NNY januari: Onderbroeken en het voorbeeld van de monnik

We zijn amper één maand ver, en ik heb mijn Nothing New Year Challenge al met de voeten getreden: ik heb nieuwe onderbroeken gekocht. Maar dat was nodig. Ik ga hier niet zo extremistisch in worden dat ik tweedehands onderbroeken ga dragen, of die van mijn man (of dat laatste toch niet alle dagen).

Desondanks voelt deze uitdaging nu al aan als een succes. Gewoon het idee dat je niets nieuws gaat kopen, verandert alles. Zo ging ik met dochterlief naar een klerenwinkel (ons snelgroeiende kind wordt niet meegesleurd in deze uitdaging), en normaal gezien kijk ik dan zelf ook altijd rond, kies een paar kleren uit, sleep de buit naar de pashokjes, zie dat die buit, eenmaal aan mijn lijf, niet voldoet aan de wensen of vereisten, en hang dan alles weer terug. Daar komt altijd wat frustratie bij kijken. Dit keer verbood ik mezelf van rond te kijken, en geloof het of niet, dat gaf een gevoel van opluchting.

Ik wist op dat moment al dat ik eigenlijk niets nodig had (behalve dan die onderbroeken). Een week voordien had ik namelijk mijn hele kleerkast onder handen genomen. Zo had ik onderaan de stapel T-shirts een paar oudere exemplaren gevonden die ik nog zelden draag. Dus die legde ik bovenaan. Een broeken-inventaris was snel gemaakt: vijf stuks, waarvan ik de twee meest nieuwe opzij legde, om te zien of ik het voorlopig kon redden door de drie oudste broeken af te dragen. En dat lukt dus perfect. Voor de “speciale” dagen haal ik een rok uit de kast, en voor de koude dagen (die er amper geweest zijn, ondanks die week met verre sneeuw) liggen er twee vesten en twee truien klaar. Ik ben dus nu mijn oudste kleren aan het afdragen, en wanneer die ondraagbaar worden, liggen er voldoende vervangstukken klaar.

Tijdens het schrijven van dit stukje herinnerde ik me opeens een interview met een Vlaamse boeddhistische monnik dat ik zo´n vijftien jaar geleden op tv zag. Die man vertelde dat hij twee paar schoenen had: een gesloten paar en een paar sandalen. Dat was voor mij zo´n eye-opener, dat je door Vlaanderen kan stappen met maar twee paar schoenen ter beschikking. Sindsdien koop ik enkel de schoenen die ik echt nodig heb (in mijn geval wel meer dan twee paar), en ik draag ze af tot ze helemaal versleten zijn. En daarna koop ik meestal exact hetzelfde model opnieuw (ik ga niet graag op schoenenjacht).

Hoeveel onderbroeken die monnik had, kwam in het interview niet ter sprake.

54 gedachtes over “NNY januari: Onderbroeken en het voorbeeld van de monnik

  1. Goed bezig!
    Ik kan me al niet meer herinneren wanneer ik voor het laatst kleding of schoenen voor mezelf heb gekocht. Ik heb ook eens gerommeld en ontdekt dat er nog zoveel lag dat nauwelijks gedragen was. 🙈

  2. Hum….ik heb één paar schoenen, welliswaar in combinatie met een voetenprobleem. Ik draag ze tot ze versleten zijn en koop dan pas nieuwe. Ik doe dus nog beter dan de monnik😉.
    Met Corona is de zin in nieuwe kledij hier sterk verminderd. Ofwel zijn winkels niet open, ofwel weet ik niet voor wie ik me ‘mooi’ moet maken, voor mijn wandelvrienden met dikke jassen!?

    1. Schitterend 🙂
      De enige die jou nu nog de trofee kan ontnemen is iemand die helemaal geen schoenen heeft en blootvoets door het leven gaat, en dat zie ik niet snel gebeuren 🙂 Ik weet dat dit geen wedstrijd is, maar ik heb nu zoveel goesting om een trofee voor jou te maken – een gouden schoen! 😀

    1. Ik vind het stiekem zo leuk om hier in de comments te lezen dat ik niet de enige vrouw ben die weinig schoenen heeft, terwijl vrouwen vaak per definitie als zot van schoenen worden afgeschilderd. Dat had ik echt niet verwacht 🙂

  3. ‘Monnik’ komt van het West-Vlaamse ‘Mohnink’ dat ‘Maar neen ik [werkwoord] dat niet’ betekent. Het was het stellige antwoord op de vraag of een monnik nu wel of niet een onderbroek draagt.

