Hoe we Tina kunnen eren

Even dacht ik dat het Universum me een hint wou geven. Afgelopen zondag had ik met een paar muzikanten onder andere Simply The Best van Tina Turner gespeeld, en vanmorgen hoorde ik dat nummer zowel uit de muziekinstallatie van de school schallen als een halve minuut later uit de radio van een bouwwerf waar ik langsliep. Was dit een teken van hogerhand, om ons te laten weten dat we met ons muzikaal combo op de juiste weg waren? Thuisgekomen checkte ik mijn gsm en kwam ik erachter dat Tina Turner overleden was. Wat een meer voor de hand liggende verklaring was van haar bovenmatige matinale aanwezigheid. (Wat mij er trouwens niet van weerhoudt dit nog steeds als een teken van het Universum te zien – misschien wel van Tina zelf!)

In een artikel dat een vriendin me doorstuurde, las ik hoe Tina Turner zich uit een gewelddadige relatie bevrijd had, en met letterlijk niets anders dan haar artiestennaam haar carrière weer van voren af aan had opgebouwd. Ze was 42 toen ze echt een rockster werd. Dat getal gaf me een lichte schok, want ik ben momenteel ook 42. Is het dan inderdaad nooit te laat om iets te beginnen? Bovendien was haar tweede echtgenoot (in feite haar enige, echte echtgenoot) een 16 jaar jongere man die haar doodgraag zag en haar steunde in alles wat ze deed. (*)

Wat elke rechtgeaarde ENFPer / ADHDer als reactie op dergelijk nieuws doet, is natuurlijk even de arbeid van de dag opzij schuiven, Tina Turner opzoeken op het internet, uitkomen bij een video waarin deze wilde oma met troonopvolger Beyoncé staat te shaken op Proud Mary, en er vervolgens een blogpost over schrijven.

De arbeid die ik even voor me uitschoof, was het nalezen van een interview voor Femma met Iris Van Hoof, radiopresentator en Groove-leraar. Groove is een soort dansles waarbij je helemaal je eigen ding kan doen: gewoon lekker bewegen op muziek en de dans in je eigen lichaam ontdekken. Dat is ontzettend gezond, zowel voor lichaam als geest. Ik had Iris gevraagd of ze tips had voor mensen die dit thuis willen doen, en haar antwoord was: “Maak een playlist met verschillende liedjes die je leuk vindt. Beslis voor jezelf: ik ga die muziek opzetten en kijken wat het met me doet. Dans of beweeg zonder dat iemand het ziet of er een oordeel over kan vellen. Enkel jij en je lichaam. Je hoeft er niet over na te denken: gewoon die muziek opzetten, bewegen en je aanpassen aan wat je voelt.”

Haar woorden indachtig schoof ik mijn stoel opzij en danste met Tina en Beyoncé op Proud Mary.

Het was de beste manier om de dag te beginnen en de mooiste manier die ik me kon indenken om de vrouw te eren die voor altijd een stralend voorbeeld zal zijn voor vrouwen die de boodschap krijgen dat ze te arm / te oud / te zwart / (eender welk patriarchaal excuus) (**) zijn om succesvol te kunnen zijn.

(*) Een oudere vrouw met een jongere, mannelijke partner, daar moet je in een patriarchale samenleving niet mee afkomen. Moet ik ook nog eens over bloggen.

(**) Ja, ik ben bell hooks aan het lezen he. Ik zie nu OVERAL het patriarchaat. Want het is dan ook OVERAL.

Dit brein (1)

Mijn eerste jaar aan de middelbare school was een ramp.

We hadden drie verschillende boeken voor Latijn en elke dag moesten we daarvan een andere combinatie meebrengen. Ik slaagde erin om altijd de verkeerde boeken mee te nemen. Vrijwel elke les Latijn begon met een opstoot van stress wanneer ik de juf hoorde zeggen welk boek we moesten pakken, en ik in mijn boekentas alle soorten boeken ontdekte behalve dat ene boek. Tijdens de les Nederlands kon ik me enkel concentreren op wat er gezegd werd als ik ondertussen schommelpaardjes en zeemeerminnen kon tekenen, maar de juf interpreteerde dat als een gebrek aan interesse, dus kreeg ik op mijn kop. Ook wanneer ik vroeger klaar was dan de anderen, mocht ik niet tekenen. Dan moest ik gewoon stil zitten wachten, wat aanvoelde als een straf. ´s Avonds kwam ik dus behoorlijk opgedraaid thuis, maar was de lijdensweg nog niet ten einde: anderhalf uur huiswerk lag er dan op me te wachten. Ik heb een keer mijn boek van Latijn uit het raam gegooid.

