Er werd verwacht dat de Valenciaanse gemeenschap vandaag van fase 0 naar fase 1 zou gaan, en dat we dus ons dorp zouden mogen verlaten, voorzichtig een terrasje doen, hier en daar een vriend bezoeken. Maar daar stak Madrid dit weekend een stokje voor.
Als ik het goed begrepen heb (maar pin me er niet op vast), dan verliep dat gesprek ongeveer zo:
Madrid: “Valencia gaat niet naar fase 1.”
Valencia: “Hoezo? Waarom niet? We hebben een kei-dik dossier ingeleverd! Wij zijn helemaal klaar voor fase 1!”
Madrid: “Nee, want jullie testen niet genoeg.”
Valencia: “Maar jullie hebben nergens gezegd hoeveel we moeten testen om naar fase 1 te mogen gaan!”
Madrid: “Als ge niet genoeg test, dan weet ge niet hoe het zit met de verspreiding.”
Valencia: “Jamaar, dat is niet eerlijk. Dan had ge dat eerder moeten zeggen!”
Enfin, geen fase 1 voor Valencia dus.
Gisteren sprak ik even met de buurvrouw. Ik had haar al lang niet meer gezien; ze is er nooit bij wanneer we met de buren ´s avonds in het steegje vanuit ons deurgat komen praten.
“Kathleen, ik ben zo gelukkig,” zei ze me, met een mojito in de hand en haar blauwe ogen stralend in haar zongebruinde gezicht. “Ik was zo moe voor deze crisis uitbrak, zo gestresseerd. Ik maakte me zoveel zorgen om de cijfers van de kinderen, ik was al dat heen en weer rijden naar de muziekschool zo beu. Wat is het heerlijk om nu gewoon lekker thuis te zitten. Ik trek me geen bal meer aan van de schoolcijfers. De kinderen zijn gelukkig, ik ben gelukkig, we moeten nergens heen. Laat die fase 0 nog maar een tijdje duren.”
Alvast één iemand die geen problemen heeft met een verlengd verblijf in fase 0.