    Ziedaar een klein wist-je-datje.
    Zonder dank.

  4. Ik was vandaag nog aan het denken hoe het met je voornemen zou gaan. Zo fijn om te horen!

    Wat ik erg grappig vind, is dat ik, in mijn eerste maand na mijn zominmogelijkkopenjaar, tegelijkertijd een gevoel heb van helemaal los te zijn gegaan én op papier zie dat ik amper iets kocht.

    Ik ben een nieuwe coronaproof kledingruil opgestart, want dat brengt zoveel plezier en verbinding. Misschien is zoiets ook leuk om daar te doen?

    1. Nu ben ik benieuwd hoe je dat gedaan hebt! Is dat dan online?

      En ja, altijd fijn he, ergens de rem opzetten, en wanneer je dan weer wat loslaat, merken dat een klein beetje al aanvoelt als een heleboel 🙂

      1. Nee, niet online. Je haalt een zak kleding ergens op, past zelf thuis, neemt wat je wil en vult aan waar je een ander blij mee kunt maken, stopt de kleding in tassen, laat ze een aantal dagen staan (dat is de coronamaatregel) en dan komt iemand anders het ophalen.

        We delen soms wel in een groepschats onze vondsten, maar ondertussen doen er ook mensen mee die ik niet ken. Superleuk vind ik :). En je ziet nog eens iemand.

        Het idee is niet van mij trouwens, ik mocht bij een andere meedoen: https://loessoep.wordpress.com/2021/01/27/kledingruil-coronaversie/ . Maar dat was zo leuk dat ik dacht, goede manier om wat meer mensen in de buurt te leren kennen.
        We hebben afgesproken dat de ronde na bepaalde tijd afgerond wordt en dat wie iets toch terug wil dat altijd terug kan krijgen.

      2. Wat een goed idee!
        Wij hebben daar een heel rudimentaire versie van: vriendinnen en buren zetten hier de kleren van hun dochters af wanneer die kleren te klein zijn geworden. dan haal ik eruit wat mijn dochter wil gebruiken, en de rest gaat naar de container van spullenhulp.

        Heb je al iets leuks gevonden in die zakken?

      3. Ja! Tot mijn eigen verbazing al drie mooie broeken. Die vind ik echt vreselijk om te passen in een klein hokje, met als gevolg dat ik slechts heel afgesleten broeken had, dus daar ben ik superblij mee. 🙂

        Maar ik merk daardoor ook hoe leuk het is om eens te wisselen van kleding. En begin het zelfs een beetje zot te vinden dat we allemaal individueel zo’n stapel kleding hebben.

    1. Oh, truien,,, ik droom ervan een grote, groene trui voor mezelf te breien… maar ik heb te weinig geduld voor breien, vrees ik.
      En wat je eerst bedenking betreft: dat heetf Menck hierboven in de comments beantwoord 😉

  5. Ik heb wel flink wat meer schoenen voor verschillende doeleinden. Omdat ik maat 42 met pijn heb koop ik leuke en fijne schoenen als ik die vindt, want als ik ze pas koop als de rest versleten is dan is er niks te vinden. Kleding maak ik meestal zelf. Behalve wielrenbroeken en hele dikke (ski) jassen en zo. Van die technische kleding van speciale materialen.

      1. En schoenen zelf maken is echt wel heel moeilijk, niet? Lijkt me super handig als je zelf je eigen schoenen helemaal op maat zou kunen maken, maar ik zou niet weten hoe je daaraan zou moeten beginnen, en of dat eigenlijk wel kan.

      2. Het is een vak apart. Ik laat wel mijn schoenen repareren en vroeger verspilde mijn vader onze schoenen. Ik heb dat aanbeeld of hoe heet zoiets niet meer anders zou ik het kunnen proberen.

      3. Heel vervelend! Ik heb een hallus valgus aan mijn linkervoet. Moet dus zien dat er op die plek op de schoen geen naad zit. Sandalen zijn het moeilijkst omdat daar vaak net een bandje zit.

    1. Ik begin langzamerhand in te zien dat minderen vooral te maken heeft met prioriteiten. Dat het niet zozeer de bedoeling is op alle vlakken minimalistisch te leven, maar te kijken op welke vlakken je tot het minimum kan gaan, en op welke terreinen je wel wil of moet investeren. En dat hangt dan van je persoonlijke noden of situatie af. Als de juiste schoenen vinden inderdaad een probleem is, en de juiste schoenen je leven aangenamer maken, dan lijkt het me inderdaad geen goed idee daarop te gaan besparen. Zeker als je al bijna al je kleren zelf maakt, dan sta je al zo ontzettend ver!

