De Gore Appelsien Analogie

Het Nederlands is geen fan van procrastinatie.
Van uitstel komt afstel.
Stel niet uit tot morgen wat ge heden nog kunt doen.
Die zegswijzen passen perfect bij het ideaalbeeld van de hardwerkende noorderling.
We vatten de koe bij de horens, en vooruit met de geit.

Ik ga hier niet pleiten voor de Spaanse mañana-cultuur, maar laatst kwam ik een artikel tegen dat bovenstaande filosofie in een ietwat ander daglicht zet.

In “Why I Taught Myself To Procrastinate” schrijft Adam Grant hoe het uitstellen van creatieve taken ervoor kan zorgen dat je ze uiteindelijk beter doet. In plaats van een creatief project meteen aan te vatten en het zo snel mogelijk af te werken, kan je het beter een tijdje onder je hersenpan laten pruttelen, raadt hij aan. Zo krijgen onze hersenen meer tijd om lateraal te denken en dus met creatievere ideeën aan te komen zetten. Ook blijf je onbewust gefocust op informatie die met je project te maken heeft, en zo kom je vaak plots bij een passend citaat terecht, of een interessante verwijzing.

Zelf heb ik al vaak gemerkt hoe drastisch creatieve ideeën kunnen veranderen vooraleer ze hun ware vorm vinden. En daar hebben ze tijd voor nodig.

Vanmorgen heb ik sap geperst van de appelsienen uit abuelo´s boomgaard. Die appelsienen zien er niet bepaalde appetijtelijk uit, met hun overrijpe, verrrimpelde schil, met daarop het blauwe stof van beginnende schimmel. Leg die in een Belgische supermarkt, en iedereen loopt er met een boog omheen. Maar het zijn deze appelsienen die het beste, zoetste sap geven. Net omdat ze zoveel tijd hebben gehad om te rijpen.

 

 

 

De truc met de kokosnoten

Ik kwam gisteren deze ted-talk tegen van Tim Harford, waarin hij het legendarische verhaal vertelt van de bestverkochte pianoplaat aller tijden, namelijk die van het jazzconcert dat Keith Jarrett eind januari 1975 gaf in het Operahuis van Keulen.

Hij wou daar aanvankelijk helemaal niet spelen. Een aantal uur voor het optreden zou beginnen, had hij de piano te zien gekregen die het operahuis hem ter beschikking had gesteld, en die piano trok werkelijk op niks. De hoogste registers klonken hard en metalig omdat het fluweel op de hamers versleten was. De zwarte toetsen waren kleverig, de witte toetsen ontstemd, de pedalen werkten niet, en de piano zelf was eenvoudigweg te klein. Hij kon niet voldoende volume genereren om die grote operazaal te vullen.
“Zorg maar voor een andere piano,” zei Jarrett, “want op deze speel ik niet.” En hij ging in zijn auto zitten wachten.

Vera Brandes, de concertpromotor en verantwoordelijke voor het concert, die op dat moment nog maar een tiener was en daarmee de jongste concertpromotor in heel Duitsland, begon in allerijl rond te bellen. Maar het bleek onmogelijk om op zo´n korte termijn een vervangpiano te vinden. Ze kreeg een pianostemmer te pakken, maar geen andere piano. Ze liep naar buiten, naar Keith´s auto, en terwijl ze daar in de regen stond te smeken het concert toch niet af te zeggen, kreeg hij medelijden met haar. En hij zei haar wat we naar het Vlaams zouden vertalen als: “Allez, ´t is goe. Maar alleen omdat gij het zijt.”

En toen deed hij wat alleen ware artiesten kunnen: hij paste zich aan de omstandigheden aan en creëerde, net dankzij die beperkingen, iets wonderlijks. Hij vermeed de hoge registers, waardoor de muziek een kalmerende, allesomvattende uitwerking kreeg. Om de piano hoorbaar te maken tot de achterste rijen, speelde hij rommelende, repetitieve basmelodieën, die hij al rechtstaande op het instrument dreunde.

De 1400 toeschouwers vonden het fantastisch. Zo werd de opname van dat concert de bestverkochte pianoplaat en het bestverkochte solo jazz-album in de geschiedenis.

Of hoe bepaalde beperkingen zodanig de creativiteit kunnen stimuleren, dat je tot iets komt wat je anders nooit gemaakt had.

Maar wat heeft dat nu met kokosnoten te maken?

Wel. Ik ben momenteel het filmscenario van “Monty Python and The Holy Grail” aan het lezen. Je weet wel, die hilarische film uit de jaren 70, waarin de Ridders van de Ronde Tafel niet op paarden rijden, maar hun pages hoefslagen imiteren door met kokosnoothelften tegen elkaar te klepperen.

Plots hoorde ik deze dialoog in mijn hoofd:

A:”Laten we een film over ridders maken!”

B:”Jamaar, ridders rijden op paarden. Dat is keiduur en keimoeilijk, paarden gebruiken in een film.”

A: (denkt even na en krijgt dan dit lumineuze idee): “Als we nu eens kokosnoten gebruiken!”

Et voila: de film is niet enkel vele malen goedkoper en eenvoudiger, maar tevens een mijlpaal in de geschiedenis der komedie.

Dus als je geen paard ter beschikking hebt: niet zeuren. Op zoek naar een paar kokosnoten en hupsakee. Geschiedenis schrijven.

 

 

Een cover om te zoenen

Het is het innerlijk wat telt, uiteraard. Maar we weten ondertussen ook wel allemaal dat dat bewonderenswaardige innerlijk veel sneller ontdekt wordt wanneer het op een aantrekkelijk uiterlijk kan rekenen als wegwijzer naar die mooie binnenkant.

Hier het verhaal van mijn favoriete cover.

In het jaar 2011 werd mijn baby geboren. Ik zat niet op een roze wolk, maar er eerder middenin: een zachte babywereld van roze mist, waarin ik niet veel verder kon kijken dan de volgende borstvoeding.

In de voorgaande jaren had ik nog amper een boek vastgehad, en ik was er ook niet echt naar op zoek. Maar op een dag kwam ik toevallig in een boekenwinkel terecht en daar zag ik dit boek:

DSC_0309

Bridget Jones´s Diary van Helen Fielding, in een uitgave van The Penguin Ink Series, met een cover ontworpen door Tara McPherson.

Het was liefde op het eerste gezicht. Ik kocht het boek en las elke avond een stukje, na de standaard twee uur durende huilsessie van baby, en voor de twee à drie uurtjes slaap die ik zou krijgen voor het tijd was voor de eerste nachtvoeding. Dat kwartiertje lezen werd een lichtje in de mist. Dat boek was zo grappig en raak… Dus ook op het tweede gezicht was het ware liefde. Bridget heeft me weer aan het lezen gezet, en sindsdien lees ik zo´n twee boeken per maand.

Waar het dus eigenlijk op neer komt, is dat ik me door een blondje heb laten verleiden, en dat ik er geen spijt van heb gehad.

Heeft iemand van jullie een favoriete cover? Of heb je je ooit laten verleiden enkel door een cover? En hoe is dat afgelopen?