Tussen alle computerproblemen, migraines en onhandige schooluren door is het dan toch gelukt dat manuscriptje af te werken. Aha! Wie had dat gedacht? Het heeft me vijf versies gekost, en dat getal vijf roept me nu toe: “Het is welletjes geweest. Niet meer herschrijven, anders blijf je bezig.” Daar zullen we dan maar naar luisteren.
Deze drie dingen heb ik alvast bijgeleerd:
1.Hoe ontzettend belangrijk nalezers zijn. Dat wist ik op zich al wel uit de feedback die ik eerder op kortverhalen had gekregen, maar omdat het hier om een groter geheel ging, was het extra interessant om te zien hoe elk van hen met de tekst en het verhaal omging. Ik heb er enorm veel van geleerd, van iedere persoon die de tekst heeft nagelezen. En van ieder van hen heb ik dingen meegenomen in de herwerking. Dus hierbij nog eens: lieve nalezers, duizend maal dank voor jullie tijd en moeite! Dat is een zeer groot kado voor mij geweest.
2.Hoe sterk je eigen relatie met de tekst kan veranderen. Ook daarvan had ik al wel een vermoeden, omdat ik het al tegengekomen was in boeken over schrijven, maar het was nu voor het eerst dat ik het zelf zo duidelijk meemaakte. Dat ging dus echt van “o, dit is zo leuk” over “tja, hier zullen we het mee moeten doen” tot “man, dit trekt echt op niks”. Op een bepaald moment zit je trouwens zo diep in die tekst dat je er totaal geen zicht meer op hebt. Heel vervelend. Net daarom is eerlijke feedback zo belangrijk, natuurlijk.
3.Hoe de afstand in tijd en ruimte zijn tol begint te eisen. Ik zit nu bijna tien jaar in Spanje, en er zijn bepaalde veranderingen in de Belgische samenleving die ik niet heb meegemaakt. Vaak vroeg ik me af: ik zit hier te schrijven over een Vlaams gezinnetje in het jaar 2018, maar leven Vlaamse gezinnen nog wel zo dezer dagen? Bovendien heb ik gedurende al die jaren een relatief beperkte input qua Nederlandse taal gehad. Dat is iets wat ik met het volgen van blogs en het mailen met Vlaamse vrienden wat probeer tegen te gaan, maar desalniettemin moet ik steeds vaker een omweg maken via het Spaans en het Engels om aan een bepaald Nederlands woord te geraken.
Er waren nog twee mensen die me aangeboden hadden het nog eens door te lezen na de herwerking. Als die daar nog steeds zin in hebben, wil ik het gerust opsturen (ook aan anderen die wat lichte zomerlectuur willen), maar niemand hoeft zich verplicht te voelen, hoor. Ik zit nu immers in dat “o, dit trekt echt op niks” stadium, dus het opsturen vraagt veel moed. Terwijl het nu echt wel beter is dan de eerste versie die ik heb doorgestuurd (daar durf ik nu zelfs niet te hard op doordenken). Mannekes toch, hoe ver buiten de comfort zone ligt het delen van eigen werk?
Bueno, en nu de hele handel opsturen naar een uitgeverij of twee. Niet omdat ik geloof dat daar op korte termijn daadwerkelijk iets van gaat komen, maar omdat ik geloof dat je honderd zaadjes moet planten om aan een handvol bloemen te geraken.