      1. Zo sta ik er ook in. Doen wat haalbaar is en wat bij je past. Er zijn boeken over consuminderen met kinderen van Marieke Henselmans en er was vroeger het blad genoeg. Dat zijn de dingen die mij inspireerden en ook mijn beperkte budget.

  6. Wat leuk dat (bijna) niets nieuw kopen je zoveel rust geeft. Het idee dat we weinig nodig hebben om een vervuld leven te leiden, vind ik fijn.
    Aan shoppen heb ik een hekel, specifiek aan kleren en schoenen passen. Ik draag goed zorg voor mijn kledij zodat ik niet snel nieuwe moet kopen. Ik heb 4 paar schoenen, maar ze vervullen elk een specifieke rol (zomer/winter/sport/werkschoenen) De cliché dat vrouwen van schoenen houden is zeker niet universeel dus 🙂

  7. Goed hoor! Met geen kleding kopen heb ik geen moeite, met schoenen ligt het wat lastiger… Ik moet ontzettend oppassen met mijn voeten dus ik moet altijd goede schoenen hebben en veel afwisselen. Dus toen mijn wandelschoenen laatst het loodje legden, moest ik helaas toch echt nieuwe kopen.

    1. Maar dan heb je er ook echt nood aan he, en je moet uiteindelijk ook goed voor jezelf zorgen. Slechte schoenen zijn slecht voor je rug, dus dan kan je maar beter die investering doen! En ik denk ook niet dat je op alle vlakken heel minimalistisch moet zijn -gewoon kijken wat je prioriteiten zijn, en dan kan je op sommige terreinen het met wat minder doen, en wat je daar uitspaart kan je dan misschien investeren in dingen die je wel belangrijk vindt. Wandelschoenen en wandelen lijkt mij een mooie prioriteit 🙂

  8. Onlangs dacht ik nog een neiuw t-shirt te kopen en bedacht dan… serieus? En je kast ligt nog vol. Die dingen verslijten dus niet zo snel.
    Schoenen, hmmmm. A weakness. Ik heb er best wel wat. Maar nu koop ik dus al even geen meer. Op mijn tennisschoenen na, daar zat een scheurtje in en dat kan dus niet he. Eigenlijk wel, maar dat zou erover zijn 🙂

    1. Ik ben zo blij van hier commentaren te lezen van vrouwen die amper schoenen hebben, en van een man te horen dat het een weakness is! Dat toont toch maar mooi aan dat de clichés onzin zijn. Mijn man heeft trouwens ook veel meer schoenen dan ik 🙂
      Mooi dat je terug naar je kast bent gegaan in plaats van naar de winkel! En gescheurde tennisschoenen… voor alles is er een grens 😉

  9. Affodil

    Toen we nog niet lang getrouwd waren en ons huis gebouwd hadden, was het kledingbudget zo beperkt, dat een volle kleerkast alleen kon als de kast héél klein was. Ik kocht dan ook enkel iets als ik niet anders kon.
    Manlief stuurde me jaarlijks 2 keer de straat op (tijdens de koopjesperiode) omdat hij hoopte dat ik dàn tenminste eens met iets nieuws ging afkomen. Deed ik ook: voor hem en de jongens. Zelf “vond ik nooit iets in mijn maat”.
    In de plaats droeg ik afleggers van mijn moeder (gelukkig hadden we dezelfde maat). Zij droeg zó klassiek, dat ik er 10 jaar ouder uitzag dan ik was, maar dat trok ik mij niet aan. Die spullen waren dan wél van een dusdanige kwaliteit, dat ze ruim een halve eeuw mee konden. Vorige week heb ik – met pijn in het hart, want het was een héééééérlijk ding – een écru lang katoenen vest weggegooid. Ik durfde er niet meer mee op straat komen, maar thuis kon/wilde ik het niet missen. Nu ligt er nog maar één tweedehands vest: een zwart wollen. Ik draag het niet zo vaak, omdat het eigenlijk te warm is. Alleen zo tussenseizoen zit het comfortabel, maar dan stoort het zwart me.
    Intussen koop ik natuurlijk al jaren mijn eigen kleding, maar nog altijd alléén als ik wat nodig heb. Door die beginjaren (ik haatte winkelen, omdat ik er toch het geld niet voor had) is kleren kopen nog altijd iets wat “moet gebeuren” en niet iets om naar uit te kijken.

Plaats een reactie