(Over het wat en het waarom van deze reeks, lees: “Tien jaar zonder…“)
Vrijdag 26 september 2008
Dag lieverds en lachebekjes,
Vandaag heb ik goed nieuws te melden: de eerste arbeidsovereenkomst is binnen! Het gaat om zes uurtjes per week naschools Engels geven aan kinderen van 4 tot een jaar of 12.
De directrice van het schooltje is een perfect tweetalige blondine met veel felblauwe oogschaduw en een verwarde ingesteldheid (ik heb haar in tien minuten tijd mijn CV zien kwijtraken en haar fietssleutels.) Maandag is er de eerste lerarenvergadering. Het betaalt belachelijk weinig, maar het is een begin waar ik al heel blij mee ben. Nu gaan we proberen aan wat privélessen te geraken en iets in de toeristische sector te vinden voor in het weekend.
Ik kon ook in een andere school beginnen, maar die betaalden nog minder en de uren vielen samen. Heb alles samen een stuk of tien gesprekken gehad en de commentaren gingen van “Oh, wat heb jij veel ervaring” over “Oh, je hebt niet genoeg ervaring” tot “Jamaar, je moet wel Spaans kunnen” en “Je moet geen woord Spaans kunnen, hoor”. In een instituut dat Engelse lessen aanbiedt aan bedrijven heb ik een interview volledig in het Spaans gedaan, goed he? Blijkt dat daar niemand een woord Engels sprak, inclusief de directeur. ter zijner verdediging: hij kon wel drie woorden Frans. Olé. De secretaresses daar beheersen twee talen: Spaans en Traag Spaans. Oja, en Megasimpel-Engels-wanneer-directeur-in-de-buurt-is.
Taalgewijs gaat het dus al iets beter, ik ben zelfs al in staat gebleken afspraken te maken aan de telefoon (heel spannend om dan op de afspraak aan te komen zonder er zeker van te zijn of je het uur wel juist hebt, laat staan de dag). Langs de andere kant versta ik nog altijd geen 40 procent van de reguliere gesprekken, maar nu hebben we de Steen der Wijzen gevonden: ondertiteling via Teletekst! Gisteren hebben we op deze manier een Spaanse film op tv gezien en ik heb er toch wat van opgestoken. Oefenen is dus de boodschap.
Wat het sociale leven betreft: Alfonso´s vrienden zijn langsgeweest en het was echt gezellig. Het zijn fijne, openhartige mensen. Ook zijn ouders stellen me erg op mijn gemak, en zijn jongste broer plaagt me soms gelijk een zus en dan geef ik hem een mot of steek mijn tong naar hem uit, dus dat is ook allemaal dik in orde en taalbarrière-overstijgend.
Het weer was schitterend van de week: bewolking, frisse wind, regen en zelfs af en toe een onweertje. Ik bloei op gelijk een plantje dat eindelijk water krijgt. Wanneer er regen wordt voorspeld, rijdt de Protección Civil langs en roepen ze om: “Mensen, er is regen op komst, wie zijn auto in de ondergrondse garage zet, kan morgen met de gebakken peren zitten, ´t is maar dat ge het weet!” Die mannen zouden nogal werk hebben in België.
Hoe gaat het daar in het Belgenlandje, hangt het nog aaneen?
Heel veel groetjes en tot de volgende,
Kathleen