hartspier als het moet.

Zonder dat ze het weet, legt een lieve vriendin de begripsbal achteloos voor doel. “Begrip is iets moois, zolang het je grenswachters maar niet omkoopt.” Wat een dijk van een uitspraak. En wat een geruststelling: ik hoef mijn sexy begripslief niet te dumpen en in het wilde weg beginnen rondslaan. Zolang ik maar blijf zien wat er te zien valt. Het zogenaamde `rode vlaggen niet negeren´. 

Kameraad Geograaf gooit er later op de avond achteraan: “Begrip voor het verhaal achter eender welk getwijfel mag, maar dat wil niet zeggen dat je de actie op zich moet tolereren.” Loeihard winkelhaak binnen! 

Begrip haalt na 40 jaar met zachtheid mijn vuisten uit mijn zakken. Laat ze ten afscheid wuiven naar `de jarige´ en mijn fietsstuur vastpakken richting een zekerder feestje. Ik hoef niet te slaan, maar ik hoef ook niet te blijven om op mijn donder te krijgen. 

Advertentie