Na het eerste jaar moesten we kiezen of we het volgende jaar Grieks bij zouden nemen, maar ik pleitte ervoor in de Latijnse te blijven. Onze leraarkracht wiskunde begreep niet waarom. Het was immers de bedoeling dat je “zo hoog mogelijk mikte” en volgens haar was ik echt wel slim genoeg. Maar ik was al volledig overweldigd en kon me niet voorstellen dat er nog extra lasten bij zouden komen. Gelukkig vond mijn vader, die wel Griekse gedaan had, dat Grieks niets zou bijdragen. Dus kon ik gelukkig die optie laten varen.

In de daaropvolgende jaren werd het er niet beter op. Mijn punten daalden jaar na jaar. In het tweede jaar middelbaar was ik de voorlaatste van de klas (*). Wanneer ik ´s ochtends op de speelplaats aankwam, plooiden moederlijke klasgenootjes mijn verfrommelde kraag goed, en tijdens de les fluisterden ze: “Kathleen, mooi schrijven. Let op uw geschrift.” In het derde jaar middelbaar merkte de godsdienstleerkracht op: “Jij hebt een verwarde geest.” Ik kon haar geen ongelijk geven. Ondertussen plukte ik constant in mijn haar, waardoor er kale plekjes op mijn kruin kwamen, die ik met vlechtjes probeerde te bedekken. Trichotillomania heet dat. En uiteraard beet ik mijn nagels af, zo kort als maar kon.

In het vierde jaar middelbaar veranderde er iets. Ik denk dat ik eindelijk een beetje aangepast raakte, dat ik eindelijk geassimileerd had hoe de dingen gedaan moesten worden. Mijn punten begonnen te stijgen. Alleen wiskunde in het vierde jaar was een probleem. We hadden juf die zelf een erg warrig hoofd had, en dat deed me volledig de trappers verliezen. Voor het eerst buisde ik voor een examen. Maar het zesde jaar middelbaar was mijn gloriejaar. Voor wiskunde hadden we Benny Vissenberg, een man die als een zon rust en positiviteit uitstraalde, en zijn vak aanpakte met liefde, helderheid en rechtlijnigheid. Tijdens het eindexamen wiskunde moest ik dringend naar de wc, dus werkte ik zo snel ik kon het examen af. Iedereen keek verbaasd op toen ik na een recordtijd opstond om mijn antwoorden in te leveren; Benny Vissenberg keek me aan met iets van trots en verwondering. Terwijl ik naast zijn lessenaar wachtte, keek hij snel mijn examen na. Hij stuurde me terug naar mijn bank om één vraag na te kijken en te verbeteren. Geteisterd door mijn volle blaas, stortte ik me opnieuw op het examen, vond de juiste oplossing, en leverde in. Daarna spurtte ik het lokaal uit, naar de wc. Ik behaalde de hoogste score van de klas op dat examen van wiskunde. En ik studeerde af als tweede van de klas voor alle vakken in totaal.

Niet dat het ondertussen allemaal van een leien dakje liep. Toen de godsdienstleraar ons vroeg neer te schrijven welke zaken ons dagelijks bezighielden, schreef ik op: “stress vermijden”. Ook werd ik maandelijks geteisterd door zware migraines.

Toen een paar jaar geleden het dochtertje van een vriendin de diagnose ADHD (Attention Deficit and Hyperactivity Disorder) kreeg, begon heel langzaam mijn frank te vallen. Ik herkende zo ontzettend veel. Tijdens de pandemie werd mijn vermoeden versterkt toen ik tijdens videocalls zag hoe stil anderen mensen zaten, terwijl ik me de hele tijd moest inhouden om niet te wiebelen, te gaan verzitten, in mijn neus te peuteren, in mijn haar te zitten en met mijn handen te wapperen.

Ik heb echter geen zin om hiermee naar een psycholoog of psychiater te stappen, want ik ben niet op zoek naar medicatie, een diagnose of een label. Waar ik vooral zin in heb, is me in de wereld van de ADHD te storten en mee te pikken wat me kan helpen, of ik nu echt ADHD heb of niet. Ik wil gewoon dit brein nog een beetje beter leren kennen en onderzoeken wat ik nodig heb om te functioneren in de wereld.

Dus dat gaan we doen.

Hoe zit het trouwens met jouw brein?

(*) In die tijd werd op je rapport nog de rangorde vermeld. Pedagogisch totaal onverantwoord lijkt mij, maar zo was dat in de jaren 90 in Vlaanderen.