In het boekje dat ik aan het schrijven ben, probeer ik iets uit te leggen over taalverwerving, gebaseerd op mijn eigen ervaringen als leerkracht, migrant en ouder. Een van de bedenkingen die ik daarbij had, was of ik wel zomaar strategieën mocht afleiden uit de leerervaringen van mijn dochter en ervan uitgaan dat die voor alle kinderen zouden werken. Ik besef wel dat elk kind anders is, en dat mijn dochter veel aanleg heeft voor taal.
Is het dan wel eerlijk dat ik andere ouders ga vertellen dat ze voor een stimulerende leeromgeving moeten zorgen, en daarna gewoon aan de kant mogen gaan staan supporteren? (Enfin, het is niet alleen dat natuurlijk, maar daar gaat wel een van de hoofdstukken over.)
Mijn twijfels daaromtrent werden deze zomer weggenomen aan de rand van het zwembad.
Zwembaden zijn hier onmisbaar om de hete Spaanse zomer door te komen. Er is het openluchtzwembad hier in het dorp, waar iedereen ´s namiddags samenkomt, en er is het zwembad van de xalet van de grootouders, waar we bijna elk weekend heengaan. We hebben ons een tijdje afgevraagd of we onze dochter op zwemles zouden sturen, aangezien ze zoveel tijd in en rond zwembaden spendeert; sommige van haar vriendjes gaan al naar de zwemles vanaf dat ze baby´s waren. Maar ik zag mijn kleine peutertje in het plonsbadje van het openluchtzwembad (toen schreef ik dit) en besloot te wachten. Ze was daar namelijk aan het experimenteren geslagen met onderwaterzwemmen en ik dacht: laten we eens kijken hoe ver ze zelf geraakt.
Een belangrijke opmerking hierbij is dat mijn dochter op fysiek vlak geen wonderkind is. Ze leerde relatief laat stappen, is geen held op de fiets en haar vriendinnetjes rolschaatsen haar met gemak van de baan. Hier kon ik dus mijn theorie testen of het volstond haar de juiste leeromgeving aan te bieden en haar voor de rest haar gang te laten gaan. (En ik weet dat dit allemaal niet wetenschappelijk verantwoord is, maar dit is maar een blogpost he, geen thesis.)
En kijk: nu zijn we drie jaar verder en ons kind kan zwemmen. Ze trekt geen baantjes natuurlijk, en haar zwemlesvriendjes doen het beter, maar ze duikt en zwemt in het diepe en trekt volledig haar plan. Er moet wel binnen de drie meter iets zijn om zich aan vast te houden.
Dit weekend zwom ze gewoon onder mijn benen door, en daarna nog eens, met een sierlijke schroefbeweging. Ik vond het fantastisch.
“Allez jong, gij zwemt beter dan ik!” heb ik geroepen.
Want supporteren is ook belangrijk natuurlijk.
Maar ook dat gaat geheel vanzelf.